‘Als iemand Mijn Woord zal bewaren’…

Waarlijk, waarlijk, Ik zeg u: Als iemand Mijn Woord zal bewaren, die zal de dood niet zien in eeuwigheid.‘ (Uit Johannes 8 vers 51 – weergave DB 1545)

Geciteerd: “Christus zegt: ‘Als iemand Mijn Woord zal bewaren’ – ‘Mijn Woord!’ Hij zegt niet: Mijn gedachten, Mijn Geest, enzovoort, maar ‘Mijn Woord.’ De dwepers verwerpen het uitwendige Woord; die willen met de Geest omgaan en zeggen: Wat zal een leeg woord in de mond van een mens uitrichten? Jullie echter moeten leren wat met het Woord bedoeld wordt! Hij spreekt niet over verborgen gedachten, maar over de prediking die uit Zijn mond uitgaat. Hij spreekt over het gesproken of gepredikte Woord – klem je daaraan vast met een oprecht hart!

Hoe wordt het dan vastgehouden? Het wordt niet vastgehouden met werken, vasten, bidden, mediteren en dergelijke zaken. De woorden van Christus kunnen alleen vastgehouden [bewaard] worden in een hart dat daaraan volkomen hangt. Hij zegt niet: Die Mijn Woord kent of spreekt – maar het gaat over bewaren of vasthouden. Het gaat over Christus’ Woord dat uit Zijn mond uitgaat. Echter omdat de duivel daartegen vecht met zijn valse apostelen en dwepers, die ons van het eenvoudige Woord willen wegvoeren, mag je niet in slaap vallen, maar moet je waken.

Christus zegt: ‘Die zal de dood niet zien in eeuwigheid.’ Wie het Woord níét vasthoudt, die zal de dood zien; wie het vasthoudt, zal de dood niet zien. Want wie in Christus gelooft, zal net zo sterven als Abraham en Izak en alle vromen die in Christus ontslapen zijn: die mens zal de verschrikking van de dood niet voelen, maar zijn dood zal zijn als een slaap.”
[Maarten Luther: Predigten des Jahres 1529 (14. März), WA 29, 100 ff, bearbeitet von Georg Buchwald]

En dat de doden opgewekt zullen worden, heeft ook Mozes duidelijk te kennen gegeven bij de doornstruik, toen hij de Heere de God van Abraham, de God van Izak en de God van Jakob noemde.’ God nu is niet een God van de doden, maar van de levenden, want voor Hem leven zij allen.‘ (Uit Lukas 20 de verzen 37-38)

Bron citaat: Wekelijkse toezending Luthercitaat (zie http://www.maartenluther-com)

Bron afbeelding: SlidePlayer

Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie