‘Terwijl Stefanus gestenigd werd, riep hij uit: “Heer Jezus, ontvang mijn geest.” Hij viel op zijn knieën en riep luidkeels: “Heer, reken hun deze zonde niet aan!” (Uit Handelingen 7 uit de verzen 59-60)
Geciteerd: Ds. H. Brons: „Jezus bidt hier – in Lukas 23 : 34 – voor vijanden. Er spreekt een grote vergevingsgezindheid uit deze woorden. Hij bidt dat Zijn Vader Zijn vijanden vergeeft. Herkennen we ons als vijanden van God? Let dan op dat God inderdaad vergeeft.
Opgemerkt: Hoe vergevingsgezind onze hemelse Vader is en hoe graag Hij Zijn Zoon verhoort op het gebed bleek later wel bij de Farizeeër Saulus. Die kon zich heus niet aan z’n eigen haren uit het moeras (van farizeese hoogmoed) omhoog trekken, maar de Heilige Geest was al wel in z’n hart aan het werk geweest. Saulus had wat hij in de rede van Stefanus gehoord had, en waarmee de Heilige Geest tot in z’n hart hem geraakt had, ver van zich geworpen en hij had zich bij de leden van het Sanhedrin aangeboden (als een Judas) om de gemeente – tegen het advies van Gamaliël in! – nu toch maar hevig te gaan vervolgen. Toen onze Heer hem ‘arresteerde’ onderweg naar Damaskus, toen liet Hij deze Saulus een verwijt horen: Saul, Saul, waarom vervolg je Mij! Het valt je zwaar tegen de prikkels achteruit te slaan.’ Zo kunnen wij dus het werk van de Heilige Geest in ons leven weerstaan tot vervolging van onze broeders en zusters toe, omdat we het niet verdragen dat zij zich als ware kinderen van God gedragen en niet zoals de vrome Farizeeërs het graag deden en er om geëerd wilden worden, omdat ze de eer van mensen niet konden/wilden missen (zie Johannes 12 : 42-43).
Maar het Evangelie van de bekering van Saulus is toch, dat we mogen weten dat de Heilige Geest ook ons altijd weer roept door het Woord, tenminste wanneer we onder het gehoor daarvan blijven, ook Saulus was er niet aan ontkomen, want hij had ook – tot het einde toe – moeten luisteren naar de verkondiging van Stefanus. En hij had daarom ook het verwijt van Stefanus gehoord én de woorden (w.o. gebedswoorden) die Stefanus nog sprak terwijl hij gestenigd werd. Als er later één apostel is geweest die zich niet meer door gewichtige mensen en door menseneer en mensenroem heeft willen laten beïnvloeden, dan is dat wel Paulus geweest. Daardoor durfde hij in Antiochië en tijdens het apostelconvent in Jeruzalem vrijmoedig zijn mond open te doen en zo nodig mensen terechtwijzen (zelfs Petrus en ook Barnabas, zie Galaten 2 : 1-14). Laten ook wij – tot op onze sterfbedden toe – liefdevol en vergevingsgezind bidden voor onze broeders en zuster die ons geweld aandoen (geestelijk*, fysiek, financieel, etc.), want zulke gebeden worden wonderlijk verhoord!
* Dat kan je zelfs nog vanaf een preekstoel overkomen, heb ik ondervonden!
Bron citaat: RD kerk & religie | Wekelijkse meditatie – ‘Een gebed om vergeving’ – Ds. H. Brons, Moerkapelle
Bron afbeelding: RD