‘De vreze des HEREN is het begin der wijsheid, een goed inzicht hebben allen die ze betrachten. Zijn lof houdt eeuwig stand.‘ (Uit Psalm 111 vers 10)
Geciteerd 1: Het relationeel waarheidsbegrip leidt ertoe dat men niemand wil veroordelen, er is er immers Eén Die oordelen zal? Wie ben ik, zo klinkt dan, om tegen iemand anders te zeggen dat hij het verkeerd doet? Als iemand gelukkig is in een homoseksuele relatie, in liefde en trouw, wie ben ik dan om zijn geluk te onthouden? En als iemand zich vrouw voelt in een mannenlichaam, waarom zou ik dit niet erkennen en hierin meegaan? Als iemand een standpunt als on-Bijbels beoordeelt, zegt men tegen zo iemand: niemand heeft de waarheid in pacht. Iedereen mag zijn mening hebben. En zo wordt alles vloeibaar. Het uitoefenen van de tucht is eigenlijk niet meer mogelijk. Het wordt als een vorm van machtsdenken ervaren. Wat is het belangrijk om over dit soort zaken met onze jeugd te spreken en Bijbelse argumenten aan te reiken. En die zijn er ruim voldoende!
Opgemerkt 1: Neem eerst een bepaald beeld (of maak een karikatuur) van hoe anderen omgaan met Gods Woord en vertel dan je eigen (goede) verhaal naar jouw inzichten, die dan natuurlijk wel het predicaat ‘naar Gods Woord’ verdienen. Maar, laten we maar niet zo gemakzuchtig dit soort zaken die in de gemeente van onze Heer spelen onder een ‘algemeen theologisch’ verhaal plaatsen, waarmee de anderen dan in hun omgaan met gelovige broeders en zusters veroordeeld worden en zelfs geen plaats meer wordt gegund in de gemeenten van onze Heer.
Geciteerd 2: Vanuit de geschiedenis van Augustinus kunnen we ook leren hoe belangrijk het is om met onze jongeren vanuit de Bijbel te spreken. Het is het Woord dat harten verandert en verbreekt, door het werk van de Heilige Geest. Toen Augustinus de woorden ‘Tolle lege’* hoorde -Neem en lees!- maakte de Heere ruimte voor het Woord en werd de Heere hem te sterk. Wat een bemoediging!
Opgemerkt 2: Wat leren die ‘geleerde’ predikanten toch veel van andere theologen en hun levens en waarom laten ze niet veel meer Gods woord Zelf aan het woord wanneer ze ons willen leren over het belang van het onderwijs aan de jeugd in de gemeenten van onze Heer. Voor mij is het een bewijs dat ze veel meer belang hechten aan mensenverhaal en mensenwerk (zelfs altijd weer daarin roemen!), dan dat ze de gemeenten durven toe te vertrouwen aan het werk van de Heilige Geest en de door ieder te gebruiken middelen die Hij door bediening van het Woord en Doop en Avondmaal voor allen tot zegen wil laten zijn. En wanneer we willen leren hoe klein we van onszelf hebben te denken, dan moeten we niet Augustinus (1) en zijn leven erbij halen, maar gewoon een klein gedoopt kind in het midden van al die ‘geleerde zwartpakken’ zetten en dan wijzen op de woorden die onze Heer Zijn discipelen (en dus ook ons) daarbij liet horen.
(1) Augustinus wist heel goed hoe hij zichzelf moest promoten in de gemeenten van onze Heer in zijn tijd*. Al die jaren had hij het ‘tolle lege’ bewust verworpen en zijn eigen verlangens gevolgd. En kijk nou eens: de Heilige Geest kwam speciaal even bij hem langs om hem het ‘tolle lege’ toe te roepen. Nou, u begrijpt toch wel dat zo’n een mens met zo’n bijzondere bekering niet van de kansels geweerd kan worden. Zo iemand heeft heel wat van de wereld gezien en ervaren en die kan ons des te beter vertellen, dat wij ons er maar niet aan moeten wagen. Maar Paulus zou beslist niet enthousiast geweest zijn over deze man. Hoe velen heeft hij niet onder de indruk gebracht en daarmee het werk dat de Heilige Geest door Zijn (!) Woord aan de mensen duidelijk wilde maken, wat zij hadden te doen en zeggen in de tijd en de omstandigheden waarin zij leefden, in de weg gezeten.
* Augstinus had op grond van 1 Timoteüs 3 : 5-8 en 5 : 8 van de kansels geweerd moeten worden!
Bron citaten: ‘Het vierde deel in de serie ‘Schriftgezag en Schriftkritiek’ (uit De Wachter Sions) van G.R. van Leeuwen staat nu ook op ‘Oorsprong’ – FB-bericht (met link) geplaatst door Jan van Meerten.
‘Laat in jullie harten de vrede van Christus heersen, want daartoe zijn jullie geroepen als de leden van één Lichaam. Wees ook dankbaar. Laat Christus’ woorden in al hun rijkdom in jullie wonen; onderricht en vermaan elkaar in alle wijsheid, zing met heel jullie hart psalmen en hymnen voor God en liederen die de Geest jullie vol genade ingeeft. Doe alles wat jullie zeggen in de Naam van de Heer Jezus, terwijl jullie God, de Vader, danken door Hem.’ (Uit Kolossenzen 3 de verzen 15-17)
Bron afbeelding: First Baptist Church