Over vrije vogels…

Had ik maar vleugels als een duif, ik zou opvliegen en neerstrijken, ver, ver weg zou ik vluchten, overnachten in de woestijn, haastig beschutting zoeken tegen de vlagen van de stormwind.‘ (Uit Psalm 55 de verzen 7-9)

Geciteerd: Kijk naar de lieve vogeltjes, hoe ze zonder zorgen zijn en alleen uit Gods hand leven. Wanneer je ze opsluit om voor je te zingen (1) en je strooit een overvloed van graankorreltjes voor ze neer, dan moesten ze wel denken: nu heb ik genoeg en hoef ik niet meer bezorgd te zijn waar ik iets te eten zal vinden, want ik heb een rijke baas en mijn kooitje is vol eten. Nee, dát doen ze niet! Maar ze vliegen veel liever vrij in de lucht. Dan zijn ze ook gezonder en zingen mooier en lieflijker de lof van hún Heere. In alle vroegte, nog voordat ze eten, zingen zij hun metten [morgen-gebeden]. Toch heeft geen van hen een korreltje in voorraad. Ze zingen steeds een mooi lang Benedictus [de lofzang van Zacharias] en laten onze Heere God zorgen. Dat doen ze zelfs ook nog als ze jongen hebben die ze moeten voeden en verzorgen…
[Maarten Luther: Wochenpredigten über Matt. 5-7, 1530/32, WA 32, 458 ff]

(1) Dat kan je zelfs in een huwelijk nog overkomen!

Bron citaat: ‘Vertroost elkaar met deze woorden…’ – Citaat/Meditatie van 25 juni – Vertaald en samengesteld door H.C. van Woerden, sr. – Den Hertog uitgeverij (2022)

‘Zelfs vind de mus een huis, o HEER!
De zwaluw legt haar jongskens neer…’
(Uit Psalm 84 2e vers, berijmd, OB)

Bron afbeelding: AJ

Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie