* Prinsjesdag is een jaarlijkse Nederlandse traditie op de derde dinsdag van september. Na een ceremoniële rijtoer door Den Haag spreekt het staatshoofd in een verenigde vergadering van de Staten-Generaal de troonrede uit. Na terugkomst op Paleis Noordeinde is er de zogenoemde balkonscène.
‘Een koning die rechtvaardig regeert
en leiders die leiden volgens het recht
zijn als een beschutting tegen de wind
as een schuilplaats voor een wolkbreuk,
als waterstromen in een dorre streek,
als de koele schaduw van een rots
in een dorstig, uitgedroogd land.
Ogen zullen niet langer blind zijn,
oren luisteren weer aandachtig
de onbezonnen geest verwerft kennis en inzicht,
de tong van stotteraars spreekt vloeiend en vlot.
Dan wordt een dwaas niet meer edel genoemd,
een bedrieger niet langer aanzienlijk.
Want een dwaas spreekt dwaas
en diens hart brengt ongerechtigheid voort:
die handelt goddeloos
en lastert de HEER;
(want) wie honger lijdt laat zo iemand onverzadigd
de dorstige wordt niets te drinken gegeven.
Een bedrieger kiest valse argumenten
en beraamt snode plannen
en tracht door leugens rond te strooien,
de verdrukte in het verderf te storten,
en de zwakke wanneer die zijn/haar recht bepleit.
Maar een edel mens zint op edele daden,
die zet zich in voor al wat edel is.’
(Uit Jesaja 32 de verzen 1-8)
Leestip: Jesaja 32 : 9-20.
‘Wie van ons kan wonen in een verterend vuur?
Wie kan wonen in een vuur dat eeuwig brandt? (1)
Wie rechtvaardig leeft en de waarheid spreekt,
wie woekerwinst door afpersing weigert,
wie aangeboden steekpenningen afwijst,
wie niet wil toehoren als een moord (2) wordt beraamd,
wie niet kan aanzien hoe het kwaad geschiedt –
hij/zij zal hoog hierboven wonen,
veilig in de onneembare Rotsburcht; (3)
in zijn/haar brood wordt voorzien,
aan water nooit (meer) gebrek.’
(Uit Jesaja 33 uit de verzen 14-16)
(1) Hebreeën 12 : 28-29
(2) Zie Matteüs 5 : 21-26
(3) Lukas 16 : 19.
Bron afbeelding: Pin page