‘Ik dank mijn God altijd voor jullie, omdat Hij jullie in Christus Jezus Zijn genade heeft geschonken. Door Hém zijn jullie in elk opzicht rijk geworden.‘ (Uit 1 Korintiërs 1 de verzen 4-5)
Geciteerd 1: Misschien is het wel dat gedeelde besef van leven uit genade dat de kerk voor mij onmisbaar maakt. Ja, de gemeente waarbij ik hoor is óók een organisatie vol meningen, plannen, miscommunicatie en groepjes. Er wordt lang niet altijd geluisterd, mensen worden niet gezien en kwetsen elkaar. Maar uiteindelijk geloven de personen die dit samengeraapt zooitje vormen dat we God nodig hebben. Iemand die ons liefheeft, dwars door de misstappen, fouten en gebrokenheid heen. Dat het onze opdracht is om anderen óók lief te hebben, sorry te zeggen en vergeving te vragen. Dit gedeelde besef geeft vrijheid om elkaar hierop aan te spreken en elkaar aan te moedigen om het goede te zoeken voor de wereld waarin we leven.
‘Misschien is het wel het besef’
‘De gemeente waar ik bij hoor is ook een organisatie’
‘Maar uiteindelijk geloven de personen die dit samengeraapt zooitje vormen dat we God nodig hebben’
‘Dit gedeelde besef geeft de vrijheid om elkaar hierop aan te spreken’
Opgemerkt 1: Wij beleden vroeger ’s zondags als regel in de tweede dienst de twaalf artikelen van het christelijk geloof. En daarmee beleden we ook de waarheid over de gemeente waartoe we behoorden. We beleden daar niet een gezamenlijk besef, maar een gezamenlijk geloof, dat haar grond alleen heeft in de waarheid van Gods Woord (betrouwbaar en ons aller aanneming waard). Het evangelie was/is niet bij en met ‘onze club’ en of haar oprichters begonnen of daar eerst pas echt goed begrepen en in praktijk gebracht (1).
Geciteerd 2: Soms erger je je groen en geel aan elkaar of weet je dat een bepaald onderwerp geheid ruzie oplevert, maar – als het goed is – volgt altijd weer een moment dat je voelt: wij horen bij elkaar!
Opgemerkt 2: Wanneer je je groen en geel ergert aan elkaar in de kerk, dan behoor je zeker te weten dat je fout zit. ‘Ergernis huist in de boezem van dwazen’ is een maar al te waar Bijbelwoord. En dat woord geldt niet alleen t.a.v. personen en zaken in je eigen gemeente en (breder gezien) in de kerk(en) waar je bij hoort, maar ook t.a.v. de mensen om je heen (in huwelijk, gezin en familie en op je werk). Verdrietig zijn over bepaalde personen en zaken, dat is de juiste christelijke houding en emotie. En die emotie die mag je ook op een bepaalde manier laten blijken. En dan is het van belang dat anderen begrijpen dat dit niet voorkomt uit allerlei ergernis, die in jou huist omdat de zaken niet naar jouw zin zijn of gaan. En het weten dat je in een gemeente werkelijk bij elkaar hoort is niet gebaseerd op een gevoel, maar op het gezamenlijk belijden van een gemeente van onze Heer Jezus Christus.
Geciteerd 3: Er waren perioden dat ik elke zondag teleurgesteld en leeggezogen zo snel mogelijk weg wilde na de kerkdienst. Ik ontdekte dat de remedie is om dan juist zelf het goede te zoeken: een kinderclub te gaan leiden of mijn talenten op een andere manier in te zetten. Zelf bijdragen aan die weerbarstige realiteit van de kerk.
Opgemerkt 3: ‘Teleurgesteld en leeggezogen’. En dat zou dan door het doen van goede werken ‘weggewerkt’ kunnen of moeten worden? De eerste vraag die ik dan zou willen stellen is: Wat was jouw verwachting van die kerkdienst(en)? Verwachtte je het daar van God of misschien toch vooral van de voorganger en degenen die meegewerkt hadden en of meewerkten aan die dienst? Is God dan niet bij machte je toch niet met lege handen naar huis te sturen? (2) Kunnen/moeten onze behoeften – zoals wij die voor onszelf ‘geformuleerd’ hebben – maatgevend zijn of geeft Gods Woord ons toch aanleiding tot andere gedachten/criteria?
Opgemerkt slot: Ik wil het hier maar bij laten – zie verder mijn woorden nog bij (1) en (2).
(1) Dat is de reden waarom ik geen lid kan/wil zijn van een gemeente van bijv. De Doorbrekers of Mozaïek.
(2) Is de zekerheid van Gods belofte om in de samenkomsten van Zijn gemeente(n) met Zijn Geest daar aanwezig te zijn niet al reden genoeg om daar dankbaar samen te komen en dat zelfs ook wanneer je constateren moet dat de Geest daar bedroefd wordt door wat er (o.a.) gezegd en gezongen wordt. Bieden de Bijbelgedeelten die gelezen (en gezongen) worden niet al rijke stof genoeg voor de Heilige Geest om je weer gesterkt naar huis te laten gaan. Heeft het gezamenlijk bidden in de samenkomsten je ook weinig of niets gebracht/opgeleverd?
Bron citaten: ND Opinie – ‘Je ergert je in de kerk groen en geel, maar altijd volgt het moment dat je weet: we horen bij elkaar’ – door Nelleke Plomp – praktisch theoloog en gespecialiseerd in jongere generaties en de kerk.
‘Maar broeders en zusters, ik kon tot jullie niet spreken als tot geestelijke mensen.’ (…) ‘Weten jullie niet dat jullie een tempel van God zijn en dat de Geest van God in jullie midden woont?‘ (…) ‘Laat niemand van jullie zichzelf bedriegen. Wanneer iemand van jullie denkt in deze wereld wijs (geworden) te zijn, dan moet hij (of zij) eerst dwaas worden; pas dan kan hij (of zij) wijs worden. Wat namelijk in deze wereld wijsheid is, is dwaasheid bij God…’ (Uit 1 Korintiërs 3 de verzen 1, 16 en 18-19)
Bron afbeelding: DailyVerses-net