‘In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. Dit was in den beginne bij God. Alle dingen zijn door het Woord geworden en zonder dit is geen ding geworden, dat geworden is. In het Woord was leven en het leven was het licht der mensen; en het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet gegrepen.’ (Uit Johannes 1 de verzen 1-2)
NB. Ook duisternis is schepsel. In God en voor God is/bestaat er geen duister(nis)!
Geciteerd: Hoe kan God het bestaan van een duivel toelaten als God almachtig is? ‘Dat is een vraag waar we nooit een sluitend antwoord op kunnen geven. Het feit is dat Hij het kwaad toelaat en dat het kwaad ook niet bij Hem vandaan komt. Er is een kwade macht waar God dan weer boven staat. Die macht kan niet onbeperkt zijn gang gaan, maar wordt wel toegelaten.’
Een voorbeeld daarvan is het Bijbelboek Job, waar de duivel tevoorschijn komt. God besluit om de duivel toe te laten in het leven van Job. Van Houwelingen: ‘In de rest van het boek lees je hoe Job zich overgeeft aan God en hoe hij uiteindelijk gezegend wordt. Dat is een beeldende manier van hoe God dat kwaad ook gebruikt.’
Zelfs Jezus werd door de duivel uitgedaagd. ‘Dat is ook een duidelijke actie van God. Jezus blijkt in de woestijn niet te bezwijken voor de verleidingen van de duivel. Want waar de duivel de Bijbel gebruikt, weet Jezus nog beter hoe de Bijbel bedoeld is. We hebben in Jezus iemand van wie we zeker weten dat hij sterker is dan de duivel. En het idee is dan: volg Jezus na, wees Zijn leerling, geloof in Hem.’
Opgemerkt 1: Hebben we hier (nog) te maken met iemand (theoloog Rob van Houwelingen) die alleen maar eerbiedig Gods Woord wil en durft naspreken (belijden), of met iemand die – in de functie van theoloog – op zijn manier God ‘aannemelijk’ wil maken voor ons mensen en daarom God niet Gód laat zijn (durft te laten zijn)? Of is het in feite ‘gangbare’ (gereformeerde) theologie wat we hier horen?
‘Maar wanneer door mijn onbetrouwbaarheid Gods trouw alleen maar toeneemt en daardoor ook Zijn eer, waarom wordt ik dan toch nog als een zondaar veroordeeld? Kunnen we (dan) niet beter het kwade doen, opdat het goede eruit voorkomt?‘ (Uit Romeinen 3 de verzen 7-8).
Opgemerkt 2: Deze tekst biedt ons een ‘handvat’ om wat meer te kunnen zeggen over waarom ook het kwaad bij God vandaan komt en dat God ook de boze als schepsel heeft gemaakt en laat acteren en over het feit dat later (na ‘de val’) God de schepping door Zijn ingrijpen aan de zinloosheid heeft onderworpen.
Alleen God bezat de kennis van goed en kwaad (zie Genesis 3 : 22-23) en alleen God is zo machtig dat Hij met het kwaad toch het goede (met ons) voorheeft en uit (al) het kwaad toch het goede kan en zál laten voortkomen. En daarom kunnen wij ‘heel gewoon’ – zonder ‘theologische uitvluchten’* te moeten zoeken – de Bijbel naspreken, wanneer aan de orde komt dat God ook het kwaad ‘schept en beschikt’, zonder dat we daaruit dan zouden moeten concluderen dat Hij daarbij Zijn volmaakte goedheid geweld aandoet.
* ‘Wijze onwetendheid’ in dit geval.
Bron citaat: ND Geloof & kerk – ‘Podcast | Wat weten we eigenlijk over de duivel en waarom laat God hem toe?’ – redactie nd
‘Dwaal niet, mijn geliefde broeders! Elke goede gave en elk volmaakt geschenk is van boven en daalt neer van de Vader der lichten, bij Wie er geen verandering is, of schaduw van omkeer. Overeenkomstig Zijn wil heeft Hij ons gebaard door het Woord van de waarheid, opdat wij in zeker opzicht eerstelingen van Zijn schepselen zouden zijn.‘ (Uit Jakobus 1 de verzen 16-18)
Bron afbeelding: A Reason for Hope