Over een ‘loffelijk streven’…

Maar jij, blijf bij alles wat je geleerd hebt en met overtuiging hebt aangenomen. Je weet wie je leraren waren en bent van kindsbeen af vertrouwd met de Heilige Schriften die je wijsheid kunnen geven, zodat je wordt gered door het geloof in Jezus Christus.‘ (Uit 2 Timoteüs 3 de verzen 14-15)

Geciteerd: Je liefde voor de Bijbel en je streven om Gods Woord te gehoorzamen, vind ik lovenswaardig. Ik ga met je akkoord dat het van belang is om de Schrift als grondslag te gebruiken voor onze overtuigingen en niet enkel op onze eigen kennis te vertrouwen. Maar ik meen dat er een aantal zaken zijn die je mogelijk over het hoofd ziet, en ik zou die graag met je willen delen.

Ten eerste hoef je geen weerzin te voelen tegen theologie, die de studie van God en Zijn openbaring is. Theologie is een eervolle en onmisbare taak voor elke christen. Hoewel er theologen zijn die dwalen of de Bijbel verdraaien, betekent dit niet dat alle theologen verkeerd zijn of dat theologie nutteloos is. Integendeel, we hebben goede en betrouwbare theologen nodig om ons te helpen de Bijbel beter te verstaan en toe te passen. Theologie is geen last, maar een hulpmiddel om de diepte van Gods Woord te ontdekken en te delen.

Opgemerkt 1 (AJ): Het is niet correct mij van weerzin tegen de theologie (en ook theologen) te betichten, wel dienen we juist theologen waarschuwende woorden te laten horen en dat op grond van de Bijbelse geschiedenis én de kerkgeschiedenis.
Wat betreft dat leren kennen (onderzoeken) van ‘de diepten van God’ verwijs ik naar woorden van Paulus in 1 Korintiërs 2 : 10 en de hoofdstukken 1 t/m 4 geven ook al aan dat we toch geen hoge verwachtingen kunnen hebben van de theologie als wetenschap. Ook de woorden van Paulus in Filippenzen 3 : 8-9 ‘schade en drek’ zullen we in rekening hebben te brengen. Nooit verwijst hij naar wat hij van zijn vroegere rabbi’s geleerd heeft en ook Timoteüs en Titus worden niet aangeraden om zich in die geschriften te verdiepen. Paulus houdt zich aan Gods Woord als een volkomen toerusting voor voorgangers/oudsten in een gemeente om hun taak met zegen te kunnen verrichten. Ook daarin was hij – naast de andere discipelen/apostelen – een echte leerling/navolger van Zijn Heer!

Ten tweede, u gaat er ten onrechte van uit dat onze Heer geen discipelen wierf van de ‘universiteit’ in Jeruzalem. Hoewel de meeste van zijn volgelingen eenvoudige vissers, tollenaars en zondaars waren, waren er ook een paar geleerden onder hen. Denk aan Paulus, een Farizeeër die werd opgeleid door Gamaliël, een beroemde rabbi. Of denk aan Lucas, een arts die een nauwkeurig historisch verslag schreef van het leven van Jezus en de eerste christenen. Jezus koos niet alleen ongeletterde mensen, maar ook mensen met kennis en vaardigheden die Hij inzette voor Zijn koninkrijk.

Opgemerkt 2 (AJ): Het gaat mij bij mijn opmerking ‘niet van de “universiteit” in Jeruzalem’ om ‘de twaalven’, en dan kan je dus niet komen aanzetten met Paulus en Lukas. Zie verder wat ik bij ‘Opgemerkt 1’ al noemde.

Ten derde, u hoeft niet te geloven dat Calvijn de Bijbel vooral las met de bril van Augustinus. Hoewel Calvijn veel waardering had voor Augustinus en vaak naar hem verwees, betekent dit niet dat hij zomaar diens ideeën overnam. Calvijn was een zelfstandige denker die de Bijbel zelf bestudeerde en interpreteerde. Hij was ook bereid te leren van andere christelijke schrijvers, zoals de kerkvaders, middeleeuwse theologen en reformatoren. Hij was geen knecht van een bepaalde traditie, maar een dienaar van de Schrift.

Opgemerkt 3 (AJ): Het is overduidelijk dat ook Calvijn niet zo’n zelfstandig denker was dat hij de Bijbel wel kon lezen zonder bril. Niemand heeft die kwaliteit! We zien eerder dat mensen met een (o.i.) ‘groot brein’ moeite hebben om de Schriften op een eenvoudige manier te (blijven) lezen en te verkondigen. Dat laatste is toch echt een gave van de Heilige Geest en Luther is daarin meer begaafd geweest dan Calvijn! Ook is Luther altijd veel bescheidener gebleven in het spreken over zijn eigen werk dan Calvijn en de volgelingen van Calvijn (de ‘calvinisten’) hebben zich veel meer (en al vroeg) bezondigd aan mensverheerlijking, meer dan de leerlingen van Luther (de ‘lutheranen’) al hebben die zich er ook aan bezondigd. Al die menselijke hoogmoed zorgde al snel voor een onnodige en verdrietige tweespalt in het ‘reformatie-kamp’.

Ten vierde, wat betreft de praktijken en gewoonten van de eerste christenen, die dichter bij de bron van het evangelie leefden, zou ik graag enkele overwegingen met je willen delen:
De vroege kerk was niet zonder gebreken, maar getuigde wel van Gods werk. De fouten en moeilijkheden van de Galaten, Hebreeën en gemeenten in Klein-Azië betekenen niet dat we niets van hen kunnen leren. De Bijbel toont hoe God hen gebruikte, corrigeerde en bemoedigde, zoals Paulus schreef aan de Korinthiërs: “En deze dingen zijn gebeurd als voorbeelden voor ons, opdat wij niet zouden verlangen naar kwade dingen, zoals ook zij verlangd hebben.” (1 Korinthiërs 10:6). We kunnen dus zowel positief als negatief leren van hun voorbeelden.
De vroege kerk bleef trouw aan de apostolische leer. Ook al baseren we ons op Gods Woord, moeten we niet vergeten dat de vroege kerk de bron was van het Nieuwe Testament. De apostelen schreven onder inspiratie van de Heilige Geest, en de vroege kerk bewaarde, verspreidde en erkende hun geschriften als heilige Schrift. Ze waren in overeenstemming met de Schrift.
De vroege kerk was een levende gemeenschap. De aansporingen van Paulus aan Timoteüs en Titus om de Schrift te gebruiken, moeten we bekijken binnen de context van zijn instructies aan leiders van gemeenten. Hij benadrukte eenheid, liefde, dienstbaarheid, aanbidding en getuigenis van de gemeente, waarbij hij ook verwees naar tradities en voorbeelden (2 Thessalonicenzen 2:15). De vroege kerk was niet slechts een bron van informatie maar ook van inspiratie.

Opgemerkt 4 (AJ): De eerste gemeenten waar jij het over hebt, die reken ik niet tot de ‘vroege kerk’. Een (inmiddels emeritus) predikant van de NGK zei ons dat we in Handelingen en in de brieven in feite alle ‘problemen’ (vraagstukken) die gespeeld hebben in de latere kerkgeschiedenis ook al speelden in die eerste gemeenten. In Handelingen en in de brieven kunnen we daarom in elke tijd weer de ‘antwoorden’ vinden die Gods Woord ons aanreikt.

Tenslotte: Ik bid dat God je zal leiden en zegenen in je geloofswandel.
Met vriendelijke groet.

Opgemerkt slot (AJ): Dank voor deze zegenbede/wens en dat is toch ook altijd weer het gebed waarmee christenen de dag beginnen en dan met een vast (kinderlijk!) vertrouwen op God (met een vast geloof dus) aan de slag gaan in/met het werk dat Gods Vaderhand hen te doen geeft. En uit de woorden van het ‘Onze Vader’ blijkt wel dat we de beden van dit (dagelijkse) gebed niet alleen voor onszelf bidden, maar voor al onze broeders en zusters.
Met broedergroet.

Bron citaten: Paul Dekerf (op Facebook n.a.v. uitspraken over het al of niet dopen van kinderen).

PS. Hierbij nog een link naar de Woordverkondiging van de (leer)dienst van zondagmiddag j.l. (zondag 11 febr.) in NGK ‘De Burcht’ (Barneveld), waarin juist ook aandacht werd gegeven voor wat de Bijbel zegt over en bedoelt met de ‘volkomenheid van Gods Woord’.

Ik denk vaak aan het oprechte geloof dat je grootmoeder Loïs en je moeder Eunike hadden en dat – daarvan ben ik overtuigd – jij nu ook hebt.’ (Uit 2 Timoteüs 1 vers 5)

Elke Schrifttekst is door God geïnspireerd en kan gebruikt worden om onderricht te geven, om dwalingen en fouten te weerleggen en om op te voeden tot een deugdzaam leven, zodat een dienaar van God voor zijn taak berekend is en voor elk goed doel volledig is toegerust.’ (Uit 2 Timoteüs 3 de verzen 16-17)

Bron afbeelding: Faith, Hope & Joy

Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie