Over competitiedrang, agressie en leiding geven…

Jezus riep hen bij zich en zei: ‘Jullie weten dat heersers hun volken onderdrukken en dat leiders hun macht misbruiken. Zo zal het bij jullie niet mogen gaan. Wie van jullie de belangrijkste wil zijn zal de ander moeten dienen,…‘ (Uit Matteüs 20 : 17-20 uit de verzen 25-26)
Laat jullie ook geen leidsman noemen, want één is jullie Leidsman, de Christus. Maar wie de grootste onder jullie is, zal jullie dienaar zijn. Al wie zichzelf zal verhogen, zal vernederd worden, en al wie zichzelf zal vernederen, zal verhoogd worden.’ (Uit Matteüs 23 : 13)

Geciteerd 1: De Bijbel kent man en vrouw verschillende rollen toe, stelt Klaassen. ‘Zo heeft God ons gemaakt.’ Het is een van de punten die hij maakt in zijn boek Gods goede orde waarin hij de biologische verschillen tussen man en vrouw en de scheppingsorde uiteenzet. ‘Mannen hebben meer competitiedrang en agressie, wat ze beter in staat stelt om een leidende rol te nemen,’ vertelt Klaassen in de podcast Dick en Daniël Geloven het Wel. ‘Vrouwen zijn geroepen voor het gezin en relationeel bijvoorbeeld veel sterker dan mannen.’

Opgemerkt 1: Dus competitiedrang en agressie stellen je beter in staat om een leidende rol te nemen? Hoe belachelijk kun je jezelf in het licht van Gods Woord maken! God lacht om zulke uitlatingen! Heeft onze Heer zich met die ‘kwaliteiten’ als leider laten kennen en gelden hier op aarde? En waren dat de kwaliteiten waarmee de apostelen het leiderschap op zich konden nemen en namen. Wist en moest Paulus door competitie- en geldingsdrang en agressie zich zien op te werken tot de meest leidende apostel of kunnen we dat woord hier alleen met ‘ij’ (1) schrijven?! Wat de apostelen tot hun leiderschap bracht in de gemeenten, dat was Gods weg met hen en door wat Hij hen in Zijn genade te doen gaf. En voor vrouwen ligt dat niet anders. Ook zij mogen hun weg laten bepalen door God Zelf en wat Hij hen in Zijn genade aan mogelijkheden schenkt. Ze hebben geen theoloog en zijn visie(s) nodig om te bepalen wat zij zullen doen in de omstandigheden waarin zij leven, maar eerbiedige dagelijkse (en zondagse) biddende omgang met Gods Woord waarbij de Heilige Geest hen de liefde en de wijsheid schenken wil om keuzes te maken naar Gods wil. En daarbij is het leven in een gemeente van onze Heer Jezus Christus ook onontbeerlijk. Onze broeders en zusters en hen die leiding hebben te geven in een gemeente zijn ons van God gegeven om ook met elkaar Gods wil te leren ontdekken en verstaan.

Geciteerd 2: Het apostelschap dat Paulus vandaag bekleedde bestaat vandaag niet meer. Maar waar het in het apostelschap om ging, geldt ook vandaag nog t.a.v. de onder ons bekende ambten. Als de ambtsdragers de gemeente (of het kerkgenootschap waar hun kerk deel vanuit maakt) gaan zien als hún zaak, of als ze nauwelijks iets anders tegen anderen weten te zeggen dan: ik vind zus en ik vind zo, dan vergeten ze dat ze gezonden zijn door Hun Zender en moeten werken voor hun Zender en op een manier als hun Zender deed. – En dat kunnen ze ook leren uit de manier waarop de apostelen hun werk deden. Dan gaan ze niet onverdroten in tegen het werk dat de Heilige Geest bij anderen (en in andere gemeenten) tot stand heeft gebracht en ook nu nog tot stand brengt (2).

Opgemerkt slot: We moeten (of we nu man of vrouw zijn, net als Paulus) kunnen zeggen: door Gods genade ben ik (geworden) wat ik (nu) ben. En dan mogen anderen ons helpen en toetsen op de weg die we gaan, zoals Paulus er niet van terugschrok om zelfs Petrus nog terecht te wijzen (3).

(1) Zie 1 Korintiërs 4 en 1 Korintiërs 15 : 10.
(2) Wat dat betreft is het apostelconvent in Jeruzalem ook heel voorbeeldig! Wat een bescheiden bericht/advies aan de gemeente in Antiöchie! Er werd in Jeruzalem geen commissie o.l.v. een ‘Gomarus’ samengesteld om nu voor eens en voor goed de gemeenten te Antiochië te leren wat ze te geloven hadden en waar ze zich (maar) aan te houden hadden.
(3) Zie Galaten 2 : 1-14.

Bron citaat 1: ND Geloof – ‘Waarom vrouwen volgens Maarten Klaassen geen leiding mogen geven. ‘Ze hebben een andere roeping’’ – door Judith de Ruiter
Bron citaat 2: ‘De Brief aan de Colossenzen – christen zijn uit één stuk’ – ds. M.R. van den Berg (1928-2001).

Maar door de genade Gods ben ik, wat ik ben, en zijn genade aan mij is niet vergeefs geweest, want ik heb meer gearbeid dan zij allen, maar niet ik, maar de genade van God, die met mij is. Daarom dan, ik of zij, zó prediken wij, en zó zijn jullie tot het geloof gekomen.’ (Uit 1 Korintiërs 15 vers 10)

Bron afbeelding: Daily Bible Verse and Devotion

Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie