Is ons leven en onze kerkgang toerisme geworden?

Verheugd was ik toen ik hoorde:
“Wij gaan naar het huis van de HEER,”…
(Uit Psalm 122 vers 1)

Geciteerd 1: Van Dale omschrijft de ‘toerist’ als iemand die reist ter ontspanning, liefst in een voor hem ‘vreemd gebied’, meestal met het doel ‘verschillende bezienswaardige of bekende plaatsen te bezoeken’. De hang naar geschiedenis klinkt er nog wel in door, maar de ontspanning staat voorop. De ‘reiziger’ is ernstiger, die moet ergens heen – voor een opdracht of handelsmissie. De reiziger legt een afstand af, de toerist legt vooral zijn dagelijkse beslommeringen af.

Geciteerd 2: Veel andere toeristenwoorden – van ‘toeristenklasse’ tot ‘toeristenmenu’ en van ‘toeristentarief’ tot ‘toeristenstroom’ – wekken associaties met massaliteit, karakterloosheid en slechte smaak.

‘… machtige naties zullen zeggen:
“Laten we optrekken naar de berg van de HEER,
naar de tempel van Jakobs God.
Hij zal ons onderrichten, ons de weg wijzen,
en wij zullen Zijn paden bewandelen.”
Vanaf de Sion klinkt onderricht,
vanuit Jeruzalem spreekt de HEER.
Hij zal rechtspreken tussen de volken,
over machtige naties een oordeel vellen.
Zij zullen hun zwaarden omsmeden tot ploegijzers
en hun speren tot snoeimessen.
Geen volk zal nog het zwaard trekken tegen een ander volk,
geen mens zal meer weten wat oorlog is.
Nakomelingen van Jakob, kom mee,
laten we leven in het licht van de HEER.’
(Uit Jesaja 2 uit de verzen 1-5)

‘Zie uit naar de HEER en Zijn macht,
zoek voortdurend Zijn nabijheid.
Gedenk de wonderen die Hij heeft gedaan,
de oordelen die Hij heeft uitgesproken,
nageslacht van Abraham, Zijn dienaar,
kinderen van Jakob, door Hem verkozen…’
(Uit Psalm 105, de verzen 4-6)

Leestip: Psalm 105.

Bron citaten: Filosofie Magazine – ‘Wie veel reist, wordt geen interessanter mens’ – door Marc van Dijk

Bron afbeelding: SlidePlayer

Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie