‘Ongelukkige die ik ben, het is als bij de late oogst, als bij de laatste pluk: geen volle druiventros meer om te eten, geen vroege vijg meer waarnaar ik smacht.’ (Uit Micha 7 vers 1)
Geciteerd: „Ik ben van beroep historicus, en een historicus moet boven de partijen staan. (1) Mijn rol is niet om te oordelen over het verleden, of winnaars en verliezers aan te wijzen. Ik heb warme sympathie voor ál die mensen van toen, voor ál die soorten gelovigen. Ze zijn allemaal op zoek, en ze hebben verschillende antwoorden op die ene vraag: Hoe breng je de Eeuwige onder woorden? (2) Niemand dacht van zichzelf dat hij een ketter of een rebel was, ze beschouwden zichzelf allemaal als serieuze christenen die veel bezig waren met de grote religieuze vragen: Hoe moet ik geloven, hoe moet ik leven?”
> „Geschiedenis gaat over mensen, en om mensen te begrijpen heb je empathie nodig. Dat vind ik iets belangrijks. Een goede geschiedschrijver plaatst de lezer in een andere tijd, in een andere wereld, en leert hem om de mensen van toen te begrijpen. Dat is historische empathie, en dat helpt óók om empathie in het algemeen aan te leren. Loving your neighbor as yourself – je naaste liefhebben als jezelf. Dat geldt ook voor mensen uit het verleden. Geschiedenis leert je begrip, zo niet liefde.” (3)
> De mens is beperkt –een zondaar, zouden ze in de 16e eeuw zeggen– maar de mens kan toch ook altijd streven naar verbetering. Daar geloof ik wel in.” (4)
Leestip: Micha 7!
(1) ‘een historicus moet boven de partijen staan’. Dat is nogal wat. Groen van Prinsterer meende dat een historicus vanuit zijn eigen (duidelijk gemaakte standpunt) de waarheid moet dienen en zo goed als mogelijk is recht moet doen aan de medemens uit de geschiedenis. Dat is toch een wat ander standpunt dan zeggen dat je (inmiddels) boven de partijen staat. Dat lukt ons in het (gewone) dagelijks leven toch ook niet…
(2) Allemaal mensen van goede wille dus? De Bijbel geeft ons toch een wat ander zicht op de geschiedenis. Er zijn ook altijd weer bepaalde belangen te handhaven en verdedigen en dan verliest men zomaar ‘de Eeuwige’ en daarmee de medemens uit het oog. Dat bleek wel heel duidelijk tijdens het leven van onze Heer hier op aarde.
(3) Het is mooi wanneer je empathie zegt te hebben voor de mensen uit de geschiedenis. Het eerste wat dan nodig is, dat is, dat je je dan niet boven die mensen weet/plaatst. Dat is geschiedschrijvers beslist niet altijd goed afgegaan ondanks hun goede bedoelingen. En Gods Woord leert ons wat werkelijke naastenliefde is en daarom gaan we dagelijks in de leer bij Gods Woord en dan krijg je nog het beste onderwijs in de mensengeschiedenis mee ook! En dat met en door Goddelijke empathie geïnspireerd en geschreven!
(4) Wij geloven niet in het streven naar verbetering van en door de mens, tenminste dat horen we toch niet in wat we belijden te geloven met de Twaalf Artikelen van het geloof…
Bron citaten: RD Cultuur & boeken – ‘Christine Kooi schetst grote lijnen in Reformatiegeschiedenis’ – door Enny de Bruijn
‘Maar ik blijf uitzien naar de HEER, ik blijf hopen op de God Die mij redding zal brengen. Hij zal mij horen, mijn God.’ (Uit Micha 7 vers 7)
Bron afbeelding: Pyunkang Cheil