Laat de Heer uw vreugde blijven…

4 Laat de Heer uw vreugde blijven; ik zeg u nogmaals: wees altijd verheugd. 5 Laat iedereen u kennen als vriendelijke mensen. De Heer is nabij. 6 Wees over niets bezorgd, maar vraag God wat u nodig hebt en dank hem in al uw gebeden.7 Dan zal de vrede van God, die alle verstand te boven gaat, uw hart en gedachten in Christus Jezus bewaren. (Uit Filippenzen 4)

Jaarlijks werd er volgens een eeuwenoude orde van evangelie-voorlezingen minimaal één keer gepreekt over Johannes 3 vers 16 (of vers 16 tot 21). De drie volgende citaten komen uit een preek die Luther op tweede Pinksterdag 1534 thuis in besloten kring heeft gehouden (1).

‘Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat allen die in Hem geloven, niet verloren gaan, maar het eeuwige leven hebben’ (Johannes 3:16, weergave DB 1545).

(…) Dit evangelie is een van de heerlijkste preken die u in het hele Nieuwe Testament kunt vinden. Eigenlijk moest dit evangelie – als dat mogelijk was – met gouden letters in onze harten geschreven staan. Iedere christen moest in ieder geval deze tekst uit het hoofd kennen en alle dagen een keer in gedachten opzeggen. Dan zouden wij er helemaal mee bekend worden en de woorden beter leren verstaan. Want het zijn woorden waardoor een bedroefd hart vrolijk en een dood mens weer levend wordt gemaakt – tenminste als u deze woorden in het geloof aangrijpt. Het is helaas niet mogelijk deze heerlijke prediking in woorden uit te drukken. Daarom moeten wij God ernstig bidden dat Hij, door Zijn Heilige Geest, deze woorden beter in ons hart verklaart, dan wij er over kunnen spreken. Ja, dat Hij deze woorden zo vol licht en vuur maakt, dat we er troost en vrede van mogen ontvangen.

(…) Dit Geschenk moest ook louter vuur en licht in onze harten worden, zodat wij nooit meer zouden ophouden om van vreugde te dansen en te springen. Want zoals de Gever en Zijn liefde oneindig en onuitsprekelijk zijn, zo is ook de Gave oneindig en onuitsprekelijk. U geeft Uw enige Zoon! O God, wat hebt U Zelf nog gehouden? U geeft U Zelf en alles wat U hebt met Uw Zoon, zoals Paulus in de brief aan de Romeinen [8:32] zegt: ‘Die ook Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft, maar heeft Hem voor ons allen overgegeven, hoe zal Hij ons ook met Hem niet alle dingen schenken?’
Het mag zijn wat het wil: duivel of dood, hel of hemel, zonde of gerechtigheid, leven of dood; alles, alles moet het onze zijn, aangezien de Zoon in Wie al de volheid Gods woont, als Geschenk en Eigendom aan ons is gegeven.

(…) Wie dit gelooft, wordt zeker zalig. Want dit Geschenk is immers zo groot dat het dood, zonde en alle ongeluk wegneemt, zoals een druppeltje water verdwijnt als je het in een grote vuuroven laat vallen. Zo spoedig als de zondaar Christus aanraakt – en Christus door het geloof aangrijpt – zijn de zonden weg en verdwenen, zoals een strohalmpje in een groot vuur verbrandt of een zandkorreltje verdwijnt in de diepte van de zee. ‘Zo lief heeft God de wereld gehad’, zijn levende woorden die in goud geschreven staan. O God, geef toch dat wij ze ook echt met ons hart zullen verstaan!

(1) De preek is naar een afschrift van Luthers tafelgenoot en secretaris Georg Rörer (1492-1557). De preken die ons door de hand van Rörer zijn nagelaten, worden tot de meest nauwkeurige en letterlijke weergaven van Luthers preken gerekend.

Maarten Luther: Nachträge zu den Predigten des Jahres 1534, vgl. WA 41, 753 ff, weergave: W(2) 13b, 2094 ff (Rörer)
Complete preek: Als er lezers zijn die belangstelling hebben voor de hele preek en deze digitaal in hun mailbox willen ontvangen, dan kan dat via het e-mailadres info@maartenluther.com worden aangevraagd!

Bron: www.maartenluther.com

Dit bericht werd geplaatst in Bijbel, Gemeente. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie