‘Want de Schrift zegt: Wie in Hem gelooft, komt niet bedrogen uit.’
(Uit Romeinen 10 vers 11)
‘Hoe onuitputtelijk zijn Gods rijkdom, wijsheid en kennis, ondoorgrondelijk Zijn oordelen en hoe onbegrijpelijk Zijn wegen. Wie kent de gedachten van de HEER, wie was ooit Zijn raadsman. Wie heeft Hem iets gegeven dat door hem moest worden terugbetaald? Alles is uit Hem ontstaan, alles is door Hem geschapen, alles heeft in Hem zijn doel. Hem komt de eer toe tot in eeuwigheid. Amen.’ (Uit Romeinen 11 : 33-36)
Geciteerd: Het boek Job gaat over de vraag: of de vromen ook het ongeluk dat hen overkomt uit Gods hand ontvangen (1). Hieraan twijfelt Job niet, maar gelooft dat God ook de vromen, zonder (opgaaf van) reden – bijv. zoals Christus spreekt over de man die blindgeboren was (vgl. Johannes 9 : 2 vv) – alleen tot Zijn lof en eer kastijdt. Daar zijn Job’s vrienden het niet mee eens en zij voeren er lange en diepe gesprekken over. Zij willen God recht verschaffen en zeggen dat God de vromen niet straft en/of in het ongeluk stort. Wanneer dit mensen toch overkomt – dan moeten zij gezondigd hebben. Op deze manier hebben zij wereldse en menselijke gedachten over God en Zijn rechtvaardigheid. Zij doen alsof God aan de mensen gelijk is, alsof Zijn recht gelijkstaat aan wat recht is in deze wereld en dat Zijn doen en laten volgens deze maatstaven beoordeeld kan en moet worden.
Hoewel Job in doodsnood verkeert, uit menselijke zwakheid, teveel tegen (en over) God zegt, en op die manier in Zijn lijden zondigt, blijft hij er toch bij dat hij het lijden dat hem overkomt niet méér verdient heeft dan andere mensen – daarin heeft hij gelijk. (…)
Dit is echter tot onze troost geschreven, namelijk dat God Zijn liefste heiligen op zo’n manier laat struikelen – wel bijzonder is dit waar wanneer zij omringd zijn door tegenspoeden. Want voordat Job in doodsangsten terecht komt, looft en prijst hij God over (ondanks) de beroving van zijn goederen, de dood van zijn kinderen en zo meer. Echter, als de dood hemzelf in de ogen ziet (2), en God Zich onttrekt laten zijn woorden zien wat voor gedachten er in het hart van een mens zijn over God – hij/zij mag zo heilig zijn als het maar wil. Vooral zij (3) zullen dit leren/kunnen verstaan, die ook ervaren en ondervinden (of ondervonden hebben) wat het is om de toorn en het oordeel van God te ondergaan, terwijl Zijn genade verborgen is.
[Maarten Luther: Deutsce Bibel, Vorrede über das Buch Hiob, vgl. WADB 10.1, 5, 128]
* ‘God willen rechtvaardigen’. Hoeveel theologen hebben zich daaraan bezondigd, m.n. ook door Adam op te blazen tot een geweldig genie, die nooit had hoeven te zondigen en aan wie de eeuwige hellestraf dus eigenlijk goed besteed zou zijn geweest.
(1) In ons gezin leidde dit jaren terug tot discussie en onbegrip toen een deelneemster van een reis met World Servants gehandicapt raakte (aan handen en voeten) door een tijdens de reis en het werk opgelopen bacterie. Zelf een emeritus predikant meende mij – eigenlijk: het onderwijs van Gods Woord! – toen te moeten tegenspreken door de kinderen bij te vallen en te zeggen: Dit heeft God niet gewild. Het voorbeeld wat ik dan wel gebruikte (was/is): Wanneer iemand alle zwemdiploma’s heeft gehaald en ook kan reddingszwemmen, maar dan iemand niet te hulp komt die te water is geraakt, dan zal men die toch aanspreken over (en zelfs verantwoordelijk houden voor) het laten verdrinken van een mens.
(2) Is het vooral het ‘nu zelf de dood onder ogen moeten zien’ of zijn het toch m.n. de opvattingen van zijn vrienden, die maken dat Job niet langer in stilte en ootmoed het lijden draagt, maar – na het uiten van zijn eerste klacht – dan steeds weer zijn mond opent om hen tegen te spreken en om van God te verlangen hem recht te verschaffen en dat m.n. vanwege wat zijn vrienden menen te kunnen en moeten zeggen over de oorzaak van Jobs lijden en door God met hun woorden te rechtvaardigen.
(3) Door het onderwijs van Gods Woord en de hulp van de Heilige Geest mogen we het toch al leren begrijpen en niet onvoorbereid zijn wanneer het lijden ons treft. In welvaartstijd en bij gezondheid hebben we echter zoveel afleiding dat wat God ons door Woord en Geest wil onderwijzen toch niet diep genoeg tot ons doordringt.
Bron citaat: ‘Maarten Luther – Mijn enige troost – 365 dagen met de HC’ – samengesteld en vertaald door H.C. van Woerden, sr. – Den Hertog uitgeverij (2015) – (Meditatie bij Zondag 10 vraag 27 ‘Wat verstaat gij door de voorzienigheid Gods)
‘Neem een voorbeeld aan het geduldige lijden van de profeten die in de naam van de HEER spraken. Degenen die standhielden (in het geloof) prijzen we gelukkig! Jullie hebben gehoord hoe standvastig Job was en jullie weten welke uitkomst de HEER gaf, de HEER is immers liefdevol en barmhartig.’ (3) (Uit Jakobus 5 de verzen 10-11)
(3) Zie hierbij ook 2 Korintiërs 1 : 8-11.
Bron afbeelding: Pinterest