De ellende na Dordt…

Ze vroegen Hem: “Wat moeten we doen? Hoe doen we wat God wil? Dit moeten jullie voor God doen: geloven in Hem Die Hij gezonden heeft,” antwoordde Jezus.’ (Uit Johannes 25-40 de verzen 28-29)

“Zegt u mij heren, wat moet ik doen om gered te worden?” Ze antwooordden: ‘Geloof in de Heer Jezus en u zult gered worden, u én uw huisgenoten.” En ze verkondigden het woord van de Heer aan hem en aan ieder die bij hem woonde.‘ (Uit Handelingen 16 uit de verzen 25-34 de verzen 30-32)

Geciteerd 1: Bij ”geloof, en je bent gered” is het geloof erg theoretisch. Het lijkt op het geloof dat in steenachtige plaatsen is bezaaid (Mattheüs 13). Dit geloof ontvangt het Woord terstond met vreugde, maar is voor een tijd, want het heeft geen wortel in zichzelf (Mattheüs 13:20-21). In de klassiek gereformeerde prediking is het onderscheid tussen tijdgeloof en waar geloof een belangrijk aandachtspunt in prediking en pastoraat (DL III/IV.9). Bij Van den Brink blijft deze zelfbeproeving geheel achterwege (2 Korinthe 13:5)

Geciteerd 2: Ik motiveer mijn catechisanten tot het lezen van het ”ABC des geloofs” van Comrie. De verschillende geloofsdaden die hij daarin beschrijft, hebben steeds te maken met de wet die verwondt en het Evangelie dat geneest. Ik noem zeven geloofsdaden en zet die tegenover het ”geloof, en je bent gered” van Van den Brink: bekennen van ongerechtigheid, dorsten, hongeren, komen, kiezen, kussen, leggen van Christus tot zijn fundament.

Opgemerkt: Wanneer we de schrijver mogen geloven dan hebben de apostelen nadat Joden en heidenen aan hun prediking gehoor gaven en zich lieten dopen, daarna alle moeite gedaan om deze gelovigen duidelijk te maken dat er bij hen in feite hooguit sprake kon zijn van een ‘tijd-geloof’ (tijdelijk geloof) en daarom direct begonnen om deze mensen onder de prediking van de wet alsnog tot ‘verbrijzeling’ en ‘ware bekering’ (wedergeboorte) te brengen, maar hoe anders lezen we daarover in Handelingen en in de brieven. En hoe anders is juist ook de prediking van onze Heer Zelf geweest!

Toen het tot een hevige woordenstrijd kwam, stond Petrus op en zei…’ (…) ‘God, Die weet wat er in mensen omgaat, heeft (Zelf) getuigd door hen de Heilige Geest te geven (1), zoals Hij Die ook aan ons geschonken heeft. Hij heeft geen enkel onderscheid gemaakt tussen ons (die de wet kennen) en hen, want Hij heeft hen door het geloof innerlijk gereinigd. Waarom willen jullie dan God trotseren door op de schouders van deze leerlingen een juk te leggen dat onze voorouders nog wijzelf konden dragen. Nee, wij geloven dat we alleen door de genade van de Heer Jezus Christus gered kunnen worden, op dezelfde manier als zij (2).’ (Uit Handelingen 15 uit de verzen 1-15)

(1) Lees hierover in Handelingen 10 : 34-48.
(2) Namelijk door het geloof.

Aanvullend: ‘Ik noem zeven geloofsdaden en zet die tegenover het ”geloof, en je bent gered” van Van den Brink: bekennen van ongerechtigheid, dorsten, hongeren, komen, kiezen, kussen, leggen van Christus tot zijn fundament.’
Opgemerkt: Dat zijn allemaal vruchten van een waar geloof en dat geloof begint met Christus te aanvaarden als levend levensfundament van ons geloof en dat door de kracht en het werk van de Heilige Geest, Die aan alle gedoopten vast en zeker beloofd wordt en dus niet eerst maar eens mag worden afgenomen door predikanten, die vinden dat het ‘om niet’ gerechtvaardigd worden wel heel erg goedkoop is om mee te beginnen.

Bron citaat: RD Opinie – ‘Dordtse Leerregels loflied op loutere genade’ – door ds. G. Clements
(De auteur is predikant van de gereformeerde gemeente te Gouda en rector van de Theologische School in Rotterdam.)

Dit is Zijn gebod: dat we geloven in de Naam van Zijn Zoon Jezus Christus en elkaar liefhebben, zoals Hij ons heeft opgedragen. Wie zich aan Zijn geboden houdt blijft in God, en God blijft in hem/haar. Dat Hij in ons blijft, weten we door de Geest Die Hij ons gegeven heeft.’ (Uit 1 Johannes 3 de verzen 23-24)

Bron afbeelding: Pinterest

Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie