Met het optimisme van de Verlichting de Bijbel lezen…

Maar hoe kunnen ze Hem aanroepen als ze niet in Hem geloven? En hoe kunnen ze in Hem geloven als ze niet over Hem hebben gehoord?‘ (Uit Romeinen 10 uit vers 14)

Geciteerd 1: Bij wie kunnen we beter te rade gaan dan bij de Meester-Ontwerper van alles? Hij heeft ons twee boeken nagelaten waaruit we Hem en Zijn bedoeling met deze wereld kunnen leren kennen. De Nederlandse Geloofsbelijdenis (NGB) is heel duidelijk: we leren God in de eerste plaats kennen door de „schepping, onderhouding en regering van de hele wereld”. De Bijbel komt daarin op de tweede plaats. Onze voorouders zagen scherp het belang ervan dat we God zien in de natuur, in het dagelijks leven. Zie bijvoorbeeld het boek (1) ”De wonderen des Allerhoogsten” van A. van de Velde.

Geciteerd 2: „Gods eeuwige kracht en goddelijkheid” – dat is de kennis die we uit de natuur, ons lichaam en de schepselen om ons heen over God verkrijgen. Een kennis die genoegzaam is om ons alle onschuld te benemen, aldus de NGB. Gods Woord leert ons dat dit een begrensde, gebrekkige kennis van God is. Pas nadat we Hem door Zijn Woord hebben leren kennen, gaan onze ogen open voor een vollediger interpretatie van de lessen die de natuur ons kan leren over God.
De Bijbel leert dat de zorg die we geacht worden te hebben voor al Gods werken (inclusief onszelf) in het teken staat van relaties, van verbondenheid. Onderlinge afhankelijkheid is geen zwakte maar een grondstructuur van Gods werken. Alles bestaat in God. Zo is ook alles onderling verbonden. We zien dat in de gevolgen van Adams ongehoorzaamheid. Die resulteerde in verbroken relaties tussen mensen, de rest van de schepping en God. Het is evengoed zichtbaar in de gevolgen van ons handelen in de laatste generaties. De hele schepping zucht daaronder.

Geciteerd 3: De opdracht tot rentmeesterschap maakt het leven op aarde tot een soort beroepspraktijkvorming, waarin we opgeroepen worden om Gods aanwijzingen te horen (door de werken van Zijn handen) en die op te volgen. Dat vraagt om aandachtig bestuderen van en luisteren naar de stemmen van de natuur in en om ons heen. Stemmen die ons vertellen over God, Zijn grootsheid, majesteit en heerlijkheid. Niet om planten en dieren rechten te geven, wel om te beseffen wat de juiste plaats van elk schepsel binnen Gods schepping is. Zodat we daar recht aan doen (Jesaja 28:23-29). God zorgt er genadig voor dat alle schepselen elkaar nodig hebben (zowel levende als niet-levende). Dienstbaarheid en zorg binden de schepping samen en stellen haar in staat om een eensgezinde lofprijzing te offeren.

Opgemerkt 1: Is het waar dat wij mensen God in de eerste plaats kennen door de ‘schepping, onderhouding en regering van deze wereld’? Leert Gods Woord ons over het eerste mensenpaar en ook de mensen na hen niet wat anders? Adam&Eva moesten toch niet eerst ijverig rondspeuren in deze wereld om God te leren kennen om pas daarna ook toegesproken te worden door hun Schepper en hun God?! En ook voor hun kinderen en geslachten na hen gold en geldt dat ze eerst het vertrouwen in het door God tot hen gesproken Woord verworpen hebben – dus net als bij de eerste zonde gebeurde! – en dat ze daarna – in hun latere geslachten – uiteindelijk zelfs niet eens meer in staat waren om God – de levende God van het Woord! – nog te vinden in Zijn schepping.

Opgemerkt 2: Is de opdracht tot rentmeesterschap sinds de Verlichting en de ‘calvijn-reformatie’ niet veel te optimistisch geduid en had en heeft Gods volk niet een veel nederiger en eenvoudiger opdracht dan om deze wereld door het bestuderen van de natuur en het op grond daarvan ontwikkelen van kennis en kunde toch nog invulling te geven aan Gods oorspronkelijke scheppingsopdracht? En geeft Gods Woord ons niet alle reden om dagelijks eerst en vooral te luisteren naar Gods Woord, zoals ons dat geschonken is in de Bijbel (OT en NT) en dat levend en krachtig is door de Heilige Geest, en om dat luisteren ook altijd weer in de samenkomsten van Christus’ gemeente te doen (zie 1 Timoteüs 3 : 14-16) en dat natuurlijk niet los van de bediening en het gebruik van Doop en Avondmaal daar.

Opgemerkt 3: Het goed lezen en begrijpen van het boek Genesis in het licht van Gods Woord, zoals ons dat ook in het Nieuwe Testament geschonken is, is van het grootste belang voor de Kerk. En niet alleen vanwege een nieuwe hermeneutiek hebben wij reden om ons af te vragen of men sinds de tijd van de reformatie er in geslaagd is om die hoofdstukken goed te lezen en uit te leggen en toe te passen, bijvoorbeeld zoals dat gedaan is door wat daarover is vastgelegd in onze belijdenisgeschriften (waaronder ook de Heidelbergse Catechismus).

Opgemerkt slot: Het is mijn wens en gebed dat we veel bescheidener zullen worden t.a.v. de mogelijkheden die wij christenen zouden hebben – en de pretenties die daarop gebaseerd en ‘uitgevent’ worden – om deze wereld door goed rentmeesterschap (alsnog) tot bloei te kunnen brengen. Dan zullen wij als gelovige broeders en zusters elkaar toch hopelijk (DV!) ook wat minder ‘de protestantse tenten uit vechten’ zoals dat tot nu toe nog altijd weer gebeurd.

(1) ‘Met het optimisme van de Verlichting de Bijbel lezen’. Calvijn was er al jong heel goed in. Hij meende zelfs met zijn scherpe intellect God en Zijn Woord voor de (toenmalige) mensheid (in Europa) in kaart te kunnen brengen, zodat zijn leerlingen/volgelingen niet met hulp van de Heilige Geest, maar met hulp van zijn bril (de Institutie) hun God en Zijn Woord zouden leren kennen. Dr. A. de Reuver meent Calvijn te mogen/kunnen typeren als een kerkvorst*, maar dat is toch vanuit Gods Woord gezien bepaald geen vleiende term voor deze man. Zouden de apostelen daarin hebben mee willen gaan, wanneer één van hen als kerkvorst was getypeerd en aangewezen? En als dat wel gebeurd was, hadden we dan ooit nog protest aan kunnen teken tegen de pauselijke hiërarchie vanuit Rome?
* In het artikel ‘Ik had een goudader getroffen’ in De Waarheidsvriend, 04 2025 (23 januari) .
(2) Is het niet treffend dat bij dat leren kennen van de natuur de schrijver hierbij op een boek wijst! Mijn ouders wisten wel beter en onze liefde voor boeken over de natuur ontstond bij ons doordat wij door hen mee naar buiten werden genomen om daar eerst Gods schepping te ondergaan en te leren kennen.

Leestip: Romeinen 10 en 11.

Bron citaten: Publicatie van een artikel door Jan van Meerten.

Maar dan is mijn vraag: hebben ze de boodschap soms niet gehoord?’ Natuurlijk wel, want er staat (geschreven): “Hun roep klinkt over heel de aarde, hun woorden tot de uiteinder van de wereld.” Maar dan vraag ik weer: heeft Israël de boodschap niet begrepen? Welnu Mozes zegt al: “Ik zal jullie afgunstig maken op een volk dat geen volk is, jullie je trots en eigenwaan benemen door een volk zonder verstand.‘ (Uit Romeinen 10 uit de verzen 14-21 vers 18-19a)

Bron afbeelding: The Church in Action

Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie