‘En Hij sprak, laat Mij gaan, want het morgenrood breekt aan. Maar hij antwoordde: Ik laat U niet los, tenzij dat Gij mij zegent.’ (Uit Genesis 32 vers 26)
Geciteerd: God is waarachtig en getrouw in al Zijn beloften en toezeggingen. Paulus zegt tegen Timoteüs in zijn tweede brief ( 2 vers 13): ‘Wanneer wij evenwel ontrouw zijn [letterlijk: niet geloven], dan blijft Hij getrouw en waarachtig; Hij kan Zichzelf niet verloochenen.’ Daarom is deze Goddelijke waarheid en belofte een heel overvloedige, kostbare en uitgebreide en machtige garantie dat God (itt mensen!) niemand laat zinken of aan zichzelf overgeeft.
Want wie op de belofte staat, dié moet voor elke macht standhouden, zowel op aarde, alsook in de hel en in de hemel (1), zodat ook God Zichzelf daarin moet wegschenken en Zich door Zijn belofte moet laten overwinnen.
Dat is prachtig uitgebeeld in Genesis (32 vers 4), toen Jakob in die nacht met de Engel streed en worstelde tot het morgen werd. De Schrift zegt hier zelf dat Jakob voor God te sterk is geweest en dat de Engel hem niets heeft kunnen weigeren. Daarom heeft Hij ook zijn naam veranderd en noemde hem Israël, dat is een vorst die machtig is bij God. Daarom zei Hij: ‘U zult voortaan Israël heten: want als u bij God machtig bent geweest, hoeveel te meer zult u machtig zijn bij de mensen’ (32 vers 8). Op dezelfde manier moeten wij allen Israëlieten zijn of worden, zodat ook wij God overwinnen.
[Maarten Luthher: Von der Beicht, ob die der Papst macht habe zu gebieten (1521), WA 8, 178 ff]
(1) ‘Laat ons oog daarbij (alleen) gericht zijn op Jezus, de leidsman en voleinder des geloofs, die, om de vreugde, welke vóór Hem lag, het kruis op Zich genomen heeft, de schande niet achtende, en gezeten is ter rechterzijde van de troon Gods. Vestigt uw aandacht dan op Hem, die zulk een tegenspraak van de zondaren tegen Zich heeft verdragen, opdat gij niet door matheid van ziel verslapt.’ (Uit Hebreeën 12 de verzen 2-3)
Zie ook (vervolg): ‘Wij moeten allen Israëlieten worden…‘
Bron citaat: ‘Vertroost elkaar met deze woorden – Dagboek over belofte en troost’ – Meditatie 11 augustus – samengesteld en vertaald door H.C. van Woerden, sr. – Den Hertog uitgeverij (2022)
‘En hij heeft aan de belofte van God niet getwijfeld door ongeloof; maar is gesterkt geweest in het geloof, gevende God de eer;‘ (Uit Romeinen 4 vers 20)
‘Want zovele beloften Gods als er zijn, die zijn in Hem ja, en zijn in Hem amen, Gode tot heerlijkheid door ons.’ (Uit 2 Korintiërs 1 vers 20)
Bron afbeelding: AJ – Schilderij* van Fré Sikma (1909-1994)
(* Indertijd gekocht door mijn ouders)