‘Geloven jullie niet dat Ik in de Vader ben, en dat de Vader in Mij is?‘
(Johannes 14 vers 10a, weergave DB 1545)
Geciteerd: “Ja (zeg je) ik zie en hoor dit allemaal wel, maar wie weet of God dat ook met mij voorheeft? Dan antwoord ik: Pas op voor zulke gedachten! Want daarmee scheid je de wil van God af van de wil van Christus. Dat is wat Filippus hier doet. Hij laat Christus los, en zoekt God boven in de hemel. Hij denkt: Ik hoor wel dat Christus dit tegen mij zegt, maar hoe kom ik erachter wat God in de hemel van mij vindt en wat Hij over mij heeft besloten? Is dit geen puur ongeloof en een verborgen verloochening van God?
Christus wil hem daarover vriendelijk bestraffen en hem zó van deze verderfelijke dwaling verlossen – daarom zegt Hij: Filippus, waar ben je mee bezig, dat je onderscheid maakt tussen Mij en de Vader? Waarom laat je je gedachten tot boven de wolken zweven en laat je Mij vergeefs met je spreken? Hoor je niet dat Ik zeg, dat wie Mij ziet, de Vader ziet? Geloof je niet dat Ik in de Vader ben en dat de Vader in Mij is? Hoor je Mij bovendien niet zeggen: ‘De woorden die Ik spreek, zijn niet de Mijne, maar die van de Vader?’ (zie v. 9,10,11)
Dit zijn toch zeer indringende woorden van de Heere? Hij kan het immers niet aanzien dat de mensen zo vergeefs en onzeker om zich heen kijken en naar God zoeken, terwijl Hijzelf voor hen staat en met hen spreekt (zie Romeinen 10:6 vv). Christus wil dat wij ons alleen aan Hem en Zijn woorden binden, zodat wij God nergens anders dan in Hem zoeken.”
[Maarten Luther: Das XIV. und XV. Kapitel S. Johannis (Druck Frühjahr 1538), WA 45, 519 ff]
Opgemerkt: Dit is vanaf het begin van de schepping, van deze wereld en de mens, God doel geweest: Zijn Liefde openbaren – zie Johannes 3 : 16, en Kolossenzen 1 : 12-20.
Bron citaat: maartenluther.com – De Middelaar Gods en der mensen (2) – Hugo van Woerden, sr.
‘In Hem hebben jullie ook de boodschap van de waarheid gehoord, het Evangelie van jullie redding, in Hem zijn jullie, door jullie geloof, gemerkt met het stempel van de Heilige Geest Die ons beloofd is, als voorschot op onz erfenis, opdat allen Die Hij Zich heeft verworven verlost zullen worden, tot eer van Gods grootheid*.’ (Uit Efeziërs 1 : 3-14 de verzen 13-14)
* Gods eer ligt dus in de openbaring van Zijn reddende liefde en ons gelovig aannemen daarvan (zie ook Psalm 50!)
Bron afbeelding: Tumblr