‘Kinderen, ik schrijf jullie dat jullie zonden zijn vergeven omwille van Zijn Naam. Ik schrijf jullie, ouderen,: jullie kennen Hem Die er is vanaf het begin. Ik schrijf jullie jongeren: jullie hebben – in Christus! (zie Romeinen 6) – hem die het kwaad zelf is overwonnen. Kinderen, ik schrijf jullie dus dat jullie de Vader kennen (zie Titus 3 : 4-7). Ouderen, jullie schrijf ik: jullie kennen Hem die er is vanaf het begin. Jongeren, jullie schrijf ik; jullie zijn sterk, het Woord van God blijft in jullie, en jullie hebben het kwaad overwonnen.‘ (…) Dit wilde ik jullie schrijven over hen die jullie proberen te misleiden. Wat jullie zelf betreft: Zijn zalving – zoals jullie de heilige Geest ontvingen bij en door jullie Doop (zie Galaten 3 : 27) – jullie hebben geen leraar nodig (om de Geest alsnog te ontvangen). Zijn zalving leert jullie alles naar waarheid, zonder bedrog. Blijf daarom in Hem, zoals jullie zalving (!) jullie geleerd heeft.‘ (Uit 1 Johannes 2 de verzen 12-14 en 26-27)
Opgemerkt 1 (Henry Luth): Ben het in dezen niet met je eens broeder. Zelf geloof ik dat de Bijbel iets anders leert (1). Besprenkelen is niet dopen. De vorm zowel als de inhoud van de zgn “kinderdoop” is ons inziens anders dan de doop die de Bijbel zelf leert. Een zeer boeiend boek om eens te lezen: de doop in de vroege kerk.
Opgemerkt 1 (AJ): Zie voor besprenkeling Hebreeën 9 : 15-22. En wanneer je ziet hoe snel binnen de eerste gemeenten al verkeerde praktijken binnenslopen, dan kunnen we beter maar niet de vroege kerk ons tot voorbeeld stellen, maar kunnen beter houden aan wat de Bijbel ons laat horen en ten voorbeeld stelt.
Opgemerkt 2 (HL): Ach ja broeder, wat zal ik er op zeggen. Het is gewoon de klassieke traditionele reformatorische verbondsleer (1) die jouw gedachten bepaald. Dat is de “bril” waardoor jij de Schrift interpreteert. Zelf hangen wij de visie van de baptisten aan. Een doopvisie die mijns inziens veel meer recht doet aan alles wat de Bijbel over de doop te melden heeft. Dopen en besprenkelen zijn 2 verschillende handelingen. Ook de woorden in de grondtekst voor deze beide zijn verschillende woorden. (…) Nee beste broeder, je zou er mijns inziens echt goed aan doen toch je huidige visie, hoe goed die voor jou ook voelt, even te parkeren en de door mij genoemde boeken eerst te lezen….wie weet leer je iets bij…
Opgemerkt 2a (AJ): Jij vult maar weer voor een ander in. Wanneer je mijn woorden (1) leest, dan zie je dat ik niets noem waarvan je kunt zeggen dat dat moet voortkomen uit de ‘reformatorische verbondsleer’. Ik vind dat zeer te laken dat je zo met wat ik ook jou vanuit Gods Woord voorhoudt ‘weg te zetten’ zodat je er niet over na hoeft te denken en er een goed antwoord op te geven. Dat antwoord heb je blijkbaar ook niet en daarom probeer je mij in een hokje te duwen. Over zulke (onbroederlijke/onchristelijke) streken heeft de Bijbel ook een oordeel!
Opgemerkt 2b (AJ): En wat dat besprenkelen betreft, je leest (o.a. in Hebreeën 9) dat dit stond voor een totale reiniging en vergeving van zonden door het bloed. Daarom kan/zal, bij het dopen van de drieduizend bekeerlingen op de eerste Pinksterdag in Jeruzalem, dit besprenkelen wel de dooppraktijk zijn geweest en niet onderdompeling.
Opgemerkt slot (AJ): Wanneer we letten op de dooppraktijk van de apostelen en hun medewerkers, dan zien we dat ze werkelijk zuigelingen in het geloof doopten (een bekeerling samen met heel zijn of haar huis). Mensen die nog helemaal geen verhaal konden houden over hun geloof, hun doop, over wedergeboorte en wat niet al. Paulus schrijft aan de Korintiërs (1 Korintiërs 3, eerste verzen): ‘Maar broeders en zusters, ik kon niet tot jullie spreken als tot geestelijke mensen. Ik sprak tot mensen van deze wereld, tot niet meer dan kinderen in het geloof in Christus. Ik heb jullie melk gegeven en geen vast voedsel: daar waren jullie niet aan toe. En ook nu nog niet.‘
En aan de Hebreeën moet de apostel schrijven: ‘Hierover valt nog veel te zeggen, maar het is moeilijk aan jullie uit te leggen, omdat jullie traag van begrip zijn geworden. Werkelijk jullie hadden toch allemaal leraar moeten zijn (en dus geen leraar nodig hebben!). In plaats daarvan hebben jullie er zelf een nodig om jullie opnieuw de grondslagen van het Woord van God bij te brengen; het is (zelfs) zover met jullie gekomen, dat jullie weer zijn aangewezen op melk in plaats van vast voedsel.’ (Uit Hebreeën 5 de verzen 11-12).
Dat gebrek aan verstaan van Gods Woord was (bij de Hebreeën) een verwijtbaar iets, er was verachtering in de genade. In een aantal gemeenten die worden aangesproken door onze Heer in het boek Openbaring waren vergelijkbare dingen aan de hand. We zullen daarom wat praktijk (geworden) was in de vroege kerk beslist niet zomaar ten voorbeeld kunnen stellen, zonder het gevaar om daardoor in misverstaan en ‘mispraktijk’ (wanpraktijk t.a.v.) van Gods Woord te belanden.
(1) De hier geciteerde opmerkingen van Henry Luth werden gemaakt bij op FB n.a.v. mijn bericht/blog: ‘Kinderdoop volledig te funderen in het NT‘.
‘Ik weet wat jullie doen; overal wordt beweerd dat jullie leven hebben, terwijl jullie dood zijn. Wordt wakker, versterk jullie laatste krachten: jullie zijn op sterven na dood. Want ik merk dat jullie gedrag tekort schiet in Gods ogen. Herinner jullie dat jullie de Boodschap hebben ontvangen én begrepen! Houd eraan vast en breek met het (hoogmoedige kerkelijk) leven dat jullie nu leiden.’ (Uit Openbaring 3 uit de verzen 1-3)
Bron afbeelding: Dr. Michelle Bengston