Over het werk van de Geest…

‘Zoals de regen of sneeuw neerdaalt uit de hemel
en daarheen niet terugkeert
zonder eerst de aardbodem te doordrenken,
haar te bevruchten en te laten gedijen,
zodat er zaad is om te zaaien en brood om te eten –
zo geldt dit ook voor het woord
dat voortkomt uit Mijn mond:
het keert niet vruchteloos naar Mij terug
niet zonder eerst te doen wat Ik wil
en te volbrengen wat Ik gebied,
(Uit Jesaja 55 de verzen 10-11)

Geciteerd: ‘In evangelische en charismatische kring wordt bij het werk van de Geest vooral gedacht aan tongentaal, genezingen en profetie – aan bijzondere, spectaculaire uitingen. God breekt van buiten binnen, in onze wereld, als een ‘deus ex machina’, een duveltje uit een doosje. Eigenlijk is dat een modernistische gedachte.
Dan ben je dus totaal kwijt dat de Geest zich ook present stelt in het gewone leven, als voedende kracht. Als we dat losmaken van God als gever, dan hebben we in feite een agnostische of atheïstische manier van kijken.
Vroeger kwam de betrokkenheid van God op het alledaagse leven aan de orde in de ‘voorzienigheidsleer’, of aangeduid als ‘algemene genade’. Maar die laatste term klinkt me vlak, te gewoontjes. Want het is allerminst vanzelfsprekend als mijn lichaam herstelt in de nacht, als de zon opkomt, als de tuin bloeit – in het alledaagse is Gods Geest actief, als bron van ‘‘goedheid voor het oprapen’’.
Als je daar oog voor hebt, kijk je anders aan tegen de boterham op je bord, tegen het functioneren van je lichaam, tegen de politiek, tegen eigendom.
Je merkt dat ik de genadegaven breder trek, het gewone leven in. Veel te vaak wordt het werk van de Geest versmald. Het is zaak dat we – met de bijbelse gegevens in de rug – tot een begrip komen dat recht doet aan die breedte.
De Geest is het uiterste raakpunt van Gods bemoeienis met ons; die betrokkenheid is veelsoortig en divers.’

Opgemerkt 1: In bovenstaande geciteerde woorden kan ik me goed vinden!
Opgemerkt 2: Wanneer Paulus spreekt over de bijzondere kracht en bijstand van de Heilige Geest, dan heeft hij het niet over bijzondere genezingen en visioenen, etc, maar hij zegt over die ‘overweldigende kracht’ van de Geest, die dus niet van hemzelf komt: ‘We worden van alle kanten (ook vanuit de gemeenten) belaagd, maar raken niet in het nauw. We worden aan het twijfelen gebracht, maar raken niet vertwijfeld, We worden vervolgd, maar we worden niet in de steek gelaten. We worden geveld, maar gaan niet te gronde. We dragen in ons bestaan altijd het sterven van Jezus met ons mee, opdat ook het leven van Jezus in ons bestaan zichtbaar wordt. Wij levenden (door het geloof levenden) worden omwille van Jezus aan de dood prijsgegeven, opdat in ons sterfelijk bestaan ook het leven van Jezus zichtbaar wordt. Zo is de dood in ons werkzaam, en in jullie het leven. ‘ (Uit 2 Korintiërs 4 : 8-12)
En verder ook: ‘We willen juist laten zien dat we dienaren van God zijn, door altijd te volharden in tegenspoed, nood en ellende, onder lijfstraffen, in gevangenschap en onder volkswoede, onder zware inspanningen, slaapgebrek en honger, door oprechtheid en kennis, door geduld en vriendelijkheid, door de gaven van de Heilige Geest en ongeveinsde liefde, door verkondiging van de waarheid en de kracht van God. We vallen aan en we verdedigen ons met de wapens van de gerechtigheid, we worden geëerd en gesmaad, belasterd en geprezen. We worden bedriegers genoemd maar spreken de waarheid, we zijn vreemdelingen, maar toch bij iedereen bekend, we sterven, maar toch leven we, we worden gestraft, naar niet ter dood veroordeeld, we hebben verdriet maar toch zijn we altijd verheugd, we zijn arm maar toch maken we velen rijk, we bezitten niets maar toch hebben we alles. Wij zeggen jullie dit alles ronduit gedoopte leden van de gemeente in Korinthe, want wij hebben jullie in ons hart gesloten. Niet wij schieten in genegenheid voor jullie tekort, maar jullie in genegenheid voor ons. (Uit 2 Korintiërs 6 : 4-13)

> Zie eventueel ook nog deze blog: ‘Een preek met heilige bezieling…

Bron citaat: ND Geloof – ‘De Geest is aanwezig in het dagelijks leven, ziet deze theoloog. ‘Dan kijk je anders naar je boterham’’ – door Koos van Noppen

Maar volgens mij heeft God, ons apostelen, de laatste plaats toegewezen, alsof we ter dood veroordeeld zijn. We zijn voor heel de wereld, zowel voor engelen als mensen een schouwspel geworden. Wij zijn dwaas omwille van Christus, terwijl jullie dankzij Christus zo geweldig wijs bent (menen ze!); wij zijn zwak, terwijl jullie zo geweldig sterk zijn (menen ze!); jullie staan in enorm in aanzien (daar hebben die leiders wel voor gezorgd), terwijl wij worden veracht. Tot op de dag van vandaag lijden we honger en dorst, hebben we nauwelijks kleren, worden we mishandeld, zijn we dakloos, zwoegen we voor ons eigen brood. Worden we bespot, dan zegenen we; worden we vervolgd. dan verdragen we het; worden we beledigd, dan antwoorden we vriendelijk. Tot op dit ogenblik zijn we het uitschot van de wereld, het uitvaagsel van de mensheid.’ (…) ‘Sommigen van jullie doen alsof ze heel wat zijn… Maar ik zal spoedig tot jullie komen, indien de Here het wil, en dan zal ik wel te weten komen of die opscheppers het bij woorden laten of dat ze werkelijk kracht bezitten. Want het Koninkrijk van God bestaat niet uit woorden, maar uit kracht.’ (Uit 1 Korintiërs 4 de verzen 9-13 en 18-21)

Bron afbeelding: SlideServe

Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie