Over doop en erfzonde…

De eerste mens kwam uit de aarde voort en was stoffelijk, de tweede mens is hemels. Ieder stoffelijk mens is als de eerste mens, ieder hemels mens is als de tweede.‘ (Uit 1 Korintiërs 15 vers 47)

Geciteerd 1: God is voor veel ouders heel nabij op het moment van de doop, ongeacht de culturele achtergrond. ‘Een moeder in Nederland vertelde me* dat ze voelde dat Jezus aan het doopvont stond. En diverse ouders in India vertelden dat ze er heel zeker van waren dat God aanwezig was. In de theologie praten we weinig over die ervaringen, terwijl dat voor gelovigen heel reëel is. Ik vond het bijzonder dat zo tot uiting kwam dat God echt iets doet bij de doop van een kindje.’

Geciteerd 2: Dat een kind in zonde ontvangen en geboren is, zoals in het klassieke gereformeerde doopformulier staat, vinden ouders in elk land lastig. ‘Kinderen zijn kwetsbaar en ze gaan vast zondigen. Maar dat zo’n klein baby’tje zondig geboren is, is moeilijk voor te stellen. Dat stelt zowel ouders als de theologie wel voor een serieuze vraag. Dopen gaat over afwassen van zonde. Maar als er niets af te wassen valt, waarom doop je dan? Ouders hadden daarom ook wel moeite met uitleggen waarom we water gebruiken bij de doop. De vraag naar erfzonde moeten we in onze tijd opnieuw doordenken, want bij de doopvont komt die vraag heel dichtbij.’

Opgemerkt 1: Wij weten (!) uit Gods Woord dat God naar Zijn belofte aanwezig is waar mensen in Zijn Naam bijeenkomen en wij weten ook dat de heilige Geest gegeven is en wordt aan de leden van Zijn gemeente (1). De doop laat de gemeente van Jezus Christus – en ‘buitenstaanders’ die een doopdienst bijwonen, zo Heerlijk zien dat wij al ons heil buiten onszelf zoeken en van God verwachten. Een klein kind (zuigeling) dat gedoopt wordt, die kan het Evangelie dat bij en door de Doop tot hem of haar gesproken wordt nog niet betwijfelen of tegenspreken en daarom maakt de Doop ook zo duidelijk hoe Gods liefde en heil naar ons toekomen: We zullen ons daarbij alleen maar voor ogen stellen Wie onze God is en afzien van wie wijzelf zijn – wat wijzelf ons voorstellen van wie wijzelf (of een ander) zijn in de ogen van God door ons geloof. (2)

Opgemerkt 2: Wanneer wij niet het eten van de vrucht van de boom als ‘zondige’ daad, die bestraft moest worden, maar het wantrouwen (ongeloof dus!) van Adam&Eva als (hun) zonde zien, dan is de ‘leer van de erfzonde’ toch duidelijk en uit te leggen?! Dan is het ook niet (meer) nodig om te menen dat Adam en Eva zich van allerlei bijzondere kwaliteiten – om God te kunnen geloven en dienen – beroofd hadden door (vanwege) dit wantrouwen/ongeloof van hen. Zij waren God niet en zij konden Gods Geest (nog) niet kennen en doorgronden (3). Dát hadden ze nederig zullen beseffen en erkennen toen de satan hen er toe brengen wilde Gods woorden en bedoeling te wantrouwen… Voor ons ligt het niet anders! (4)

(1) Zie hierbij Lukas 11 : 5-13 en 1 Korintiërs 1 : 4-8, 3 : 1-4 en 16-22 en 7 : 14.
(2) Zelfs het voor ons waarneembare geloof zullen we niet tot grond (!) maken van onze doop (reden laten zijn om iemand te dopen). Daarom doopten de apostelen ook bekeerlingen samen met heel hun huis. Gods beloften golden evengoed voor de huisgenoten en daarom mochten zij direct ook voluit delen in de vreugde van de gastheer/vrouw van dat huis (zie de doop van Lydia en ook de doop van Cornelis en de gevangenbewaarder).
(3) Zie hierbij Paulus woorden in 1 Korintiërs 2 : 6-16 en 15 : 45-58.
(4) En ons is zoveel meer geopenbaard over Gods Liefde – zie (o.a.) Titus 3 : 4-7.

Leestips: 1 Korintiërs 15 : 35-58 en Galaten 3 : 23-29.

* Jos Colijn onderzocht voor zijn promotie hoe gereformeerde christenen in Malawi, Nederland en India in de praktijk omgaan met de kinderdoop. ‘De doop is iets wat gelovigen wereldwijd verbindt en waar zowel theologen als gewone gelovigen hun gedachten bij hebben’, legt Colijn uit. Colijn werkt momenteel aan de Theologische Universiteit Kampen – Utrecht als docent interculturele theologie en als coördinator van de master Intercultural Reformed Theology.

Bron citaat: ND Geloof – ‘De kinderdoop als bescherming: niet alleen Afrikaanse en Indiase christenen, ook Nederlanders geloven dat’ – door Bas Meeuse

Paulus over het ‘apostel-convent’ te Jeruzalem (zie Handelingen 15) : ‘Maar zelfs Titus, die mij vergezelde, werd niet gedwongen zich te laten besnijden. Dat wilden alleen een paar (gedoopte!) schijnbroeders, die als spionnen waren binnengedrongen om erachter te komen hoe wij onze vrijheid, die we in Christus Jezus hebben, gebruikten. Ze wilden slaven van ons maken. Maar we zijn geen moment voor hen gezwicht, want de waarheid van het Evangelie moest in uw/jullie belang behouden blijven.‘ (Uit Galaten 2 de verzen 3-5).

Bron afbeelding: SlidePlayer

Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie