‘Maar om onze overtredingen werd Hij doorboord, om onze ongerechtigheden verbrijzeld; de straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is ons genezing geworden.’ (Jesaja 53 vers 5)
Geciteerd: Ik wil de vraag op nog een andere manier benaderen. Kun je je voorstellen dat God niet zou straffen? Dat Hij de zonde in de doofpot stopt? Alle bedrog, onreinheid, haat, geweld en misbruik ongestraft laat? Eroverheen stapt dat wij Hem door onze zonde ongehoorzaam zijn en krenken en beledigen?
Opgemerkt 1: Bij het spreken over de hel hoor je nogal eens: ‘Ja, God is liefde, maar Hij is ook rechtvaardig’. Toch is dat een verkeerde manier van spreken over God. Juist omdat God liefde is, is Hij ook rechtvaardig. Dáár mogen alle mensen hoop uit putten! Gods gerechtigheid is van een hogere orde dan die van ons mensen!
Opgemerkt 2: Laten we eens denken aan zo iemand als Adolf Hitler. Als er iemand een kandidaat voor de hel lijkt te zijn, dan is hij dat toch wel. Dat er voor hem geen genade meer is weggelegd, dat ligt toch voor de hand? Maar durven wij beweren dat we, wanneer we zouden hebben geleefd in de omstandigheden waarin Hitler opgroeide en zijn ervaringen met een keiharde wereld opdeed, dat wij het er dan beter vanaf gebracht zouden hebben dan hij? Waren het niet de Duitse industriëlen en was het niet het Duitse volk die Hitler zijn Messias-gestalte deden aannemen, zodat hij daar zelf in ging geloven. Prachtig vond hij het dat de mensen in Duitsland in hem hun ‘broodheer’ gingen zien. En was de wereld volgens de wetenschap niet één strijdtoneel waarin de vooruitgang bereikt wordt doordat de sterksten voordeel behaalden op de zwakkeren. En was dat in het verhaal van de Joden (het OT!) niet juist het tegendeel. In die verhalen van hen hoorde je dat de kleinen en de zwakken gehoord moesten worden en in de gunst van God staan. Maar blijkt in deze wereld niet juist het tegendeel?!
Opgemerkt 3: Laten we dan nog eens letten op onze Heer en Heiland, de Messias, Die uit de Joden is. Toen Hij aanhang verwierf onder het volk, toen wilde Hij niet hun ‘broodheer’ zijn op de manier die het volk vanuit hun natuurlijke hart begeerde. Na de wonderbare spijziging zegt Hij tegen hen: ‘”Waarachtig (amen, voorwaar), ik verzeker jullie: jullie zoeken mij niet omdat jullie Mijn tekenen hebt gezien, maar omdat jullie het brood gegeten hebben en verzadigd bent. Jullie moeten – bij het volgen van Mij – geen moeite doen voor voedsel dat vergaat, maar voor voedsel dat niet vergaat en eeuwig leven geeft; de Mensenzoon zal het jullie geven, want de Vader Zelf, heeft Hem die volmacht gegeven”. Ze vroegen: “Wat moeten we doen? Hoe doen we Gods wil?” “Dit moeten jullie doen voor God: geloven in Hem Die Hij gezonden heeft”, antwoordde Jezus.’ (Uit Johannes 8 : 26-29). Onze Heer wist dus die verleiding om toe te geven aan de volkswil te weerstaan! Velen keerden Hem toen de rug toe (zie Johannes 8 : 66).
Opgemerkt 4: Wanneer onze Heer wel had toegegeven aan die wil van het volk, dan zouden zelfs de leiders in Jeruzalem Hem wel op het schild hebben willen (ver)heffen. Zo kon je nog eens gaan werken aan de redding (van de Romeinen) en de verheffing van het Joodse volk. In Lukas 19 : 29-48 lezen we ook wat voor een andere Koning onze Heer en Heiland is. Jeruzalem met haar tempel moest geen machtscentrum worden om het Joodse volk te bevrijden en te verheffen, maar ze moest een centrum van gebed en onderwijs van Gods Woord zijn/worden, en dat voor alle volken. En Mozes en de profeten (w.o. de Psalmen) wezen op Hem. Men besefte toen niet Wie nu werkelijk hun redding en verheffing en vrede aan het dienen was en dienen zou. En dat niet als een held, door mensen op een schild geheven, maar als een verworpene, door mensen aan een kruis gehangen.
Opgemerkt 5: Wanneer wij dus erkennen en belijden dat wij als gedoopte leden van Gods gemeente van genade leven, ‘laten wij ons dan bij Hem voegen om te delen in Zijn vernedering. Onze stad is immers niet blijvend, wij kijken juist verlangend uit naar de stad die komt.’ (Lees die woorden van Hebreeën 13 nog maar weer!).
Opgemerkt slot: We zouden nog kunnen spreken over God soevereiniteit en uitverkiezing. Laten wij – gedoopte leden van Christus’ gemeente – maar diep beseffen dat wij van genade leven en dat wij uitverkoren zijn om in deze wereld het Evangelie uit te dragen met daden en woorden, en hoe we dat zullen doen, dat leert (o.a.) Petrus ons met woorden die hij ook aan ons schreef in 1 Petrus 4. En lees over Gods soevereiniteit nog weer eens de woorden van Paulus in Romeinen 11 : 30-36.
‘Liefdevol en genadig is de Heer,
Hij blijft geduldig en groot is Zijn trouw.
Niet eindeloos blijft Hij twisten,
niet eeuwig duurt Zijn toorn.
Hij straft ons niet naar onze zonden,
Hij vergeldt ons niet naar onze schuld.’
(Uit Psalm 103 de verzen 8-10)
Bron citaat: RD Wat zeg je dan – ‘Hoe kan een goede God mensen naar de hel sturen’ – door ds. J.C. den Ouden
Bron afbeelding: SlidePlayer (Gospel-Centered Relationships Love Peace
Patience Kindness Faithfulness Gentleness Self-Control Forgiveness)