De overheid als ‘zetbaas’ van de kerken?

Uiteindelijk bracht de stadssecretaris de menigte tot bedaren. Hij zei: “Efeziërs, er is toch geen mens die niet weet dat onze stad zorg draagt voor de tempel van de grote Artimis en voor het beeld dat uit de hemel gekomen is?“‘ (Uit Handelingen 19 vers 35)

Geciteerd 1: De overheid is als dienares van God (Romeinen 13:4) ook gebonden aan de eerste tafel van Gods wet. Hoe kan men dan haar zwaardmacht beperken tot de prediking van het Evangelie? Zij zou dan alleen met het zwaard ruimte moeten scheppen voor de prediking van het Woord van God en bijvoorbeeld godloochenaars in de openbare ruimte moeten laten begaan en afgodstempels moeten tolereren.

Opgemerkt 1: Het moet een Bijbellezer toch duidelijk zijn dat Paulus hier spreekt over de overheden waar de christenen van toen mee te maken hadden (een christelijke overheid was er in die tijd niet en ook ‘ondenkbaar’!). En dat waren overheden die godloochenaars in de openbare ruimte hun gang lieten gaan en die afgodstempels tolereerden en de schenners daarvan vervolgden. Dat hadden Paulus en Silas ‘aan den lijve’ ondervonden in Filippi. Toch durfden zij de overheidspersonen, die hen in Filippi ten onrechte gestraft hadden (door geseling en gevangenschap), te vragen hen alsnog recht te doen.

Geciteerd 2: De mening van De Brès wordt op pagina 129 van Van der Zwaags boek correct samengevat. Als de Woordbediening er niet in slaagt om de afgoderij en valse godsdienst te bestrijden, „dan is de overheid verplicht de bestrijding kracht bij te zetten, zij het wel met de restricties dat zij alleen mag weren op het publieke terrein en dat zij de doodstraf alleen ten uitvoer mag brengen voor hardnekkige ketters die ook een gevaar vormen voor de orde in de samenleving”. Schippers vergist zich dus wanneer hij De Brès aanvoert als bewijs voor zijn mening.

Opgemerkt 2: Want een onmogelijk ‘goed’ uitvoerbaar advies en plan (van Melanchton, Calvijn en de Brès). En dat zou ons door Gods Woord (aan)bevolen worden? Als eerste lukt het ‘de kerk’ (blijkbaar) niet om met het zwaard van de Geest de ketterij van haar leden weg te houden. En dan zouden de ‘goede predikanten’ wel kans zien om de overheidspersonen juist voor te lichten (in de kerk of in de overheidszalen en rechtszalen) en hén wel te overtuigen van ‘hun gelijk’, zodat de overheid alsnog zou moeten doen wat hen in de gemeenten/kerken niet lukt? Dwaze gedachte! En als het wel lukt, dan heeft ‘de kerk’ niets gewonnen!

Geciteerd 3: Melanchthon heeft in zijn ”De officio principum” (Over het ambt van de vorsten) uit 1539 de overheid de bewaakster van beide tafelen van de wet (custos utriusque tabulae) genoemd. Aan dit Bijbelse argument gaat Schippers geheel voorbij. Van dit belangrijke en breed verspreide geschrift verschenen in Genève twee Franse vertalingen (1544 en 1545), waarvan Calvijn de instigator en wellicht de vertaler is geweest. In 1553/1554 verscheen de eerste vertaling in het Nederlands. Zo heeft Melanchthon invloed uitgeoefend op Calvijn, op Beza en op de opsteller van de Nederlandse Geloofsbelijdenis, Guido de Brès, die in Genève gestudeerd heeft.

Opgemerkt 3: Heeft Melanchton zo’n grote autoriteit dat ieder voor ‘zijn theologie’ wel moet zwichten en geeft het feit dat Calvijn zijn visie ‘gepromoot’ heeft, de definitieve doorslag? We weten toch hoe Calvijn als predikant te Geneve een tekort aan Godsvertrouwen heeft laten blijken door woorden waarmee hij de gevangenneming en latere verbranding van Servet bij voorbaat sanctioneerde. Hij vreesde dat wanneer die gevangenneming van Servet niet op tijd gebeurde (1), de invloed van Servet op stadsbestuur en bewoners ertoe zou kunnen leiden dat hij opnieuw verbannen zou worden. En daar had hij geen behoefte aan, al beleed ook hij (vroom) dat hem ‘niets bij geval’ zou overkomen…

(1) Om als predikant alleen met vertrouwen op de zwaardmacht van het Woord tegen Servets ketterij en (mogelijk weer) opruiende woorden te moeten strijden, was hem blijkbaar (toen) toch teveel gevraagd.

Bron citaat: RD Opinie – ‘Overheid heeft wel degelijk taak in bestrijding ketterij’ – Drs. P.H. op ’t Hof

De gerechtsdienaars brachten deze woorden over aan de stadsbestuurders, die de schrik om het hart* sloeg toen ze hoorden dat Paulus en Silas Romeinse burgers waren. Dus gingen ze naar de gevangenis, spraken op vriendelijke toon tegen hen en lieten hen vrij met het verzoek uit de stad te vertrekken.’ (Uit Handelingen 16 de verzen 38-39)
* Dat zal een door God bewerkte schrik zijn geweest en daaraan zal de aardbeving, die de gevangenis op bijzondere wijze zwaar getroffen had, meegespeeld hebben. Voor God is niets onmogelijk, bleek daar ook weer.

Bron afbeelding: Pinterest

Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie