‘Hij riep een kind bij Zich en zette het in hun midden neer en zei: “Ik verzeker jullie: als je niet verandert en wordt als dit kind, dan zul je het koninkrijk van de hemel zeker niet binnengaan.’ (Uit Matteüs 18 de verzen 2-3)

Opgemerkt 1: Je dagelijks bekeren dat is je elke nieuwe dag weer leegmaken voor God, zodat je kunt openstaan voor wat Hij je te zeggen heeft en hoe Hij je leiden wil – door Zijn Woord en Geest – op de betreffende dag.

‘Als iemand honderd schapen bezit en een daarvan dwaalt af, zal hij er dan niet negenennegentig in de bergen achterlaten* en op weg gaan om het afgedwaalde te zoeken. Als hem dat lukt het te vinden, dan zal hij zich over dat ene meer verheugen dan over die negenennegentig die niet afgedwaald waren.’ (Uit Matteüs 18 : 10-14 de verzen 12-13).
* Dit moeten we niet zien als gebruikelijke ‘herderspraktijk’, een gewone herder (en ook een ‘onderherder’) kan zich dat niet permitteren! Maar bij God kan het wel zó. Soli Deo Gloria!

Opgemerkt 2: En, daarom zullen wij elkaar niet ‘afschrijven’! In Christus gemeente niet, in een familie niet in een gezin niet en ook in een huwelijk niet! Lees daar heel Matteüs 18 maar weer op na!

‘Daarom is het koninkrijk van de hemel als met een koning die rekenschap wilde vragen van zijn dienaren. Toen hij daarmee begonnen was, bracht men iemand bij hem die hem tienduizend talent schuldig was. Omdat hij niets kon terugbetalen, gaf zijn heer bevel dat de man samen met zijn vrouw en kinderen en alles wat hij bezat verkocht moest worden, zodat de schuld kon worden ingelost. Toen wierp de dienaar zich aan de voeten van zijn heer en smeekte hem: “Heb geduld met mij, ik zal u alles terugbetalen.”‘ (Uit Matteüs 18 de verzen 23-26)

Opgemerkt slot: Je hebt helaas ook van die (mede)dienaren – ze worden niet genoemd in de gelijkenis van Matteüs 18 – die het er helemaal eens waren/zijn dat de koning die schuldenaar alles af zou nemen – zijn vrouw en zijn kinderen en zijn bezittingen – en dat hij daarmee alles wat hem lief was kwijt zou raken. Dat die grote schuld afbetaald zou worden, daar ging het maar om… Maar dié dienaren waren/zijn niet als hun koning…

‘De Heer Jezus zei: “Ik heb het over de trouwe en verstandige dienaar die van zijn heer de leiding heeft gekregen over de andere dienaren. Hij moet voor hen zorgen.’ (Uit Lukas 12 : 42-48 vers 42)

Bron afbeelding: Bible Hub