‘Want ik ben door de Wet aan de Wet gestorven, opdat ik voor God zou leven. Ik ben met Christus gekruisigd. Toch leef ik; nochtans niet ik, maar Christus leeft in mij.’ (Uit Galaten 2 de verzen 19 en 20)
Geciteerd: “Nochtans niet ik” – Dat wil zeggen, “niet in mijn eigen persoon of substantie.” Hier laat Paulus duidelijk zien hoe hij leeft; en hij stelt wat christelijke rechtvaardigheid is, namelijk die rechtvaardigheid waardoor Christus in ons leeft, niet de rechtvaardigheid die in onze eigen persoon is. Daarom moet de persoon, wanneer het nodig is om christelijke rechtvaardigheid te bespreken, volledig worden afgewezen. Want als ik aandacht besteed aan de persoon of over de persoon spreek, dan wordt de persoon, hetzij opzettelijk of onopzettelijk van mijn kant, een dader van werken die onderworpen is aan de Wet. Maar hier moeten Christus en mijn geweten één lichaam worden, zodat er niets anders voor mijn ogen overblijft dan Christus, gekruisigd en opgewekt. Maar als Christus opzij wordt gezet en ik alleen naar mezelf kijk, dan is het met mij gedaan. Want dan komt meteen deze gedachte in mij op: “Christus is in de hemel en jij bent op aarde. Hoe ga je Hem nu bereiken?” “Ik zal een heilig leven leiden en doen wat de Wet voorschrijft; en zo zal ik het leven binnengaan.” Door aandacht te besteden aan mezelf en te bedenken wat mijn toestand is of zou moeten zijn, en wat ik geacht word te doen, verlies ik Christus uit het oog, die alleen mijn Rechtvaardigheid en Leven is. Als Hij eenmaal verloren is, is er geen hulp of raad; maar zekere wanhoop en verderf moeten volgen.
Dit is een buitengewoon veelvoorkomend kwaad; want zo is de menselijke ellende dat we bij verleiding of dood Christus onmiddellijk opzij zetten en aandacht besteden aan ons eigen leven en onze eigen daden – of die van anderen (1). Tenzij we hier door geloof worden opgewekt, moeten we vergaan. In zulke gewetensconflicten moeten we daarom de gewoonte vormen om onszelf achter ons te laten, evenals de Wet en al onze werken, die ons dwingen om aandacht te besteden aan onszelf. We moeten onze ogen volledig richten op die bronzen slang, Christus die aan het kruis is genageld (Johannes 3:14). Met onze blik stevig op Hem gericht, moeten we met zekerheid verklaren dat Hij onze Rechtvaardigheid en Leven is en ons niets aantrekken van de bedreigingen en verschrikkingen van de Wet, zonde, dood, toorn en het oordeel van God – en medemensen (AJ). Want de Christus op wie onze blik gericht is, in Wie wij bestaan en die ook in ons leeft, is de Overwinnaar en de Heer over de Wet, zonde, dood en alle kwaad. In Hem is een zekere troost voor ons uiteengezet en is de overwinning verleend.
(1) Opgemerkt: Het is beslist ook heel gevaarlijk om te roemen in andere (mede)gelovigen. Of het nu je (vrome en ijverige) grootvader is of een ander familielid of dat het mensen uit de eigen gemeente of kerk zijn of historische personen. Dat gevaar heeft de apostel Paulus altijd weer onderkend en er in zijn brieven aandacht aan besteed om daartegen te waarschuwen. De kerkgeschiedenis laat zien dat dit onderwijs van Paulus als regel aan de laars wordt gelapt.
Dr. Martin Luthers Werke (Weimarer Ausgabe) WA 40.1 (vertaling gebruikt: Luthers Works, American Edition, Concordia Publishing House, vol. 26, p.166/167)
(If you would like to have these Luther Quotes (in English!) sent to yourself, or to family or friends you can send the email address to: info@martinluther-quotes.nl Subscribe and unsubscribe from our weekly quotes on this email address as well, or on http://www.maartenluther.com These e-mails are free of charge and you are not asked for donations)
Bron citaat: http://www.maartenluther-com – Quotes from Luther’s Second Lectures on Galatians (46)
‘Wil iemand zich op iets (of iemand) beroemen, laat Hij zich op de Heer beroemen, want niet wie zichzelf aanprijst is betrouwbaar, maar wie door de Heer wordt aangeprezen.’ (Uit 2 Korintiërs 10 de verzen 17-18 – lees hierbij ook 1 Korintiërs 4)
Bron afbeelding: KJV Bible Verses