‘Er staat namelijk geschreven: Ik zal de wijsheid van de wijzen vernietigen, het verstand van de verstandigen zal ik tenietdoen. Waar is de wijze (Griek), waar is de (Joodse) Schriftgeleerde, waar de redenaar (Augustinus) van deze wereld? (…) Zo kan geen mens zich tegenover God op iets (ook niet op de Schriftgeleerdheid van een ander mens!) beroemen. Door Hem bent u één met Jezus Christus, Die dankzij God onze wijsheid is geworden. Door Christus worden wij rechtvaardig en heilig en door Hem worden wij verlost, opdat het zal zijn zoals geschreven staat: “‘Wil iemand zich op iets beroemen, laat zo iemand zich op de Heer beroemen.”‘ (verzen uit 1 Korintiërs 1)
Geciteerd 1: Bij Calvijn blijft er onrust: de aanklachten van de wet en de aanvechtingen van de boze. Het geloof is steeds weer het buiten zichzelf vluchten tot Christus. Typerend is dat Romeinen 7 bij Edwards niet zo veel aandacht krijgt. Hij is geen perfectionist, maar spreekt over de heiliging optimistischer dan Calvijn. Calvijn hinkt, Edwards wandelt.
Geciteerd 2: Blijft staan dat Edwards een reus was, geestelijk en intellectueel. Niemand kan zo diep en hoog over de heerlijkheid en glorie van de drie-enige God schrijven als hij. En niemand die zo scherpzinnig over geestelijke ervaringen heeft geschreven. Op bijna elke bladzijde wordt ons toegeroepen: Smaakt en ziet dat de Heere goed is!
Opgemerkt 1: Het is voor mij werkelijk ongelofelijk (en zelfs weerzinwekkend!) dat iemand met het onderwijs van onze Heer en de apostelen ‘in handen’ zulke woorden kan spreken (schrijven) en zo’n uitspraak wil doen over een mens van vlees en bloed en dan nog wel een studeerkamer theoloog*.
* Edwards besteedde veel tijd aan studie, gemiddeld zo’n 13 uur op een dag.
Opgemerkt 2: De schrijver maakt ook nog eens duidelijk dat Edwards met zijn schrijven en spreken blijkbaar boven de Schrift is uitgegaan, want niemand (eerder, ook de Schrift zelf niet) heeft zo hoog en diep over de glorie van God geschreven…
Opgemerkt 3: Paulus moet zich dus vergist hebben met dat weigeren om te roemen in en over mensen. Hij had moeten zeggen: als straks het Oude en het Nieuw Testament in drukvorm aan de gemeente(n) ter beschikking gekomen zijn, ja, dan zal het tijdperk van de intellectuele en geestelijke reuzen aantreden in de kerk, maar wij moeten voorlopig nog maar wat geduld oefenen, helaas, maar er komen betere tijden.
Opgemerkt 4: Maarten Luther is verwaardigd om het Woord van God (en de verkondiging daarvan) weer terug te geven aan de gemeenten (niet: aan de georganiseerde kerk of nog weer te organiseren kerk!) en het is in feite uiterst verdrietig geweest dat Johannes Calvijn de kerk toch weer een ander dik boek (eerst maar) te lezen gaf: De hele kerkelijke leer en traditie nu uit de pen van één paus.
‘Jullie, die zo verstandig zijn, verdragen dwazen toch met gemak. Tenslotte verdragen jullie het dat men jullie (geestelijk!) tiranniseert, uitzuigt, onderwerpt en u beledigt (1). Nu moet ik tot mijn schande bekennen dat wij daarvoor te zwak zijn geweest.’ (Uit 2 Korintiërs 11 de verzen 19-21)
Leestips: 1 Korintiërs 1 en 2 Korintiërs 10 (vanaf vers 12) en 11 (geheel).
(1) In 1744 maakte Edwards tijdens een kerksamenkomst de namen bekend van een aantal jongeren, leden van de kerk, die ervan verdacht werden niet-fatsoenlijke boeken te hebben gelezen. Ook de namen van getuigen in deze zaak werden bekendgemaakt. Dit incident zorgde voor een verdere verwijdering tussen Edwards en zijn gemeenteleden.
Bron citaat: RD Kerk & religie – ‘Jonathan Edwards over het christelijke leven’ – Ds. P. den Ouden.
Bron afbeelding: SlidePlayer