‘Ik verzeker jullie, wie niet als een kind openstaat voor het koninkrijk van God, zal er zeker niet binnengaan!‘ (Uit Lukas 18 vers 17)
Geciteerd 1: Het begon zo klein met een droefheid naar God. Er was liefdespijn over een verbroken gemeenschap met God, er kwamen honger en dorst naar gerechtigheid voor God. In de openbaring van Christus werd het een verlangen om Hem ten deel te zijn en met Zijn gerechtigheid bekleed te worden. In Christus’ hemelvaart mag de Kerk aan het Vaderhart van God gebracht worden en Hem kennen als de verheerlijkte Koning en Hogepriester van de Kerk.
Geciteerd 2: Wat is het beginsel van uw leven? Want het begin beslist het einde van ons leven. Wat zal het zijn als we onverzoend in het oordeel zullen staan? Zonder God, zonder Borg, zonder hoop, of met een valse hoop naar de eeuwige rampzaligheid reizend? Kom, de Heere werkt nog. Zoek Hem dan en leef!
Opgemerkt 1: Met Christus hemelvaart is (!!!) de Kerk aan het hart van God gebracht en alle leden van het Lichaam mogen daarom weten (vast en zeker geloven) dat zij in Christus aan het Vaderhart zijn. Dat is een voldongen feit en het Evangelie laat daarover geen enkele twijfel bestaan. Wanneer gedoopte kerkleden (jong of oud) hun hemels burgerschap (zie Filippenzen 3 : 20) eerst maar eens wordt afgenomen om er eerst nog eens echte Godzoekers van te maken, dan was het maar beter voor degenen die hen dat hemels burgerschap ontzegden, dat ze – voordat ze hun kwalijke manier van doen konden uitoefenen in de gemeente(n) – met een molensteen om de hals in zee geworpen en verdronken waren.
Opgemerkt 2: Het ‘beginsel’ van ons (geloofs)leven komt van God Zelf, het is het Evangelie dat aan ons al bevestigd werd bij en door onze Doop (1). Wij dienen de gedoopte gemeente aan te spreken zoals de apostel Johannes doet in zijn eerste brief, waar hij jong en oud ervan verzekerd dat hun zonden hen vergeven zijn ‘omwille van Zijn naam‘ en dat ze ‘hem die het kwaad zelf is‘ hebben overwonnen (vers 11). En ook schrijft hij hen dat ze zich deze geloofszekerheid ook door (hun) ‘leraars’ niet zullen laten afnemen: ‘jullie zalving is blijvend, jullie hebben – om jullie daarover nog te onderwijzen en van te verzekeren – geen leraar nodig!‘ Die zalving (met de Heilige Geest) die hadden de leden van de aangeschreven gemeente(n) ontvangen bij hun Doop. Dat kon en mocht geen leraar – ook geen bevindelijke predikant – hen nog afnemen. Maar lees hierbij dan ook wat Johannes hen (ons) met klem wil voorhouden, namelijk in de verzen 15-17 (2) en hij wijst ook nog op ‘antichristen‘, die wel uit hun (ons) midden waren voortgekomen – maar die desondanks zich gingen verzetten tegen het werk van de Heilige Geest in die gemeente(n). Dat kan dus ook gebeuren, dat er, dat wijzelf mensen zijn die dat gaan doen: verzet plegen tegen de Heilige Geest – zoals de Farizeeën Schriftgeleerden dat ook deden (zie Handelingen 7 : 51). Daarom dient de oproep ‘blijf dus in Hém kinderen‘ (vers 28) niet als tegen dovemansoren gezegd opgevat te worden: Wie oren heeft moet altijd weer horen naar wat de Geest tot de gemeenten zegt! (Zie deze oproep van onze Heer in de brieven aan de zeven gemeente in Klein Azië. Zelfs een gemeente die ‘op sterven na dood’ was, mocht zich niet doof houden of voor inmiddels doof aangezien worden!)
(1) Dus niet de droefheid naar God is het ‘kleine begin’, maar het geboren worden in het midden van Christus’ gemeente waar het Evangelie en de Doop bediend worden aan alle leden van Zijn lichaam, geboren of nog niet geboren, jong en oud. Wanneer we dat kleine begin gaan verachten en willen vervangen door iets wat we eerst nog bij onszelf (of bij anderen) moeten (gaan) waarnemen, dan zijn we verkeerd bezig, plegen we verzet tegen de Geest.
(2) Johannes wil de jongeren en ouderen in de verzen 15-17 (van Johannes 2) aanmoedigen om de strijd tegen ‘de wereld en al wat in de wereld is‘ te blijven voeren, maar niet dan na hen verzekerd te hebben dat zij in die strijd verzekerd mogen zijn van de overwinning die hen in Christus geschonken is en ook steeds weer zal worden geschonken. (Lees hierbij ook Hebreeën 12 : 12-13)
Bron citaat: RD Kerk & religie – Meditatie ‘Beginsel’ – ds. D.C. Flapper, Ede.
Bron afbeelding: RD Bezinning