‘Het leger (!) liet de ark van het verbond uit Silo overbrengen, de ark van de HEER van de hemelse legermachten, Die op de cherubs troont. Hofni en Pinehas, de beide zonen van hogepriester Eli, kwamen met de ark mee. Toen de ark van het verbond met de HEER in het legerkamp kwam, barstten alle Israëlieten uit in luid gejuich, zodat de aarde ervan dreunde.’ (Uit 1 Samuël 4 de verzen 4-5)
Geciteerd 1: In 1989 zongen de Positivoos – alias Kees van Kooten en Wim de Bie – op muziek van Tonny Eyk het lied: ‘Onze God is de beste’. Het slotcouplet geeft in alle kracht de moraal aan van het lied: Ja, wij zijn hier in het westen Nog het best in goeden doen Onze Heer blijft toch de beste Hij is wereldkampioen.
Geciteerd 2: Wie wint, dankt God, maar wat doet de verliezer? Hij (of zij) kan bij een nederlaag toch moeilijk het opperwezen gaan uitschelden, al zal hij daar misschien diep in zijn hart behoefte aan hebben. Daarin zit ook de tegenstrijdigheid: wie wint heeft dat aan God te danken. Wie verliest, zal dat niet God verwijten, maar uitsluitend zichzelf. Het is zijn (of haar) eigen schuld. Dat is een christelijk, zelfs calvinistisch principe. God is goed, maar de mens is geneigd tot alle kwaad. Terwijl God het niet fout kan doen, ligt het falen van de mens besloten in alles wat hij doet en heeft gedaan vanaf zijn geboorte.
Een sombere gedachte, die weinig hoop biedt. Door de ritueelgevoeligheid van sport is de connectie met religie snel gemaakt. Dat is ook wat de socioloog Ruud Stokvis betoogt in Lege kerken, volle stadions. Hij ziet een duidelijke relatie: hoe minder mensen er naar de kerk gaan, hoe voller de stadions zitten. Het is al lang geen uitzondering dat een belangrijke voetbalwedstrijd door meer dan 100.000 toeschouwers wordt bijgewoond. Zelfs Andries Knevel kijkt liever naar een voetbalwedstrijd dan naar een kerkdienst, biechtte hij nog niet eens zo lang geleden op! Kun je nagaan.
Opgemerkt: Die rituelen en het toejuichen van onze idolen in volle stadions. Vandaar ook de aantrekkingskracht van het op vergelijkbare manier ónze God dan ook maar luidkeels juichend toe te willen zingen en aanbidden in de samenkomsten van een grote menigte, liefst in een megakerk, op conferenties of zelfs ook in een stadion. Het is daar (schijnbaar) een wat ander ritueel dan het (liefst zo) luidkeels (mogelijk) zingen van de Psalmen bij het orgel* – in grote ‘(g)refo-kerken’ – maar toch…
* Maarten ’t Hart (bioloog) sprak van ‘territoriumzang’.
‘Verlies de moed niet, Filistijnen, laat zien wat je kunt! Anders worden wij slaven van de Hebreeën zoals zij het van ons zijn geweest. Laat dus zien wat je kunt, ten aanval! De Filistijnen gingen over tot de aanval en de Israëlieten werden verslagen.’ (Uit 1 Samuël 4 de vers 9)
Bron citaat: HP/De Tijd – ‘Voetbal en religie delen de zelfde oorsprong: Hoe voller de stadions zitten, hoe leger de kerken’ – door Max Pam
‘Toen Jozua eens in de omgeving van Jericho liep, zag hij plotseling tegenover zich een man met een getrokken zwaard in de hand. Jozua ging op hem af en vroeg: “Hoor je bij ons of bij de vijand?” Bij geen van beide, Ik ben de aanvoerder van het leger van de HEER. Daarom ben Ik hier.”‘ (…) ‘De HEER zei: “Ik (!) lever Jericho met al zijn dappere helden aan je uit.“‘ (Uit Jozua 5 de verzen 13-14 en uit 6 vers 2)
Bron afbeelding: SlidePlayer