‘Eén ding heb ik van de HERE gevraagd, dit zoek ik: te verblijven in het huis des HEREN al de dagen van mijn leven, om de liefelijkheid des HEREN te aanschouwen, en om te onderzoeken in zijn tempel. Want Hij bergt mij in zijn hut ten dage des kwaads, Hij verbergt mij in het verborgene van zijn tent, Hij plaatst mij hoog op een rots.’ (Uit Psalm 27 de verzen 4-5)
Geciteerd 1 (ds. J.L. de Jong): „Als Mozaiek mensen bij reformatorische kerken wegtrekt, staat er mijns inziens theologisch best iets op het spel. Wat ik vooral mis, is de theologische bedding van verbond, verkiezing en heilshistorisch handelen van God. Daardoor wordt de kerk gemakkelijk tot een organisatie waarin meer de menselijke beslissing centraal komt te staan. Dit raakt de geloofsbeleving én de organisatie van de kerk. De liturgie lijkt vaak een feestje van óns te zijn, terwijl het in de eredienst toch zou moeten gaan om een beweging gericht op de eer van God.”
Opgemerkt 1: Hier wordt (m.i.) duidelijk (met zoveel woorden gezegd) dat zowel bij Mozaïek als ook in de reformatorische kerken de geloofsbeleving centraal staat en hoe dan door invulling van de zondagse ‘eredienst’ dáár aan zal worden bijgedragen, zodat die ‘erediensten’ de mensen het gevoel (de beleving) zullen geven – op basis van het door/bij ons ontwikkeld ‘theologisch inzicht/gevoel’ – dat God in de zondagse ‘erediensten’ bij en door hen toch echt alle eer ontvangt (‘aan Zijn trekken komt’) – of dat nu reformatorisch of Mozaïeks ingevuld wordt.
Opgemerkt 2: Wij zullen de samenkomsten (samenroeping!) van de gemeente van onze Heer echter hebben te (leren) zien (belijden) als puur een beweging van onze Drie-enige God naar ons toe. Dat zal ons zeer bescheiden maken t.a.v. hoe wij in die samenkomsten de liturgie vorm zullen geven. De liturgie zal sober zijn. In feite zou je de liturgie waar dan ook ter wereld, in rijke of in arme, in vrije of in vervolgde gemeenten, moeten kunnen gebruiken/herkennen. De muzikale begeleiding van het zingen kan per plaats (in een dorp of stad of elders op de wereld) wel verschillen, maar ze mag niet iedere zondag grote investeringen (in tijd en geld en inzet van mensen) vergen en tot (een soort van) unieke gebeurtenissen gemaakt worden! (1)
Omdat het (dus – vanwege ‘samenroeping’) niet een betreffende gemeente is die een ‘vergadering/samenkomst’ belegd, zullen wij, aan het begin van een zondagse samenkomst, als eerste de gemeente groeten in de Naam van onze Heer! En wat na die groet past, dat is een dank- en een lofzegging. Waarom dat past, dat lezen we in de aanhef van Paulus eerste brief aan de Korintiërs – 1 Korintiërs 1 de verzen 4-9, dat afsluit met de woorden: ‘God, door wie jullie geroepen zijn om één te zijn met Zijn Zoon Jezus Christus, onze Heer, is trouw‘.
Opgemerkt 3: Omdat we diep (hebben te) beseffen dat het Evangelie niet bij ons begonnen is, zullen we in alles streven naar aansluiting bij wat in alle gemeenten van onze Heer nodig en mogelijk was en is. We zullen ons niet uniek (willen) maken (2), maar streven naar eenvoud en eenheid, opdat de Heilige Geest (!) door Woord en gebed en door wat we zingen en gelovig belijden zal bewerken dat de hoorders in geloof zullen aannemen dat Jezus Christus Zelf midden onder hen gekomen is in de kracht van Zijn lichaam (de gemeente/kerk); dat Hij komt om hen (ons!) te zeggen, dat Hij hen (en ieder afzonderlijk – ‘ook mij’!) aangenomen heeft, en nu wederom aannemen wil. Deze eenvoud en herkenbaarheid zal zeker ook de eenheid van christenen/kerken landelijk en wereldwijd tot zegen zijn!
Opgemerkt 4 (naar woorden van Dietrich Bonhoeffer): In een samenkomst van een gemeente van onze Heer zal het woord van de apostolische prediking centraal staan. Dat is het Woord dat de zonden van de gehele wereld lichamelijk gedragen heeft; het is de in de Heilige Geest in het midden van Zijn gemeente aanwezige Christus. Christus in Zijn gemeente, dat is het ‘onderwijs’ van de apostelen, de apostolische prediking. Deze leer (dit ‘onderwijs’) maakt zichzelf nooit overbodig, maar schept zich de gemeente, die zich gedurig aan haar houdt, omdat ze door het Woord is aangenomen en daar in elke samenkomst, maar ook dagelijks, van vergewist wordt. Bij de zichtbaarheid van Christus in de prediking komt nog de zichtbaarheid in Doop en Avondmaal.
(1) Dat zal men dus (beslist) niet in de zondagse samenkomsten van een gemeente doen! Daarbuiten is wat anders!
(2) Zelfs met onze (vaderlandse) belijdenisgeschriften zullen we bescheiden omgaan.
Aanvullend nog:
Geciteerd 2 (Bas Gimenez): “de theologische bedding van verbond, verkiezing en heilshistorisch handelen van God”. De verbonden zijn met de joden, evenals de eredienst de wetgeving en de profeten, wonderen en tekenen, die zouden verstommen. We leven onder een geheel andere bedeling, de genade bedeling welke Paulus pas bekend maakte, en welke pas kon gaan gelden sinds de Erflater was heengegaan. Eerder is een testament niet geldig, ten slotte. God Zelf zei over Zijn Zoon ,Hem is alle macht gegeven in de hemel en op aarde.. luister naar Hem. Als het oude niet onberispelijk was geweest, zou er geen plaats zijn geweest voor het nieuwe. Steeds meer mensen onderzoeken gelukkig.
Opgemerkt: Dat onderzoeken heb ik dankzij Gods genade mijn leven lang mogen doen. Petrus roept ons op om naar het profetische Woord (in het OT) te luisteren en dat voor vast en zeker te houden en daar aandacht aan te geven totdat de morgenster opgaat in ons hart (zie 2 Petrus 1 : 16-21) en Paulus zegt ons dat wij (‘heidenen’) nu opgenomen zijn in het burgerschap van Israël, zoals God dat al begonnen was met en door het Verbond dat Hij met Abraham sloot – zie Efeziërs 2 : 11-22 en de brief aan de Galaten. Zie verder ook Hebreeën 5.
Zie ook: ‘Kom ga met ons en doe als wij’… (I) en (Extra I)
Bron citaat 1: RD Kerk & religie – ‘Moderne muziek en aanbidding trekken refo naar Mozaiek’ – door Addy de Jong
Bron afbeelding: Pixels![]()