Wat de liefde vermag…

Nu echter blijven geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de grootste daarvan is de liefde.‘ (Uit 1 Korintiërs 13 vers 13)

Geciteerd 1: Laten christenen, die nu door het geloof vroom en rechtvaardig zijn, op niets anders méér acht geven dan op de liefde tot de naaste! Paulus zegt dat de liefde de vervulling is van Gods geboden. Zoals hij het in de brief aan de Romeinen op deze manier zegt: ‘Wees niemand iets schuldig, dan elkaar lief te hebben; want wie de ander liefheeft, die heeft de wet vervuld. Want dat er gezegd is: Gij zult geen overspel doen, gij zult niet doden, gij zult niet stelen, gij zult geen vals getuigenis geven, gij zult niet begeren – en als er enig gebod meer is – dat wordt in dit woord begrepen: Jullie zullen je naaste liefhebben als jezelf. De liefde doet de naaste geen kwaad: dus dan is de liefde de vervulling van de wet‘ (Uit Romeinen 13 de verzen 8-10)
Daarom heeft de Heere Christus Zijn jongeren en ons allen niets zo hoog en ernstig bevolen, als juist dat wij elkaar zullen liefhebben. Want dit is het enige merkteken, waarbij (waaraan) men de christenen (her)kent: dat ze elkaar liefhebben en de één de ander trouw en liefde betoont. Zoals Hij zegt in Johannes 13 (vers 34 vv): ‘Een nieuw gebod geef ik jullie, dat jullie elkaar liefhebben, zoals ik jullie heb liefgehad. Daaraan zal iedereen bekennen dat jullie jongeren van Mij zijn, als jullie liefde hebben onder elkaar.’
[Maarten Luther: Stephanus Roth Festpostille 1527, WA 17.2, 271 ff]

Geciteerd 2: Wat geloven jullie met deze woorden: ‘Ik geloof in God, de Vader, de Almachtige, Schepper van de hemel en van de aarde’? Antwoord: Dat de eeuwige Vader van onze Heer Jezus Christus, Die hemel en aarde met al wat erin is, uit het niets geschapen heeft, Die ook door Zijn eeuwige Raad en voorzienigheid deze nog onderhoudt en regeert, om Zijns Zoon Christus’ wil mijn God en Mijn Vader is, Op Wie ik zó vertrouw, dat ik niet twijfel, of Hij zal in alles wat ik nodig heb en mij overkomt voor mij zorgen, en ook al het kwaad dat Hij mij in deze wereld vol lijden toeschikt, mij ten goede keren (tot zegen doen strekken); en wel omdat Hij dat doen kan als een almachtig God en ook doen wil als een getrouw en liefhebbend Vader.

Geciteerd 3: Wat hebben wij eraan, dat wij weten dat God alles geschapen heeft en nog door Zijn voorzienigheid onderhoudt? Antwoord: Dat wij in alle tegenspoed geduldig, in voorspoed dankbaar zullen zijn, en in alles wat ons nog overkomen kan een vast vertrouwen hebben op onze liefhebbende God en Vader, gelovende dat ons geen schepsel (ook de boze niet!) van Zijn liefde in Christus scheiden kan en zal, aangezien alle schepselen zo in Zijn hand zijn, dat ze zich tegen Zijn wil nog roeren nog bewegen kunnen (ook maar iets kunnen uitrichten).

Opgemerkt: Heeft onze Heer niet uit gelovige liefde en een vast vertrouwen op Zijn hemelse Vader ons liefgehad tot het einde en alle pijn en smarten die dat met zich meebracht gedragen en verdragen! Laten we Hem dan navolgen in Zijn geloof en liefde!

Bron citaat 1: ‘Vertroost elkaar met deze woorden…’ – Citaat/meditatie van 15 juli – Den Hertog uitgeverij (2022)
Bron citaten 2-3: De Heidelbergse Catechismus – Zondag 9 en 10 (vraag en antwoord 26 en 28)

En vóór het Paasfeest, toen Jezus wist, dat zijn ure gekomen was om uit deze wereld over te gaan tot de Vader, heeft Hij de zijnen, die Hij in de wereld liefhad, liefgehad tot het einde.‘ (Uit Johannes 13 de verzen 1-17, vers 1)

Bron afbeelding: Mount Lebanon Lutheran

Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie