Waar staat in de Bijbel dat kinderen worden gedoopt?

Ga dus op weg en maak alle volken tot Mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest, en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat ik jullie opgedragen heb.’ (Uit Matteüs 28 uit de verzen 19-20)

Vraag: Waar staat in de bijbel dat kinderen worden Gedoopt? Je moet er toch voor kiezen om God te willen dienen?

Antwoord: De ‘huisdoop’ is een bewijs dat ook kinderen behoren gedoopt te worden, zelfs als er in de huizen van toen geen kinderen werden gedoopt (wat m.i. moeilijk voorstelbaar is). Kijk maar naar de doop van Lydia en die van de gevangenbewaarder (Handelingen 16). We lezen dat God het hart van Lydia opende, toch werden ook al haar huisgenoten gedoopt. En bij de gevangenbewaarder is het niet anders, hij (!) geloofde en ook zijn huisgenoten werden gedoopt. En waarom? Zij mochten net zo goed als deze ‘huismoeder’ en ‘huisvader’ zeker weten dat het verkondigde Evangelie – dat Jezus ook voor hen gestorven en weer opgestaan is – waarheid is en daarin delen. Die waarheid mochten zij net zo goed aannemen en geloven en ook zij mochten delen in wat de Vader, de Zoon en de Heilige Geest hen toezegden in verkondiging en Doop. Want het gaat hier om de waarheid van het Evangelie voor ieder mens. Ze konden het nu alleen nog maar afwijzen! Natuurlijk hadden de huisgenoten ook nog kunnen weigeren om (direct al ook) gedoopt te worden, maar daar horen wij niet over.
Misschien heeft Paulus hen nog wel verteld over het huis van de Romeinse hoofdman, waar de Heilige Geest op ieder van de huisgenoten hoorbaar en zichtbaar was neergedaald (Handelingen 10 : 45-46), net als bij Jezus’ discipelen/apostelen op de eerste Pinksterdag. Zo zeker mochten de huisgenoten van Lydia en de gevangenbewaarder nu ook weten dat de Heilige Geest hen geschonken was en zou bijstaan. Daarom waren ze allemaal welkom in de nieuw gevormde gemeente en mochten ze komen onder het onderwijs van de apostelen en deelnemen aan het breken van het brood.

Terwijl Petrus nog aan het woord was, daalde de Heilige Geest neer op iedereen die naar zijn toespraak luisterde. De Joodse gelovigen die met Petrus waren meegekomen, zagen vol verbazing dat ook heidenen het geschenk van de Heilige Geest ontvingen, want ze hoorden hen in klanktaal spreken en God prijzen. Toen merkte Petrus op: Wie kan nu nog weigeren deze mensen met water te dopen, nu ze net als wij de Heilige Geest hebben ontvangen. En hij gaf opdracht – hij deed het niet zelf! – hen te dopen in de naam van Jezus Christus.‘ (Uit Handelingen 10 de verzen 44-48)

Bron afbeelding: SlidePlayer

Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie