‘Lees theologische werken’ en ‘wees overtuigd dat jouw kerk om je geeft’…*

* Uitkomst van gesprek wanneer twee (hyper)calvinisten met elkaar in gesprek gaan over Dordt.

Vooraf: Prof. dr. W. van Vlastuin (dsWvV), rector van het Hersteld Hervormd Seminarium in Amsterdam, bleek bereid om, samen met ds. G.W.S. Mulder (dsWM), predikant van de gereformeerde gemeente in Ridderkerk, op diens voorstel een gesprek te voeren om daarin met elkaar te kunnen terugblikken op ‘de strijd’ die is ontstaan n.a.v. het boek ‘Hyperdordt’ van de herstel hervormde predikant dr. G.A. van den Brink.

Geciteerd 1a (dsWvV): Wij als calvinisten zeggen: „Wij prediken het Evangelie met bevel van geloof en bekering.” Niet omdat we denken dat die mens nog iets kan, maar omdat we geloven dat Jezus het kan door Zijn Woord en Geest. Dus we staan als het ware op het kerkhof en zeggen: Staat op uit de doden, en Christus zal over u lichten.
Geciteerd 1b (dsWM): Ds. Mulder: „Ik heb ds. J. Karels, emeritus in Rijssen, een hartelijk bevindelijk prediker, een keer horen zeggen: „Kinderen, bidden jullie allemaal om een nieuw hartje? Allemaal doen, hoor! Vanavond, elke avond. En dan hoor ik een kind zeggen: „Ja maar, kan ik dat wel krijgen?” Ja”, zei hij toen: „weet jij hoeveel nieuwe hartjes de Heere nog geeft? Eíndeloos veel.”

Opgemerkt 1a: Die beide dominees zien hun gedoopte gemeente als een ‘knekelhof’ vol dorre doodsbeenderen, waartegen zij, als eertijds Ezechiël, moeten profeteren om ze tot leven te wekken in de hoop dat Jezus dat wil en (deels) nog gaat doen ook door Zijn Woord en Geest.
Opgemerkt 1b: Of men stelt de gedoopte gemeente voor als kinderen, die eerst nog maar eens te weten moeten zien te komen of hun gebed om een nieuw hartje al dan niet verhoord wordt. God hoort al die gebedjes wel, maar je moet er iedere avond weer om bidden, anders wordt het nooit wat. En of het ooit wat wordt, nou ja daar heb je de predikant en de kerkenraad voor om je te helpen nagaan of je inmiddels zeggen mag dat je misschien toch wel wat gebedsverhoring ontvangen hebt. En anders kun je tal van (aangeraden) theologische boekwerken checken om te ontdekken of je mag spreken van ware bevinding bij jezelf en wat je op basis daarvan kunt concluderen over de mate van je eigen toe-eigening van het heil.

Geciteerd 2:
Vraag (RD): Wat raadt u een jongere, of oudere, die met vragen op dit terrein loopt aan?
Antwoord (dsWvV): „Ik zou zeggen: lees de Marrowmen. Ambrosius, ”Het zien op Jezus”. Fisher. Of M’Cheyne.”
Vraag (RD): De vraag is of jongeren dát nog zullen doen.
Antwoord (dsWvV): „Nee, maar ik beveel ze toch aan. Ik heb daar zo superveel aan gehad. Ik zou zeggen: als mensen echt worstelen, dan willen ze daar ook wel iets voor doen. Ik heb die boeken destijds gewoon opgegeten.”
Antwoord (dsWM): „Ik zou willen zeggen tegen zo’n jongere of oudere: Lees biddend je Bijbel. Kom trouw naar de kerk. Ga in gesprek met de leider van de jeugdvereniging of met een ambtsdrager die je vertrouwt. Wees ervan overtuigd dat jouw kerk om je geeft. Ik merk dat in kerkenraadskamers, overal waar ik kom. Bovenal: de Heere is een Waarmaker van Zijn Woord. Allen die Mij vroeg zoeken, zullen Mij vinden. Dat is echt waar.”

Opgemerkt 2: Maar de dopelingen (de gemeente) heel ‘Bijbels gewoon’ aanraden om gelovig (!) al de middelen te blijven gebruiken en hen ook altijd weer de eenvoudige woorden (zie Romeinen 6 vers 19!) van Paulus uit Romeinen 6 voorhouden en zo nodig (en dat blijkt ook steeds weer nodig!) goed uitleggen, daar horen we deze predikanten zó niet over! Maar dát is toch echt de weg die Gods Woord ons wijst. Daar kan een ‘bevindelijk’ predikant met ‘bevindelijke’ prediking toch echt niets aan toe of af doen (en dat mag ook niet!).

Geciteerd 3 (dsWM): Onze generatie is inmiddels gewend aan bol.com: voor 24 uur besteld, is morgen in huis. We leven in een cultuur die niet meer kan wachten. Maar zet die nu eens naast de Messiasverwachting van Sara, Maria, Simeon. Die wachtenstijd is nuttig. Vlees en bloed beërven het Koninkrijk niet. Mijn vleselijke bestaan moet sterven. Ik heb bij sterfbedden gestaan van mensen die zichzelf niets konden geven en van wie je toch wist: Die man is goed heen.”
Opgemerkt 3: Dit zijn twee onvergelijkbare grootheden! De (opgelegde!) ‘wachtstand’ van gedoopte gemeenteleden wat betreft de zekerheid over hun persoonlijk heil en de gelovige ‘wachtstand’ van de Messiasverwachting van Sara, Maria en Simeon!

Opgemerkt slot: Wat we toch hier weer zien (lezen, horen) dat is dat het levende Woord gevangen wordt in een theologisch denkkader, waarbij mensen eerst op een bepaalde manier tot een persoonlijke zekerheid over het hun toegezegde heil moeten zien te komen en wanneer het dan eenmaal volgens hen en/of anderen (volgens bepaalde in ‘bevindelijke’ kring gehanteerde criteria) toch wel zo ver gekomen is, dan ook gerechtigd zijn/worden om deel te nemen aan de vieringen van het Heilig Avondmaal. Ook hoeven ze dan niet meer te vrezen voor de waarschuwende woorden, zoals we die o.a. vinden in Hebreeën 10 en in de brieven aan de (leden van de) zeven gemeenten in Openbaring…

Zie hierbij ook deze blog: ‘Ons geloof niet meer dan een luchtspiegeling?

Bron citaten: RD kerk & religie – ‘Ds. Mulder en ds. Van Vlastuin: Laten we elkaar vasthouden rond Dordt’ – door Arie de Heer en Maarten Stolk

Denk aan jezelf (zie jezelf) als levenden die uit de dood zijn opgestaan en stel jullie in dienst van God als werktuigen (instrumenten) van de gerechtigheid. De zonde mag niet langer over jullie heersen, want jullie staan niet onder de wet, maar leven onder de genade.‘ (Uit Romeinen 6 uit de verzen 13-14)

Bron afbeelding: Amazon-com

Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie