Hoe zwak je mag zijn als mens…

De HEERE is mijn sterkte en mijn Lofzang, en Hij is mijn Heil – Deze is mijn God, Hem zal ik loven.‘ (Uit Exodus 15 vers 2)

Geciteerd: Als wij nu dit lied van Mozes lezen dat de Egyptenaren in de Rode Zee verdronken zijn, dan kunnen wij daaruit zien hoe geweldig en machtig God heerst over de aarde en over Zijn vijanden. Wie nu tegen God op deze manier door het geloof kan zeggen: ‘U bent mijn Sterkte‘, die kan geen betere wapens wensen en hebben.
Hoe wordt echter God onze sterkte? In zaken die God betreffen en in alle andere dingen moeten wij, omdat we niets kunnen (1) altijd wanhopen aan onszelf. In dit lied geven de kinderen van Israël immers God de eer en belijden ze dat ze geen sterkte of kracht zouden hebben gehad om zichzelf te verlossen. De overwinning is niet door hun werk of wijsheid behaald, maar door Gods macht, genade en zegen. Alleen Hij is de enige Strijder Die hun vijanden overwonnen heeft. Het is dus een hoge lofprijzing als men zo zeggen kan: ‘De HEERE is mijn Sterkte.’
Deze woorden zijn door velen gezongen, maar door weinigen verstaan. De woorden willen echter zeggen: dit is een werk van God, iedereen is nu gewaarschuwd die ons kwaad wil doen of ons een haar wil krenken. Daarom als God mijn Sterkte en Kracht is, wat of wie zou mij dan nog schade kunnen doen? Droefheid of angst, of vervolging, of honger, of naaktheid, of gevaar, of zwaard (vgl. Romeinen 8 : 31 vv). Want dan kan ik zeggen: hoewel ik maar een arm wormpje ben, is toch Gods sterkte bij mij (verg. Psalm 22 : 7; Jesaja 41 : 14). Idem: hoewel ik als niets ben, en op aarde zwak en ziek, en zo vermoeid dat ik zelfs de vliegen niet kan afslaan die mij steken, dan ben ik toch sterk, want God is mijn Sterkte.
[Maarten Luther: Predigten über das Buch Mose, 1524-1527, vgl. WA 16, 192, 28-193, 26]

(1) Matteüs 5 : 36 en 6 : 27.

Leestips: Psalm 22, 23 en 131.

Bron citaat: ‘Maarten Luther – Mijn enige troost – 365 dagen met de HC’ – samengesteld en vertaald door H.C. van Woerden, sr. – Den Hertog uitgeverij (2015) – (Meditatie bij Zondag 10 vraag 27 ‘Wat verstaat gij door de voorzienigheid Gods)

‘Al gaat mijn weg door een donker dal,
ik heb geen gevaar te vrezen
want U bent bij mij
uw stok en Uw staf (behoeden en bewaren mij),
en geven mij (weer) troost en moed.’ *
(Uit Psalm 23 vers 4)

* Opgemerkt: Zelf ben ik – ook door periodes van grote geestelijke zwaktes heen – toch blijven werken aan mijn relatie met God en dat door altijd weer de van God gegeven middelen te blijven gebruiken. Ook als anderen mij in zo’n periode niet konden bereiken met hun woorden – ook wel tot hun ergernis en verwijt (en erger) – toen heeft Gód mij niet losgelaten en me beschermd tegen het woelen en woeden van de boze (de ‘mensenmoorder van den beginne’). Maar God heeft dat willen bewerken door Zijn (!) stok en staf waaronder ik me altijd weer begaf. Ik bleef me stellen en bewegen onder het hoeden van Zijn schapen. Aan die verantwoordelijkheid heb ik me niet onttrokken. Dat kan ik achteraf toch met dankbaarheid vaststellen en belijden door het geloof. Soli Deo Gloria!

Bron afbeelding: DailyVerses-net

Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie