‘Daarop vroeg Petrus: “Wij hebben alles achter gelaten om u te volgen. Waar kunnen wij naar uitzien?” (…) “Ieder die broers of zusters, vader, moeder of kinderen, akkers of huizen heeft achtergelaten omwille van Mijn Naam, zal het honderdvoudige ontvangen en deel krijgen aan het eeuwige leven. Vele eersten zullen de laatsten zijn en vele laatsten de eersten.”‘ (Uit Matteüs 19 uit de verzen 27-30)
Geciteerd: Kinderen zijn niet meer nodig als oudedagsvoorziening, omdat we met onze sociale voorzieningen de zaken goed geregeld hebben.
> Hoe zou een overheid nu in vredesnaam kunnen geven waar je in een moeilijke situatie de allergrootste behoefte aan hebt’, dacht ik. ‘Geen instelling kan het gebed en de omhelzing van een kind vervangen.’
> Hoeveel mensen omarmden anticonceptie en hoeveel mensen ruilden het concept van Bijbels patriarchaat in voor het luchtkasteel van ‘vadertje staat’.
> Kinderen zijn nu net zo nodig als vroeger. Niet alleen voor onszelf, maar ook voor velen die nu, door al die mooi klinkende adviezen, stikeenzaam zijn geworden.
Opgemerkt 1: Wanneer we Paulus woorden in 1 Korintiërs 7 aandachtig lezen en de strekking van zijn woorden daar goed tot ons laten doordringen, dan moet het ons toch duidelijk zijn/worden dat deze schrijfster beslist niet ‘op de lijn’ van Paulus onderwijs van 1 Korintiërs 7 zit. Wij leven toch na het onderwijs van onze Heer en het Pinksteren in Jeruzalem in een nieuwe bedeling, waarin we niet meer ‘op de lijn’ van het het OT-onderwijs en ‘Bijbels patriarchaat’ zitten wat huwelijk en gezinsvorming betreft!
Opgemerkt 2: Dat in de christelijke gemeenten en de christelijke samenleving mensen niet zó elkaar liefhebben en voor elkaar opkomen en zorgen dat mensen zonder huwelijk en gezin daar niet minder aan liefde en zorg ontvangen van hun broeders en zusters, dat valt ons christenen (zwaar) aan te rekenen! En dat geldt toch ook voor het gebrek aan liefde en zorg voor onze – niet christelijke – naasten in de samenleving van mensen waarin (ook) wij christenen geplaatst zijn door onze Heer.
* En (daarmee ook) wijzer dan onze Heer! Zie hierbij o.a. ook nog Matteüs 19 : 12 en Lukas 18 : 29-30
‘Ik sta klaar om jullie voor de derde keer te bezoeken, en ik zal jullie niets kosten. Het gaat me niet om jullie geld maar om jullie zelf. Niet de kinderen moeten voor de ouders sparen, maar de ouders voor de kinderen. Ik wil graag alles wat ik bezit aan jullie geven, tot mezelf toe.‘ (Uit 2 Korintiërs 12 : 14)
‘Bij mijn eerste verdediging heeft niemand me bijgestaan, ze hebben me allemaal in de steek gelaten. Moge het hun niet worden aangerekend. Maar de Heer heeft me terzijde gestaan en me kracht gegeven zodat ik de verkondiging tot een goed einde heb gebracht en alle volken de boodschap hebben gehoord. Ik ben gered uit de muil van de leeuw. De Heer zal me van alle kwaad redden en me veilig naar Zijn hemels Koninkrijk brengen.‘ (Uit 2 Timoteüs 4 : 16-18)
Bron citaten: De Waarheidsvriend (09/2024) – Column Kinderen – Marieke den Butter-Kommers.
‘Telkens als ik je in mijn gebeden noem, elke dag en elke nacht, dank ik God, die ik net als mijn voorouders met een zuiver geweten dien. Als ik aan je tranen denk, verlang ik ernaar je terug te zien; dat zal me met vreugde vervullen.’ (Uit 2 Timoteüs 1 de verzen 3-4)
Bron afbeelding: SlidePlayer