[Sermoen over de Doop: 1519]
Geciteerd: De Doop is een uitwendig teken of zegel [of waarmerk, parool, wapen, banier] dat ons afzondert van alle ongedoopte mensen. Wij moeten daaraan herkend worden als volk van Christus (1), onze Vorst, onder Wiens banier – dat is het heilige kruis – wij standvastig tegen de zonde strijden. Daarom moeten we bij dit heilig sacrament op drie dingen letten: het teken, de betekenis en het geloof. Het teken bestaat daarin, dat men de mensen in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige geest in het water doet ondergaan. Men laat ze daar echter niet in blijven, maar men haalt hen er weer uit. (2) Daarom zegt men ook: uit de doop geheven. (3) Daarom moeten beide delen in het teken aanwezig zijn (of daarbij genoemd/begrepen worden): het ondergaan én het opheffen.
De betekenis van de Doop is een zaligmakend sterven aan de zonde en een opstaan in de genade van God. Hier wordt de oude mens, in zonden ontvangen en geboren, verdronken, en een nieuwe mens komt tevoorschijn en staat op – in genade geboren. (4) Daaarom noemt Paulus de Doop een bad der wedergeboorte, omdat men in dit bad – onder het Doopwoord en door het werk van de Heilige Geest – opnieuw geboren en vernieuwd wordt (vgl. Titus 3 : 5). Christus zegt het ook zo: ‘Tenzij dan dat een mens opnieuw geboren wordt uit het water en de Geest (der genade), kan hij of zij het Hemelrijk niet binnengaan’ (vgl. Johannes 3 : 3 vv). Want zoals een kind uit het lichaam van de moeder getild en geboren wordt, waarbij het door deze geboorte een zondig mens en een ‘kind des toorns’ is (5), zo wordt de mens op een geestelijke manier uit de doop getild en geboren, en wordt door deze geboorte een kind der genade en een gerechtvaardigd mens. Op deze manier verdrinken de zonden in de Doop en komt er Gods gerechtigheid voor in de plaats.
De Doop betekent dus het sterven of verdrinken van de zonde. Dat gebeurt echter in het leven van een mens hier op aarde niet volkomen, maar pas als de mens sterft en geheel tot stof vergaat. (6) Het sacrament van de Doop is gauw gegeven, zoals wij dat voor onze ogen zien gebeuren. Maar wat de Doop betekent, wat de Geest werk/bewerkt naar Gods belofte, het verdrinken van de zonde, dat duurt zolang wij leven (zie o.a. Efeziërs 4 : 22-24), en wordt pas in de dood helemaal voltooid. Want pas dan gaat de mens echt helemaal onder in de Doop, en gebeurt wat de Doop betekent (ons voor ogen stelt).
[Maarten Luther: Ein Sermon von dem heiligen Hochwirdigen Sacrament der Taufe, 1519, vgl. WA 2, 727, 20 – 728, 16]
* Ja dus, dat mag al wat wij mensen over iemands leven (van een dopeling) denken en zeggen wel tot zwijgen brengen: ook dan zien we – en horen en belijden we dan toch ook? – het Evangelie zoals dat tot ons kwam met en door de Doop en dat dan beslist niet op z’n minst!
(1) Vandaar ook dat alle aanwezigen in het van Cornelius (jong en oud) nog gedoopt moesten worden nadat ook op hen de Heilige Geest was uitgestort en ook Paulus moest nog gedoopt worden na zijn bijzondere ontmoeting met de verhoogde Jezus – zie resp. Handelingen 10 : 44-48 en 22 : 12-16.
(2) Daarom is de kinderdoop nog de beste illustratie van de Doop in wezen is. Het is een gebeuren waarbij de mens zelf niets heeft in te brengen. We verdrinken in het water én we worden eruit gered. De vroege doop van de heidenen (vaak al na één preek) is ook een belijdenis van onze afhankelijkheid van het werk dat de Heilige Geest wil en moet doen in het harte en leven van een mens – lees 1 Korintiërs 1 t/m 3 erop na.
(3) Denk aan een verloskundige die na de geboorte de baby opheft om deze aan moeder en vader te laten zien en hem of haar daarna aan de op de moederbuik en aan moederborst te leggen. De doop wordt in Titus 3 ‘het bad der wedergeboorte’ genoemd. In de Naam van de Vader en de Zoon zal de Heilige Geest zorg dragen voor de dopeling die door de Doop aan Hem is toevertrouwd.
(4) Lees nog weer eens na wat de gezalfde koning David bidt en belijdt in Psalm 51.
(5) Woorden uit het gereformeerde doopformulier waarin beleden wordt wat ‘de kerk’ in Gods Woord gelezen en daaruit begrepen heeft.
(6) Lees hierbij ook de woorden van 1 Korintiërs 15 de verzen 35-58 m.n. de verzen 42-57.
Leestip: Kolossenzen 2 : 6-15, kerntekst vers 12 en 1 Korintiërs 15 (geheel).
Bron citaat: ‘Maarten Luther – Mijn enige troost – 365 dagen met de HC’ – Meditatie bij Zondag 26 vraag 69: ‘Hoe wordt gij in en door de Heilige Doop vermand en verzekerd dat de enige offerande van Christus aan het kruis geschied u/jou ten goede komt’ – Samengesteld en vertaald door H.C. van Woerden sr. – Den Hertog uitgeverij (2015)
‘Ik zal jullie een geheim onthullen: wij zullen niet allemaal eerst sterven – toch zullen wij allemaal (definitief) veranderd worden, in een ondeelbaar ogenblijk, in een oogwenk, wanneer de bazuin het einde inluidt. Wanneer de bazuin weerklinkt, zullen de doden worden opgewekt met een onvergankelijk lichaam en zullen ook wij veranderen.’ (Uit 1 Korintiërs 15 uit de verzen 50-57 : 51-52)
Bron afbeelding: King James Bible Scipture Pictures