Dat de Heilige Geest ook een Goddelijke Persoon is…

[Uit een Catechismuspreek over de Heilige Drie-eenheid, 1535]

Geciteerd: Christus, onze Zaligheid Zelf, getuigt en verklaard ons duidelijk dat de Heilige Geest eeuwig, almachtig God is, anders zou Hij het bevel van de Heilige Doop niet op deze manier samenvatten. Namelijk: dat men in de Naam van de Vader, van de Zoon en van de Heilige Geest moet dopen (vgl. Matteïs 28 : 19). Omdat Hij echter de verordening van de doop met duidelijke woorden zo voorschrijft, moet daaruit volgen dat de Heilige Geest waarachtig en eeuwig God is, in gelijke macht en heerlijkheid met de Vader en de Zoon van eeuwigheid. Zo niet, dan zou Christus Hem in zulke werken, die vergeving van zonden en eeuwig leven betreffen, naast Zich en Zijn Vader niet noemen. Dit zegt Christus ook: ‘En Ik zal de Vader bidden, en Hij zal jullie een andere Trooster geven, opdat Hij bij jullie blijve in eeuwigheid. De Geest der waarheid, Die de wereld niet kan ontvangen, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet (vgl. Johannes 14 : 16). Op deze tekst moeten we letten, want daarin kunnen we het onderscheid tussen de drie Personen van de Drie-eenheid zien. ‘Ik’, zegt Hij, ‘Zal de Vader bidden.’ Daar hebben we de twee Personen, Christus de Zoon Die bidt, en de Vader tot Wie gebeden wordt dat Hij een andere Trooster zal geven, Als deze Trooster door de Vader gegeven moet worden, dan kan de Trooster niet de Vader Zelf zijn. Christus Die om deze Trooster bidt, kan ook Zelf de Trooster niet zijn. Hij zegt immers dat Hij een andere Trooster zal geven. Dat de drie Personen hier op het nauwkeurigst omschreven worden, valt niet te ontkennen. Zoals de Vader en de Zoon twee onderscheiden Personen zijn, zo is ook de derde Persoon, de Heilige Geest, een andere persoon dan de Vader en de Zoon. En is toch alleen één eeuwige God, Wie nu deze derde Persoon is, leert de Heere als Hij zegt: ‘Wanneer echter de Trooster zal komen, Die ik jullie zenden zal, de Geest der waarheid, Die van de Vader uitgaat, Die zal van Mij getuigen.’ Hier spreekt Christus niet alleen over het ambt en het werk van de Heilige Geest, maar ook over Zijn Wezen. Want Hij zegt: dat Hij van de Vader uitgaat. Dat is zoveel gezegd: dat Zijn uitgang zonder begin is, van eeuwigheid.
[Maarten Luther: Hauspostille 1544, gepredigt zu Hause, 1530-1535m vgl. WA 52, 340,30-341,19]

Zie ook deze blog: ‘Over onze heiliging door de Heilige Geest…

Bron citaat: ‘Maarten Luther – Mijn enige troost – 365 dagen met de HC’ – Meditatie bij Zondag 20 vraag 53: ‘Wat gelooft gij van de Heilige Geest’ – Samengesteld en vertaald door H.C. van Woerden sr. – Den Hertog uitgeverij (2015)

En Ik zal de Vader bidden, en Hij zal jullie een andere Trooster* geven, opdat Hij bij jullie blijft tot in eeuwigheid, namelijk de Geest van de waarheid, Die de wereld niet kan ontvangen, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet, maar jullie kennen Hem, want Hij blijft bij jullie en zal in jullie zijn.‘ (Uit Johannes 14 de verzen 16-17)
* Het grondwoord voor Trooster is ook te vertalen als: advocaat, pleitbezorger, verdediger;

Bron afbeelding: Daily Devotional in Christ

Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie