‘Over de onderling liefde hoeven wij jullie niets te schrijven, want jullie hebben zelf van God geleerd hoe jullie in liefde met elkaar hebben om te gaan. Jullie doen dat al met alle gelovigen in Macedonië, maar broeders en zusters wij sporen jullie aan dat nog veel meer te doen…’ (…) ‘Dat hebben we jullie opgedragen. opdat jullie een eerzaam leven zullen leiden in de ogen van hen die niet tot de gemeente behoren...’ (Uit 1 Tessalonicenzen 4 uit de verzen 9-12)
Geciteerd 1: Maar wat houdt predikant-zijn eigenlijk in? Met die vraag raakte hij in zijn eerste twee gemeenten best een beetje in de knoop. Besteedde hij niet veel te veel tijd aan naar binnen gerichte activiteiten? Ging er niet te veel energie verloren met het inspelen op behoeften van gemeenteleden en de interne organisatie van de kerk? Wat kwam er terecht van de roeping om in maatschappij en cultuur te getuigen van het Evangelie?
Geciteerd 2: „In mijn dissertatie onderscheid ik vier taken van een voorganger. De eerste is om de gemeente in het Evangelie van Jezus Christus te verankeren (1). De tweede is dat een predikant zich moet inzetten om de vele gaven in de gemeente te activeren (2), want nog steeds zijn veel kerken in Nederland typische domineeskerken, waarin veel draait om de voorganger (3). Wat mij betreft dagen predikanten gemeenteleden meer uit om hun gaven te besteden in relaties met anderen (4).
(1) Verankeren? Nee, een predikant zal Gods Woord verkondigen en dat op profetische manier! Want waar dat ontbreekt, dáár wordt het Godsvolk de geestelijke wapenrusting ontnomen (zie o.a. Spreuken 29 : 18, 1 Korintiërs 14 : 24-25, 2 Korintiërs 10 : 3-6 en Efeziërs 6 : 10-20)!
(2) Moet een dominee de geestelijke gaven (gaan) activeren? Al weer een onmogelijke taak en in haar strekking is het een beledigen van de Heilige Geest en ook van de leden van de gemeenten, die beslist niet afhankelijk zijn of moeten worden geacht en gemaakt van wat hun predikant samen met de kerkenraad en commissies allemaal voor mooie plannen weten uit te werken (meewerken aan een buurtcafé, meelopen in processies en/of een klimaatmars, etc., etc.)
(3) Waarom is dat helemaal niet mijn ervaring geweest, in de NGK-gemeente waar ik ben opgegroeid (Rijswijk, ZH) en andere gemeenten waar wij later nog lid werden, dat wij daar een typische domineeskerk* hadden? Het kan zijn dat dat binnen de CGK-gemeenten veel meer het geval is geweest en nog, en dat zal indertijd ook een (belangrijke, zo niet doorslaggevende) reden zijn geweest voor een deel van de NGK-predikanten (destijds) om de NGK-studenten dáár (TUA) niet onder te brengen, maar om toch een eigen opleiding te willen hebben: het Nederlands Gereformeerd Seminarie (1976-2016).
(4) Een goede Woordverkondiging dáár kan en wil (DV!**) de Heilige Geest Zijn zegen over geven in het leven van de gemeenteleden door-de-weeks. Wat een predikant zelf allemaal aan uitdagingen weet te verzinnen, daar heeft Hij niets aan en niets mee! Mijn ervaring is (inmiddels, helaas!) dat dit leidt tot een toepassing aan het slot van de Woordverkondiging waarin ons allerlei ideetjes worden aangereikt en/of waarin men de mensen oproept om aan de ‘mooie plannen’ van de kerkenraad te gaan bijdragen.
* Lees hier meer over de oorzaak van ‘domineesgemeente(n)’: ‘Hoe spreekt Hij nú met ons?‘
** Maar we lezen in Gods Woord, dat er tijden zijn (geweest) dat zelfs die zegen niet meer ten deel viel aan het Godsvolk. En in Zijn brieven aan de zeven gemeenten, waarschuwt onze Heer niet voor niets dat de lampenstandaard van een gemeente kan worden weggenomen!
Geciteerd 3: Zouden de conclusies van uw dissertatie gevolgen moeten hebben voor hoe predikanten worden opgeleid?
„Zeker. Op mijn eigen opleiding kijk ik best positief terug. Maar, overdreven gesteld: ik ben toen vooral opgeleid om netjes te preken, netjes catechisatie te geven, netjes vergaderingen voor te zitten en netjes mensen te bezoeken. En niet met de focus hoe ik de gemeente kan helpen om in onze tijd een geloofwaardige kerk te zijn (5) en in de samenleving het lichaam van Christus te vertegenwoordigen. Eigenlijk zouden alle aan een theologische opleiding gegeven vakken van de noodzaak van dit besef doortrokken moeten zijn.”
(5) ‘De gemeente helpen een geloofwaardige kerk te zijn’. Het Evangelie is waar en geloofwaardig (‘alle aanneming waard’!) en wij belijden één algemene christelijke kerk’ te gelóven. En daarmee is niet gezegd dat het ons (eerst en steeds weer) lukken moet die kerk geloofwaardig te maken. God zij dank is dat niet afhankelijk van wat een predikant met hulp van zijn kerkenraad en gemeente er (nog) van weet te maken!
Opgemerkt (tot slot): Alsof we als leden van Christus’ gemeente niet zelf dagelijks de nodige liefde en wijsheid zullen ontvangen om onze gaven/talenten in te zetten om daarmee de goede werken te doen die God voor ons heeft ‘klaargelegd’ (Efeziërs 2 vers 10). Maar dat vraagt wel geloof van de leden van de kerkenraad én van de leden van de gemeente! Laat het zondagse onderwijs ons daar maar bij bepalen! Dan gaan we begrijpen waarom Christus zegt: ‘Zonder Mij (!) kunnen jullie niets doen.’ (Zie Johannes 15) en dan zullen we toch door-de-weeks elke dag niet(s) zonder Hem (!) beginnen?!
Leestips: 1 Timoteüs 3 : 10 t/m 4 : 5 en Titus 3 : 1-8.
Bron citaten: RD Kerk & religie – ‘Promovendus ds. Rein den Hertog: Ik ben steeds minder aan gebakspastoraat gaan doen’ – door Addy de Jong
‘Wij danken God dan ook onophoudelijk dat jullie Zijn Woord, dat jullie ons hebben horen verkondigen, niet hebt aangenomen als een boodschap van mensen, maar wat het werkelijk is: als het Woord van God dat ook werkzaam is in jullie, die geloven.’ (Uit 1 Tessalonicensen 2 vers 13)
Bron afbeelding: One Walk | with Jesus