Overvloediger gerechtigheid…

Abraham ging op weg, naar het woord dat de Heer tot hem gesproken had.’ (Uit Genesis 12 vers 4)

Geciteerd: Het geloof is een verandering en vernieuwing van onze hele menselijke natuur. En wel zó: dat ogen, oren en het hart zelf, totaal anders horen, zien en voelen dan bij andere mensen het geval is. Want het geloof is een levende en machtige zaak, het is zeker geen slaperige en werkeloze gedachte (1). Het zweeft en drijft niet boven het hart als een gans óp het water, maar het is als het water dat door en door met vuur verhit en verwarmd is; hoewel het wél water blijft, het is toch niet meer koud maar warm. Het is nu een geheel ander water geworden. Op deze manier werkt het geloof dat de Heilige Geest ín ons werkt, een ander hart, gemoed en verstand, en maakt zó een geheel nieuwe mens.
Daarom is het geloof een bezig, moeilijk en machtig ding, en als je daar op een goede manier over wilt spreken, dan is het meer een onderwerping [=passief], dan een werkzaamheid [=actief]. Want het veranderd [zonder ons toedoen (2)] hart en verstand. En waar het verstand zich aan het zichtbare pleegt te houden, daar grijpt het geloof de dingen aan die je met je ogen niet kunt zien; houdt die, tégen alle verstand (en alle zichtbare dingen om ons heen) in, voor zichtbaar en aanwezig. Dat is dan ook de reden dat het geloof niet ieders ding is (3), zoals bijvoorbeeld het gehoor, want maar weinigen zijn gelovig (4). Velen (een meerderheid)* daarentegen houden zich liever aan de zichtbare dingen, die je kunt voelen en grijpen, dan aan het Woord.
[Maarten Luther: WA 42, 452, 14-27]
* Hier stond ‘De grote massa’. Maar dat doet me toch teveel denken aan de woorden van de Schriftgeleerden en Farizeeën die spraken over ‘de schare die de wet niet kent’. Maar Jezus zag in die ‘schare’ arme dwalende schapen zonder goede herders…

(1) We kunnen zeker stellen dat het geloof ook al een werkzame kracht was in het leven van de jonge Luther. Dat maakte dat hij tegen advies van zijn vader koos voor het leven in een klooster. En ook al de aanvechtingen en wanhoop gedurende dit kloosterleven kwamen voort uit geloof, alleen was toen het probleem dat hij Gods Woord nog niet goed gelezen en begrepen had. Zijn niet aflatende zoektocht in Gods Woord werd beloond. En daardoor kon/mocht ook hij op een gegeven moment (1521 te Worms) zeggen/belijden: ‘Ik ben wijzer dan al mijn leermeesters‘ (zie Psalm 119 vers 99)
(2) We zullen wel de ons geschonken middelen blijven gebruiken en het werk van de Heilige Geest daarmee niet weerstaan. Het geloof is ook een leerproces. Zie het leven van Abraham en Sara.
(3) Of dat het geloof door dwaalleer en dwaalleraars niet zo werkzaam is als dat het zo kunnen en behoren te zijn – waar Luther mee geworsteld heeft en waar onze Heer tegen gestreden heeft tijdens Zijn leven hier op aarde.
(4) Zie hierbij Jakobus 2 : 14-26.

Want Ik zeg jullie: als jullie gerechtigheid niet groter is dan die van de Schriftgeleerden en de Farizeeën, zullen jullie zeker het koninkrijk van de hemel niet binnengaan.’ (Uit Matteüs 5 vers 20)

Bron afbeelding: Knowing Jesus

Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie