Een Goddelijke geloofsclaim…

Die mij liefhad en Zichzelf voor mij overgaf.
(Uit Galaten 2 uit vers 20)

Geciteerd: Paulus zegt hier dat niet wij, maar Christus het initiatief nam. ‘Hij had mij lief,’ zegt hij, ‘en gaf Zichzelf voor mij over.’ Het is alsof hij zegt: ‘Hij vond geen goede wil of een juist verstand in mij, maar Hijzelf had medelijden met mij. Hij zag dat ik goddeloos was, dwalend, afgewend van God, terugdeinzend en strijdend tegen God; en dat ik gevangen, geleid en gestuurd werd door de boze (1). Door genade, die voorafging aan mijn verstand, wil en intellectuele ontwikkeling, had Hij mij lief, en hield Hij zoveel van mij dat Hij Zichzelf voor mij overgaf, opdat ik verlost zou worden van de Wet, de zonde, de duivel en de dood.’
(1) Lees hierbij ook Gods woorden gericht tot het ontrouwe Israël in Ezechiël 16 : 1-5 en Titus 3 : 3-7.

Deze woorden, ‘de Zoon van God’, ‘Hij had mij lief’ en ‘Hij gaf Zichzelf voor mij over’, zijn hemelse donder en bliksem tegen de rechtvaardigheid van de Wet en de leer van de werken. Er was zo’n groot kwaad, zo’n grote dwaling, en zo’n duisternis en onwetendheid in mijn wil en intellect dat ik alleen bevrijd kon worden door zo’n onschatbare prijs. Waarom pochen we dan over het regeren van de rede, over onze goede natuurlijke gaven, over de voorkeur van de rede voor de beste dingen, en over dat wat in iemands natuurlijke aanleg zou liggen? Waarom bied ik een toornige God, die, zoals Mozes zegt, ‘een verterend vuur’ is (Deut. 4:24) (2), wat stro aan, in feite mijn vreselijke zonden, en wil ik van Hem eisen dat Hij mij in ruil daarvoor genade en eeuwig leven schenkt? Want ik hoor in deze passage dat er zoveel kwaad in mijn natuur is dat de wereld en de hele schepping niet voldoende zouden zijn om God toorn weg te nemen, maar dat de Zoon van God Zelf daarvoor moest worden opgegeven.
(2) Lees hierbij Hebreeën 12 : 18-29, we zullen wandelen in geloof aan Gods genade over ons in Jezus Christus, Zijn Zoon.

Overweeg deze prijs zorgvuldig, en kijk naar deze gevangene, de Zoon van God. U zult dan zien dat Hij groter en voortreffelijker is dan de hele schepping. Wat zullen we doen als we Paulus horen zeggen dat er zo’n onschatbare prijs voor onze (uw en jouw) zonden is gegeven? Zullen we dan al onze werken of onze gehoorzaamheid of armoede meenemen? Wat stelt dit allemaal voor? Waar blijven de Wet van Mozes en de werken van de Wet? (3) Waar alle werken van alle mensen en het lijden van de martelaren? Wat is alle gehoorzaamheid van de heilige engelen vergeleken met de Zoon van God die (voor ons) ‘gegeven’ is, en wel op de meest schandelijke manier gegeven, in de dood, zelfs de dood aan het kruis (Fil. 2:8), zodat al Zijn kostbaarste bloed werd vergoten – en dat nog wel voor uw zonden?! Als je naar deze prijs zou kijken, zou je al je werken, geloften, werken en verdiensten nemen, en je zou ze vervloeken, bezoedelen, bespuwen en verdoemen, en ze naar de hel verwijzen! (4)
(3) Denk hierbij ook aan deze woorden uit 1 Korintiërs 13: Zo blijven dan: Geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de meeste van deze is de liefde.
(4) Wanneer we deze zouden willen gebruiken als vrijkoopsom om van de claim tot geloof (5), die Gods liefde op ons legt, af te komen.
(5) Zie Johannes 6 : 27-29.

Dr. Martin Luthers Werke (Weimarer Ausgabe) WA 40.1 (vertaling gebruikt: Luthers Works, American Edition, Concordia Publishing House, vol. 26, p.175/176)
(If you would like to have these Luther Quotes (in English!) sent to yourself, or to family or friends you can send the email address to: info@martinluther-quotes.nl Subscribe and unsubscribe from our weekly quotes on this email address as well, or on http://www.maartenluther.com These e-mails are free of charge and you are not asked for donations)

Bron citaat: http://www.maartenluther-com – Quotes from Luther’s Second Lectures on Galatians (52)

Maar God bewees ons Zijn liefde doordat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaren waren. Des te zekerder is het dus dat wij, nu we door Zijn dood zijn vrijgesproken (6), dankzij Hem zullen worden gered en niet veroordeeld. Werden we in de tijd dat we nog Gods vijanden waren al met Hem verzoend door de dood van Zijn Zoon, des te zekerder is het, nu we met Hem verzoend zijn, worden gered door Diens leven. En meer nog, dat wij God prijzen danken we aan onze Heer Jezus Christus, door wie we nu al met God zijn verzoend.’ (Uit Romeinen 5 de verzen 8-11)
(6) Lees hierbij Romeinen 6 : 3-14.

Bron afbeelding: Knowing Jesus

Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie