Over onveranderlijk vertrouwen op God…

‘Weten jullie het niet? Hebben jullie het niet gehoord?
Is het jullie niet van meetaf verteld?
Is het niet al helder sinds de grondvesting van de wereld?’
(Uit Jesaja 40 vers 21)

Geciteerd: ‘Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper van de hemel en van de aarde.
Dat is: Ik zeg de dienst op aan de duivel, aan alle toverij en schijngeloof. Ik stel mijn vertrouwen op geen mens op aarde, ook niet op mezelf en mijn kracht, vroomheid of wat ik maar verder aan gaven, geld of goed bezitten kan. Ik stel mijn vertrouwen niet op enig schepsel in hemel of op aarde en ook niet in de wetenschap of techniek die zij voortbrengen (1). Ik verlaat mij en stel mijn vertrouwen alleen op de onzichtbare, onbegrijpelijke en enige God, Die hemel en aarde geschapen heeft, en alleen over alle schepselen regeert (2). Daarentegen ben ik niet bevreesd voor alle kwaad van de duivel en de zijnen, want mijn God heerst over hen allen. Ik geloof niets minder in God, hoewel ik ook door alle mensen verlaten en vervolgd zou worden (3). Ik geloof niets minder, hoewel ik ook arm, onwetend, ongeleerd en veracht zou zijn en ik ook aan alles gebrek zou hebben. Ik geloof niets minder, hoewel ik een zondaar ben. Want mijn geloof moet verheven zijn boven alles wat is en wat niet is, boven zonde en deugd, en boven alles, opdat ik mij geheel en volkomen aan onze God houd, zoals het eerste gebod duidelijk leert.
Ik begeer van Hem ook geen teken (4) om Hem te verzoeken (5). Ik vertrouw onveranderlijk op Hem, hoelang Hij ook uitstelt, en ik schrijf Hem geen doel, tijd, maat of manier van verhoring voor, maar geef alles over aan Zijn Goddelijke wil (6) met een vrijwillig en en oprecht geloof (7).
Als we op grond van Gods Woord belijden dat God almachtig is, wat kan mij dan ontbreken wat Hij mij niet geven kan of voor mij zou kunnen doen? Als Hij Schepper is van hemel en aarde, en Heere over alle dingen, wie kan dan iets van mij nemen of mij kwaad doen? Ja, hoe zullen niet alle dingen werken en dienen ten goede (vgl. Romeinen 8 : 28), als Hij Die allen gehoorzaam en onderdanig zijn, het goede met mij voorheeft? Omdat Hij God is, kan Hij en weet Hij het op Zijn best met mij te maken. Omdat Hij mijn Vader is, zal Hij dat ook doen en Hij doet het van harte en gewillig. Dat is waar en zeker!
[Maarten Luther: Betbüchlein, vgk. WA 10.2, 389, 24-391, 3]

(1) Zie Genesis 11 : 5-9.
(2) Zie Johannes 1 : 1-4, 1 Johannes 1 : 1-4 en 1 Johannes 4 : 18-21.
(3) Zie het voorbeeld van onze Heer aan het kruis en het leven van de profeten en apostelen, maar ook dat van Dietrich Bonhoeffer en we mogen hier nu toch ook wel Aleksey Navalny noemen.
(4) Dus ook geen bijzondere bevindingen alvorens ik Hem durf te vertrouwen op Zijn Woord en de Doop die Hij mij schonk.
(5) Zie Jezus antwoorden aan de duivel tijdens de verzoeking in de woestijn.
(6) Vandaar ons dagelijks eerbiedig bidden van het Onze Vader gebed (zie Lukas 11 : 1-13)
(7) Dat kan alleen (voort)bestaan wanneer we trouw al de middelen blijven gebruiken die God ingesteld heeft om ons geloof te onderhouden en te doen groeien.

Bron citaat: ‘Maarten Luther – Mijn enige troost – 365 dagen met de HC’ – samengesteld en vertaald door H.C. van Woerden, sr. – Den Hertog uitgeverij (2015)

‘Hij maakt vorsten nietig,
de leiders van de wereld onbeduidend:
nauwelijks zijn ze geplant. nauwelijks gezaaid,
nauwelijks hebben ze wortel geschoten, *
of Hij blaast over hen, en ze verdorren
en de stormwind neemt hen op als kaf. *
(Uit Jesaja 40 de verzen 23-24)
* Denk hierbij aan respectievelijk de verzen 3 en 4 uit Psalm 1.

Bron afbeelding: SlidePlayer

Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie