Karikaturen in stand houden? Ten bate van wat of wie?

‘Wie de volmaakte weg gaat en doet wat goed is,
wie oprecht de waarheid spreekt.
Hij doet aan lasterpraat niet mee,
hij benadeelt een ander niet
en drijft niet de spot met zijn naaste.’
(Uit Psalm 15 de verzen 2-3)

Geciteerd: Hij kreeg een paar reacties van mensen die bang waren dat hij opschuift naar een vrijgemaakte theologie. ‘De Gereformeerde Kerk vrijgemaakt is van vroeger uit een kerkverband met een duidelijke nadruk op het verbond. Daarbij hoorde, kort gezegd, een soort automatische aanname dat je bent gered als je bent gedoopt. Als ze mij gevraagd hadden daar mijn handtekening onder te zetten, had ik het niet gedaan. Maar ik had de volle vrijheid om te preken op basis van de catechismus.’

Opgemerkt 1: Wij zongen vroeger als regel na de Doop: ‘God zal Zijn waarheid nimmer krenken…’ Want bij de Doop hoorden we de waarheid aan de dopeling en ons allen verkondigd worden. En niemand vermag wat tegen de waarheid, alleen voor de waarheid. Zelfs de beste theoloog kan van die woorden bij de Doop niet beweren, dat daar dan toch de ‘bevindelijke waarheid’ bedoeld wordt. Dat het pas waarheid blijkt te zijn wanneer de dopeling er uit eigen ondervinding wat over kan/durft zeggen. Over zulk soort onderscheid in Gods waarheid horen wij in het Oude én in het Nieuwe Testament niet. Het is zeker (ook) waar dat het gebeurd dat een dopeling de aan hem of haar bij de Doop gehoorde en bevestigde waarheid (later) kan gaan ontkennen, maar dan zal toch die dopeling (op Bijbelse gronden) als ontkenner van de waarheid aangewezen moet worden en als iemand die (blijkbaar) de leugen(aar) liever gelooft.

Opgemerkt 2: Maar zijn er dan geen ‘tweeërlei kinderen van het verbond’, dus mensen van het Godsvolk waaraan God geen welgevallen heeft gehad (zie Hebreeën 3 : 7-11)? Ja, maar dan lezen/horen we beslist niet dat de apostelen alvast maar dat onderscheid willen zien en maken in de gedoopte gemeente, maar dan waarschuwen zij de gedoopte leden met des te meer klem: ‘Ziet dus toe broeders en zusters, dat niemand van jullie door een kwaadwillig, ongelovig hart afvallig wordt van de levende God, maar wijs elkaar terecht, elke dag dat dit ‘vandaag’ (van het kunnen/mogen horen van Zijn stem!) nog geldt, opdat niemand van jullie halsstarrig wordt, omdat hij of zei door zonde verleid werd. Want alleen als we tot het einde toe resoluut vasthouden aan ons aanvankelijk vertrouwen (geloof), blijven we deelgenoten van Christus.‘ (Hebreeën 3 : 12-14). En zo vinden we even later nog weer van die ernstige waarschuwingen in deze brief ‘aan het adres’ van alle gedoopte leden van de gemeente, zie Hebreeën 6 : 4-8, dat afsluit met de woorden: Wij zeggen dit nu wel geliefde broeders en zusters, maar we zijn ervan overtuigd dat jullie op de goede weg zijn en dat jullie gered zullen worden.’ (Hebreeën 6 vers 9). En al die broeders en zuster namen deel aan de ‘maaltijd van de Heer’. Juist ook om niet te ‘verachteren’ in het geloof, maar om ook daardoor samen opgebouwd te worden in het geloof.

Opgemerkt 3: ‘Als ze mij gevraagd hadden daar mijn handtekening onder te zetten, had ik het niet gedaan.’ Het zal toch duidelijk zijn dat geen enkele vrijgemaakt gereformeerde zijn (of haar) handtekening had willen zetten onder de karikatuur die ds. Gert van den Brink meent te mogen maken en gebruiken! Over je broeders en zusters recht doen gesproken! En hij en wij weten toch best dat de (vroegere) ‘vrijgemaakten’ dezelfde gereformeerde belijdenisgeschriften onderschreven en gebruikten als deze dominee (ook) doet (zegt te doen).

Opgemerkt slot: Het moet ons toch verbazen en verdriet doen dat dit soort karikaturen maken en inzetten – het gebeurde eerder natuurlijk ook al – ook binnen het kerkelijk leven (en niet alleen in de politiek) legitiem en bruikbaar geacht wordt voor het de gelovigen onder een bepaald kerkelijk dak zien te houden of te brengen. We zullen zulke praktijken in het kerkelijk (samen)leven – op grond van Gods Woord – echter moeten kenmerken als een gebrek aan vertrouwen, als een blijk van ongeloof dus; een gebrek aan liefde: het zorg dragen voor de goede naam van je (vroegere en huidige) broeders en zusters, zoals je verlangt dat zij dat ook zullen doen t.a.v. jou/’ons’.

Bron citaat: ND Geloof & kerk – ‘Niet-gefuseerde vrijgemaakten nodigen dominees van andere kerkverbanden uit om te preken’ – door Bas Meeuse

Dan zullen we, door ons aan de waarheid te houden en elkaar lief te hebben, samen volledig toegroeien naar Hem die het hoofd is: Christus.’ (Uit Efeziërs 4 vers 15)

Bron afbeelding: Bible Gateway

Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie