Gods donderpreek aan het einde van het Oude Testament…

Zie Ik zal u zenden de profeet Elia voordat die grote en verschrikkelijke dag des Heren komt.‘ (Maleachi 4 : 5)

Geciteerd 1: Jezus werd gezien als de softie bij uitstek door zichzelf niet te verdedigen, Hij paste niet in de machocultuur waar het recht van de sterkste gold. Hij stelde kinderen als voorbeeld en ging om met hoeren en belastinginners. Tegelijkertijd was er helemaal niets ‘soft’ aan Jezus. Wat hij deed, getuigde van radicale liefde en daarom gooide Hij ook tafels om en waarschuwde met grove woorden. Dat zijn geen twee kanten van dezelfde Jezus, het komt allemaal voort uit zuivere, heilige, goddelijke liefde. Het is zonde en heeft vele donderpreken nodig als we Gods liefde associëren met softheid.

Geciteerd 2: Toen heeft de aan het einde van het Oude Testament tot slaan opgeheven vuist geslagen, op Hem, van Wie wij zingen: ‘Lijdt Hij die smaad, die slagen? Ja, ik kost Hem die slagen. Ik sloeg Hem al die wonden.’ Toen is de banbliksem van het Goddelijk gericht ingeslagen, maar zie, vóór Hij de aarde bereikte, heeft deze Zijn hoofd getroffen. Zo nauw neemt God het met de rechtvaardigheid in hemel en op aarde, zo nauw neemt Hij het tegelijkertijd met Zijn liefde, dat Hij, om de aarde niet te moeten slaan, de slag liever Zelf krijgt, de neersuizende vuist liever Zelf opvangt, en Hém slaat, Die van eeuwigheid bij Hem is. En zo heeft God gespaard. Omdat de rechtvaardigheid aan Christus voltrokken wordt, daarom zijn er nu mensen, van wie de namen in ‘het Boek des Levens’ geschreven staan, mensen die Zijn eigendom en Zijn erfgenamen zijn, die kunnen zeggen: ‘Dit is mijn enige troost in leven en in sterven, dat ik van mijn trouwe Zaligmaker Jezus Christus eigendom ben.’

Geciteerd 3: Eén ding zal tot aan de jongste dag een onfeilbaar teken zijn voor hen, die nu reeds in de Gekruisigde geloven en hem toebehoren: de kerk, d.w.z. de schare van de aan het kruis veroordeelden en geredden zal in die tijd tot aan de jongste dag steeds daar te vinden zijn, waar men aan het recht gelooft; d.w.z. daar, waar men niet gelooft, dat de slechtheid winstgevend is (zie Maleachi 3 vers 15). Zij zal altijd staan aan de kant van hen die onrecht lijden, en dat wel (diep) getroost zonder medelijden met zichzelf. Zij zal zich altijd moeten plaatsen tegenover hen, die zich maar zelf recht verschaffen, en die geneigd zijn het recht te buigen en te breken.
De kerk van de Gekruisigde zal gedurende deze wachttijd een advocaat en beschermer zijn voor wezen en weduwen, voor vreemdelingen en dagloners. En zou zij zelf daardoor smaad en schande te verduren krijgen en onrecht moeten lijden, dan zal zij zich, in onderscheiding van Maleachi’s moedeloze tijdgenoten, volstrekt niet beklagen. Zij zal zich er niet eens over verbazen ‘alsof haar iets vreemds overkwam’ (1 Petrus 4 de verzen 12-13); zij zal getroost weten dat het als het ware zó in orde is. Zo behoort zij geheel bij de Man van Smarten en mag zij onder de bescherming en in de schaduw van de Gekruisigde ook mee kruisdragen en lijden.

Geciteerd slot: Ook het laatste boek van het Nieuwe Testament heeft een laatste woord. Dat luidt aldus: ‘Kom Heere Jezus! De genade van onze Heere Jezus Christus zij met jullie allen! Amen.’ (Openbaring 22 de verzen 20-21)

Bron citaat 1: ND Opinie – ‘Ligt er te veel nadruk op Gods liefde? Het is misschien wel tijd voor een donderpreek daarover’ – door Almatine Leene

Bron citaten 2-slot: ‘De zeven gesprekken van Maleachi’ – door Walter Lüthi (1) – T. Wever, Franeker
(1) Walter Lüthi (1901-1982) was een Zwitsers zielzorger en predikant.

Zij zullen, zegt de Heere der heirscharen, op de dag, die Ik doe aanbreken, Mij ten eigendom zijn; en Ik zal hen sparen zoals een man zijn zoon spaart, die hem dient. Dan zullen zij weer zien het onderscheid tussen de rechtvaardige en de goddeloze, tussen hen, die God dienen, en hen, die Hem niet dienen.’ (Uit Maleachi 3 vers 18)

Bron afbeelding: TikTok

Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie