Het gebed van een kind…

Als u in Mij blijft, en Mijn woorden in u blijven, zult u bidden wat u wilt, en het zal u overkomen.‘ (Uit Johannes 15:7, weergave DB 1545)

Geciteerd: Let erop hoe hoog deze Man het christelijke leven prijst. Mocht iemand het niet begrijpen en willen vragen: Maar hóé blijf je toch in Christus? Hoe ben ik een rank in deze Wijnstok óf hoe blijf ik zo’n rank? – dan antwoordt Christus: Let slechts op Mijn Woord; want alles hangt ervan af of Mijn Woord in je blijft – dat wil zeggen, of je gelooft en belijdt overeenkomstig het artikel dat de kleine kinderen leren: ‘Ik geloof in Jezus Christus, onze Heere, Die voor mij gekruisigd is, gestorven, opgestaan en gezeten aan de rechterhand van de Vader,’ en wat verder nog in de artikelen wordt gezegd. (1)

Als je daarbij blijft en bereid bent alles daarvoor te wagen en op te geven – eerder dan een andere lering of een ander werk aan te nemen – en je op deze manier ín het Woord blijft, dan blijf Ik in u/jou en u/jij in Mij. Dan zijn Wij [als Wijnstok en rank] in Elkaar geworteld en ingelijfd; dan zijn Wij zó met Elkaar verenigd, dat Mijn woorden én uw/jouw hart één zijn geworden. Dan hoeft u ook niet te vragen: Hoe Ik in u/jou blijf of hoe u/jij in Mij blijft, want dit zult u/jij in het andere leven volmaakt zien. Nu echter kunt we het niet anders begrijpen of verstaan, dan dat jullie Mijn Woord in je hebben, en door het geloof gewassen bent in Mijn bloed, en dat je gezalfd en verzegeld bent door Mijn Geest. Dan is alles – jullie hele leven en doen – goed gedaan en zijn het enkel goede vruchten.

Wat ik zoeven heb gezegd, is nog niet alles wat je zult hebben. En wel dit, dat alles wat je bidt, je ook zeker zult ontvangen. Wat wilt je nog meer? Alles wat je doet, zal goed en aangenaam zijn; je zult het lieve kind zijn en je kunt het niet verknoeien. Hoe zwak en gebrekkig je ook bent, hoezeer je ook jezelf soms bevuilt – zoals een kind of een zieke doet – Hij zal jou daarom niet verstoten, maar Hij zal je steeds weer reinigen en aannemen. Bovendien zult je ook de macht, de eer en heerlijkheid hebben, dat, wat je maar bidt, je zal overkomen (v.7) – want Christus zegt hier duidelijk, dat al je gebeden verhoord worden.

Wanneer je gebrek, nood of vrees of iets anders voelt wat je neerdrukt, roep Hem dan maar eenvoudig aan. Open je mond in kinderlijk vertrouwen, zoals een klein kind doet, dat met zijn lieve vader praat – die met alles tevreden is wat het kind doet, zolang het hem maar vertrouwt. Dat is bijzonder het geval als het kind zo kinderlijk met vader babbelt en iets van hem verlangt wat het graag wil hebben; zo’n vader wil wel alles doen en geven wat het kind zo vol vertrouwen aan hem vraagt. Ja, niet alleen dát, maar hij zorgt ook voor het kind en hij wil alles wat het nodig heeft, toestaan, gunnen, brengen en geven. Dat – zegt Christus – kunnen jullie ook zeker van Mijn Vader en van Mij verwachten, als je tenminste maar als een rank in de Wijnstok blijft.”
[Maarten Lurther: Das XIV. und XV. Kapitel S. Johannis (Druck Frühjahr 1538), WA 45, 678 ff]

(1) Of zie het belijden van Zondag 1 dat wij in onze kinderjaren ook al leerden belijden.

Lezen: Psalm 131, Lukas 11 : 1-3 (kerntekst vers 10-13) en Galaten 4:1-7 (kerntekst vers 6-7).

Zie ook deze blogs: ‘De kinderen gaan ons voor…‘ en ‘Hebben jullie Jezus al nodig gekregen?

Bron citaat: maartenluther-com – Wekelijks toegezonden Luthercitaat – Maandag 20 januari 2025

Daarom zeg ik jullie: vraag en er zal je gegeven worden, zoek en je zult vinden, klop en er zal voor je worden open gedaan.‘ (Uit Lukas 11 vers 9)

Bron afbeelding: Knowing Jesus

Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie