‘Anders was dit het beste geweest’…

En de hoop beschaamt niet, omdat de liefde van God in onze harten uitgestort is door de Heilige Geest, Die ons is gegeven.’ (Uit Romeinen 5 vers 5)

Geciteerd: Dat we nog op aarde leven, is alleen omdat we dan ook andere mensen kunnen helpen (1). Anders was dit het beste geweest, dat God onze adem had weggenomen en ons had laten sterven toen wij gedoopt waren of als gedoopten begonnen te geloven – als kind of als volwassenen (2). Maar Hij staat ons toe hier te leven, zodat wij andere mensen tot het geloof kunnen brengen – en daarmee tot (ook) hoopvolle mensen! maken – juist zoals Hij dat ook met ons heeft gedaan [door middel van andere mensen].
Zolang we hier nog op aarde leven, moet ons leven een ‘leven van hoop’ zijn (een hoop die anderen en onszelf niet beschamen zal). Dit ondanks – of juist vanwege het feit – dat wij door het geloof – op grond van Gods Woord – weten dat alle schatten van het geloof reeds bezitten door doop en geloof. Want doop en geloof geven ons de nieuwe geboorte, het kindschap én de eeuwige erfenis, die is hiermee onmiskenbaar de onze (3).
We kunnen dit echter tot nu toe niet zien (4!). Het ligt nog in de toekomst verborgen en onze ogen kunnen het niet onderscheiden. Petrus noemt dit een ‘levende hoop‘ (vgl. 1 Petrus 1 : 3). Dat wil zeggen dat we dit met zekerheid hopen en dat onze harten door de Heilige Geest steeds weer en meer verzekerd worden (5) van het eeuwige leven.

Opgemerkt: ‘Ander was dit het beste geweest dat God onze adem had weggenomen’. Zullen we hierbij niet denken aan Jezus woorden in Matteüs 18, waar onze Heer ons waarschuwt dat wanneer we door onze woorden en/of manier van leven anderen juist tot wanhoop en ongeloof brengen, dat het dan beter was geweest dat we met een molensteen om de hals in zee zouden zijn geworpen (zie Matteüs 18 : 1-14).

(1) En dan niet alleen die van de eigen club – kerkelijk of politiek of sociaal (sport, etc.) – of van het eigen vaderland! Petrus blijft ons aansporen om onze roeping en verkiezing te bevestigen door daden en woorden – zie 1 Petrus 1 : 10-12.
(2) Ook voor vroeg gestorven en nog niet gedoopte kinderen zullen gelovige ouders niet wanhopen. In woorden tot de gemeenten in Efeze en Sardes wijst onze Heer de gedoopte leden van deze gemeente op hun eerste liefde en ijver (Openbaring 2 : 4 en 3 : 3) en Paulus doet dat op zijn manier ook in de brief aan de Galaten (4 : 15) en Johannes wijst kinderen en volwassenen op hun zalving die blijvend is (in 1 Johannes 2).
(3) Vandaar dat de apostelen altijd weer heel de gemeente – jong én oud – aanvaarden en aanspreken als broeders en zusters in de Heer.
(4) Maar de Doop is aan alle leden van Christus’ gemeente als zichtbaar teken en zegel geschonken.
(5) Dit gebeurd wanneer we trouw de ons daartoe geschonken middelen – gehoorzaam en (dus) gelovig – blijven gebruiken.

Leestip: Lukas 6 : 17-38 (en tot het slot).

Bron citaat: ‘Vrees niet, geloof alleen’ – Meditatie van 20 juli ‘Het leven van de hoop (1)’ – Den Hertog uitgeverij (2019)

Maar dit heb ik tegen jullie: jullie hebben de liefde van weleer opgegeven. Bedenk van welke hoogte jullie gevallen zijn. Breek met het leven dat jullie nu leiden en doe weer als eerst. Anders kom ik naar jullie toe en neem ik, als jullie je niet bekeren, jullie lampenstandaard van zijn plaats.’ (Uit Openbaring 2 de verzen 4-5)

Bron afbeelding: SlideServe

Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie