‘Als je mond belijdt dat Jezus Heer is en je hart gelooft dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zal je worden gered. Want de Schrift zegt: “Wie in Hem gelooft, komt niet bedrogen uit.”‘ (Uit Romeinen 10 de verzen 9-11)
Geciteerd 1: Daarnaast verzorgt de emeritus predikant van de gg in Houten daar nog de belijdeniscatechisatie. Dat houdt hem „in contact met de jonge generatie. Ik wil begrijpen hoe zij denken. Vroeger nam de jeugd aan dat het waarheid was wat de dominee zei. Het studeren maakt de jeugd kritischer dan vijftig jaar geleden.” Dat is niet alleen negatief, vindt de predikant. „Voorheen deden de mensen automatisch belijdenis rond hun 20e, 22e. Je moest je vragen opzeggen en er werd niet gevraagd: geloof jij in de Heere Jezus? Die periode is in veel gemeenten gelukkig voorbij. Jongeren moeten goed motiveren waarom ze belijdenis willen doen. Hier in Houten moeten ze ook opschrijven waarvoor ze zich in de gemeente willen inzetten.”
Geciteerd 2: Ook met ds. P. Blok, onder wie ik tot bekering ben gekomen en bij wie ik belijdenis heb gedaan, ben ik altijd goed gebleven. Hij kwam eens op het zendingsveld als deputaat. Op een grote steen hield hij een preek over „Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt”. Ik zei tegen hem: „Nou Piet, zo ruim doe je het in Nederland niet.” Maar dat leverde nooit ruzie op.”
Opgemerkt 1: Vijftig jaar geleden, toen was ik negentien jaar en ik kan me niet herinneren dat wij klakkeloos maar aannamen dat wat de dominee zei wel de waarheid moest zijn en ook niet dat ik ‘automatisch’ belijdenis gedaan heb. En voor m’n negentiende leerling op christelijke scholen waar de meerderheid van de leerlingen televisie in huis hadden en leerlingen van boven de zestien boeken lazen van Jan Wolkers en ook naar de bioscoop gingen om o.a. een film als ‘Turks fruit’ te bekijken. En later aan de lerarenopleiding voor de vakken biologie en aardrijkskunde allemaal VU-docenten die de evolutieleer aanhingen en medestudenten die niet meer lieten blijken dat ze het christelijk geloof nog van huis uit mee gekregen hadden.
Opgemerkt 2: Hoe kan het dat er in die door ds. Vreugdenhil bedoelde kerkelijke kringen zoveel gezag toegekend werd aan de dominees, dat men blijkbaar niet meer zelf hoefde na te denken en dat je op je 20, 22e maar belijdenis deed omdat het zo hoorde. Is er in die kringen toch meer mis (geweest) op het gebied van leer en praktijk betreffende Doop en Avondmaal, dan men wil erkennen? En was dat automatisme dat in die kringen bestond niet veel reëler dan het ‘verbondsautomatisme’ dat men anderen meende te kunnen/moeten verwijten?
Opgemerkt 3: Wij hadden thuis en in de kerk en op school gehoord en geleerd dat Gods Woord de waarheid is en dat Gods mensenliefde geopenbaard is in en door onze Heer Jezus Christus. En omdat ik daar nog altijd met mond en hart gelovig ‘ja en amen’ op kon zeggen toen ik achttien werd, heb ik aan het eind van een jaar belijdeniscatechisatie ook in het openbaar (in het midden van een gemeente van onze Heer) – zonder verdere motivatie, wat zou dat aan waarde van mijn belijdenis doen hebben toegevoegd – belijdenis afgelegd van mijn geloof.
En omdat we op grond van Gods Woord geleerd hadden en geloofden dat ons geloof een werk van de Heilige Geest is en dat Gods Woord ons leert dat we ons geloof door Hém zullen laten onderhouden, namelijk door het regelmatige en goede/juiste gelovige gebruik van de bediening van Gods Woord en de sacramenten Doop* en Avondmaal, hebben we dat ook gehoorzaam en daadwerkelijk gedaan: blijven onder de bediening van Gods Woord, deelnemen aan het Avondmaal en je Doop geloven.
* Ook je Doop moet je gelovig blijven gebruiken en je daarbij steeds weer laten bepalen wanneer anderen in de gemeente de Doop ontvangen.
Bron citaat: RD Kerk & religie – ‘Ds. C.G. Vreugdenhil (GG) blikt terug na halve eeuw dienen: „Ik hoop dat de jonge generatie de kerk trouw blijft” – door Kees van den Brink
‘Hij geeft zijn rijke gaven aan allen die Hem aanroepen, want er staat: “Ieder die de naam van de HEER aanroept, zal worden gered. Maar hoe kunnen ze Hem aanroepen als ze niet in Hem geloven? En hoe kunnen ze in Hem geloven als Hij niet verkondigd wordt? En hoe kan iemand verkondigen als hij niet is uitgezonden? Het is zoals geschreven staat: “Welkom zijn zij die goed nieuws verkondigen.”‘ (Uit Romeinen 10 uit de verzen 12-15)
Bron afbeelding: SlidePlayer