‘Indien jullie dan met Christus opgewekt zijn (1), zoekt dan (ook) de dingen die boven zijn, waar Christus is, zittende aan de rechterhand van God‘. (Uit Kolossenzen 3 vers 1).
Geciteerd: Deze heerlijke, zoete prediking zal je niet helpen als je zegt: ‘Christus is gestorven voor zondaren, daarom hoop ik dat het ook voor mij is gebeurd. Mooi gezegd! (2) Maar als je altijd in je oude huid wilt blijven, en deze prediking alleen gebruikt om je schaamteloze gierigheid te bedekken, dan zeg ik: ‘Pas deze troost niet op jezelf toe, want hoewel Hij gestorven en opgestaan is, is Hij nog niet opgestaan voor jou (3), want je hebt de opstanding nog niet toegeëigend door het geloof. Je hebt de rook gezien, maar het vuur niet gevoeld. Je hebt de woorden gehoord, maar de kracht daarvan niet ondervonden.’
(1) Dat de gelovigen met Christus opgewekt zijn, dat is een niet te ontkennen (geloofs)feit door hun Doop, die in het midden van Gods gemeente aan hen bediend is. Dus de dopelingen zullen op grond daarvan aangesproken worden met Gods Woord, en dat dient m.i. toch op een andere manier te gebeuren dan Luther aan de hand van de tekst uit Kolossenzen 3 hier met eigen woorden doet.
(2) Dat is niet mooi gezegd, maar (schijn)vroom gezegd: Ik hoop dat het ook nog eens voor mij waar zal blijken, maar zonder die zekerheid daarover zoek ik hier toch liever eerst maar mijn zekerheid in geld en goed. Die vrome woorden zijn een dekmantel om zich aan het (dankbaar!) gevolg geven aan onderwijs van Gods Woord (voorlopig) maar te onttrekken. In sommige kerken wordt dit gedrag zelfs aangemoedigd, namelijk door alle dopelingen te leren: Laten we hopen dat het Evangelie ook voor jou waar mag blijken te zijn…
(3) Onze Heer is gestorven en weer opgestaan voor iedereen. Niemand bij wie het Evangelie in de oren heeft geklonken, of dat nu al bij je doop (als baby) gebeurde of later pas, heeft het recht om deze waarheid van het Evangelie te ontkennen, of hij/zij moet willens en wetens deze waarheid niet geloven.
Opgemerkt slot: De dopelingen in de gemeente(n) van onze Heer moeten niet eerst hun behoud maar eens worden afgenomen, maar ze moeten met het onderwijs van Gods Woord altijd weer worden opgeroepen om praktijk te maken van hun geloof, om altijd weer bezig te zijn met de oude mens af te leggen en de nieuwe aan te doen. Op het gebied van (geld)gierigheid kan dat – jezelf en anderen onderwijzen – ‘positief’ gedaan worden aan de hand van het verhaal over Zacheüs, de hoofdtollenaar of ‘negatief’ aan de hand van de gelijkenis over de rijke man, die nog groter schuren ging bouwen om zijn eigen toekomst gerieflijk te maken en veilig te stellen. Die gelijkenis vertelde onze Heer n.a.v. de vraag: ‘Meester, zeg tegen mijn broer dat hij de erfenis met mij moet delen!’ (Zie Lukas 12 : 13-21)
Leestip: Lukas 12 : 13-40.
Zie hierbij ook nog (weer) deze blog over Zacheüs.
Aanvullend: Onze eerste en hoofdzonde was en is ongeloof, God niet vertrouwen op Zijn Woord. Wanneer Adam&Eva dat al niet opbrachten in het paradijs, hoe zullen onze kinderen het dan opbrengen in een door en door verzondigde en verleugende wereld, waar de boze tekeer gaat als een brullende leeuw. Niet ons geloof maar de Doop is het ‘vehikel’ dat God gebruiken wil om ons zeker te doen zijn van onze redding. Daarom is het van veel belang dat de Doop je overkomen is, zoals dat gebeurde bij de Joden op de 1e Pinksterdag in Jeruzalem en later ook bij de heidenen zoals in Korinthe bijvoorbeeld. Het was ook voor deze mensen bijna onverteerbaar dat iedereen nu gelijk stond aan elkaar. Men wilde nog verschil gaan maken met door wie je gedoopt was, maar zulke gedachten worden door Paulus direct de grond in geboord in de eerste hoofdstukken van zijn eerste brief aan de Korintiërs. Daarom is het zo’n heerlijk voorrecht te mogen leven in een gemeente waar de kinderdoop* regel is. Daar heeft iedereen van klein tot groot elke dag alle reden om God te loven en te danken voor de grote liefde waarmee Hij ons (als Eerste!) heeft liefgehad en liefheeft. Soli Deo Gloria.
* Overigens is het beter om te spreken van zuigelingendoop. De volwassen Korintiërs ontvingen ook een zuigelingendoop, lees het maar na in de eerste verzen van 1 Korintiërs 3.
Bron citaat: ‘Vrees niet, geloof alleen’ – Mediatie van 19 augustus – Den Hertog uitgeverij (2019)
‘Jullie waren dood door al jullie zonden en door jullie onbesneden staat, maar God heeft jullie samen met Christus levend gemaakt toen Hij ons al onze zonden kwijtschold.’ (Uit Kolossenzen 2 vers 13)
Bron afbeelding: Share My Journey