‘Als jullie dus, ook al zijn jullie slecht, je kinderen goede gaven weet te geven, hoeveel te meer zal de Vader in de hemel dan niet de heilige Geest geven aan wie Hem erom vragen.’ (Uit Lukas 11 vers 13)
Geciteerd: Uw boek is een wetenschappelijke studie, maar toch sluit u (1) af met een persoonlijke noot: „De preken van de Marrow-men waren tegengif tegen verduisterende invloeden op de onbevangen boodschap van het heil aan zondaren zonder onderscheid.” U kon zich niet meer inhouden?
„Misschien had ik in de conclusie iets meer afstand tot het onderwerp moeten nemen. Maar inderdaad, ik kon me niet inhouden. De Marrow-theologie heeft veel voor me betekend, al durf ik niet te zeggen dat ik echt een Marrow-man ben. In het spanningsveld tussen belofte en verkiezing hebben ze in ieder geval een heel gezonde balans gevonden. God roept een ieder mens, welmenend. Dat is ook Bijbels, en daar stel ik me van harte achter.”
Hebben we een scheut Schots piëtisme nodig?
„We hebben de Heilige Geest nodig. Hij kan de Schotten gebruiken, maar zeker ook predikanten in deze tijd, met de problemen die nu op ons afkomen. Denk aan het verbondsautomatisme, de gedachte dat iedereen die gedoopt wordt ook een kind van God is. Natuurlijk, verbond en doop zijn grote zegeningen, maar we moeten blijven benadrukken dat wedergeboorte noodzakelijk blijft. Wat dat betreft voel ik me soms meer thuis bij een piëtistisch gezelschap, waar de vreze des Heeren zichtbaar is.”
Opgemerkt: We mogen toch aannemen dat deze kerkhistoricus niet ontkent dat een dopeling de heilige Geest vast en zeker toegezegd is en tevens gelovig mag/zal belijden (zoals de HC het ons leert zeggen op grond van Gods Woord): ‘dat Hij ook mij gegeven is’ (HC Zondag 20 vr/antw 53).
Een dopeling zal niet steeds moeten horen (vanaf de kansel of thuis of van nog anderen) dat hij of zij ‘natuurlijk’ eerst nog wel wedergeboren moet worden, maar (steeds weer) horen dat we zullen leven uit en door het geloof. Dat we zullen horen naar wat de Geest ook nu (nog en altijd weer) tot de gemeente(n) zegt. En dat hoeft en kan niemand te doen uit eigen kracht. Wij allen zullen wel de van God gegeven middelen (2) gelovig hebben te blijven gebruiken. En dat dagelijks en wekelijks.
En dat gaat niet zonder strijd tegen eigen wil (3) en ‘vlees’ (‘menselijke natuur’), en tegen de verleidingen van de wereld om ons heen en tegen de krachten en machten die de boze tegen ons inzet. En in die strijd lijden we zeker ook verliezen. Maar juist dan is onze Doop zo’n vast en zeker ons van God geschonken bewijs, dat Hij trouw blijft en niet zal laten varen het werk dat Hij ook middels jouw/uw doop begonnen is te doen in je/uw leven.
Via onze doop op Christus en daarmee op onze God en Vader blijven zien, dat is het volle recht van een dopeling en de heilige Geest zal dat gebruik van je Doop zeker zegenen: Onze doop was niet een werk van ‘de kerk’, maar was (en is) voluit een werk geweest van onze drie-enige God in ons leven. ‘Mochten wij ontrouw zijn (geweest), Hij blijft getrouw, want Zichzelf verloochenen kan Hij niet’ (Uit 2 Timoteüs 2 vers 13).
(1) De Dordtse kerkhistoricus Leen J. van Valen (76).
(2) En tot die ‘middelen’ behoort (dus) ook het ‘Onze Vader’ gebed, dat onze Heer Zijn discipelen leerde en hen daarover het onderwijs gaf dat we vinden in Lukas 11 : 5-13.
(3) Zie Galaten 5 : 16-17.
(Aanvullend) Wellicht ten overvloede. Dat onze Heer zegt dat wij we wedergeboren moeten worden uit water en Geest (zie Zijn gesprek met Nicodemus, Johannes 3 vers 5), maakt duidelijk dat God onze wedergeboorte beslist (ook) langs de middellijke weg wil laten aanvangen en bewerken/voortzetten. Net zo goed als dat de Heilige Geest de Woordbediening en het vieren van het Avondmaal daartoe gebruiken wil.
Bron citaat: RD Cultuur & boeken – ‘Hoe Schotse theologen de Nederlandse boekenmarkt veroverden’- Maarten Stolk.
‘Daarom zeg ik jullie: vraag en er zal je gegeven worden, zoek en je zult vinden, klop en er zal voor je worden open gedaan.’ (Uit Lukas 11 vers 10)
Bron afbeelding: Catholic Daily Readings