‘Wie zich bekommert om een broeder/zuster in nood
toont zijn/haar eerbied voor de Ontzagwekkende.’
(Uit Job 6 vers 14)
Opgemerkt: Job en z’n vrienden houden hele monologen waarbij ze nogal eens moeten wachten tot de ander uitgesproken is. Job deed het vanwege z’n leed en het onrecht dat z’n vrienden hem aandeden met hun denkbeelden (over Job en God) en hun woorden daarover naar hem.
Hierover nadenkend geeft me dat aanleiding om op te merken dat Job door God rechtvaardig werd verklaard en in het gelijk gesteld, niet eens zozeer omdat er niets op hem aan te merken viel, maar vooral omdat Hij het van de levende God was blijven verwachten, namelijk om hem recht te doen, wat uiteindelijk ook gebeurde. Z’n vrienden hadden aan hun eigen denkbeelden en theologie genoeg, daar waren ze best tevreden mee, daar konden ze mee leven, maar Job kon dat niet…
‘Ik roep tot U, HEER:
‘U bent mijn schuilplaats
al wat ik heb in het land van de levenden.’
(Uit Psalm 142 vers 6)
Bron afbeelding: Pinterest