Waarom we zullen vasten…

Het ware vasten

Maar de dagen zullen komen, wanneer de Bruidegom van hen zal weggenomen zijn, dan zullen zij vasten in die dagen. (Lukas 5:35)

Christenen, ik heb voorgenomen om naar aanleiding van deze tekstwoorden te preken over het vasten. Het valt ons op dat de mensen niet weten wat een waar vasten is, omdat zij het zo weinig beoefenen. Het bestaat niet alleen daarin, dat men zich onthoudt van eten en drinken, want Paulus zegt, dat de lichamelijke oefening tot weinig nut is. Het moet op een geestelijke wijze verstaan worden, zoals de profeet Jesaja zegt in hoofdstuk 58: ‘Zou het zulk een vasten zijn dat Ik verkiezen zou, dat de mens zijn ziel een dag kwelt, dat hij zijn hoofd kromt gelijk een bieze, en een zak en as onder zich spreidt?

Zoudt gij dat een vasten noemen, en een dag de HEERE aangenaam?’ (vers 5). Het is alsof hij zeggen wil: Nee, beslist niet. Maar in het zesde en de volgende verzen zegt hij: ‘Dit is het vasten dat Ik verkies, dat gij losmaakt de knopen der goddeloosheid … dat gij de hongerige uw brood mededeelt, en de arme verdrevene in het huis brengt… dat gij de naakte kleedt.. dan zal uw licht voortbreken als de dageraad en uw genezing zal snel uitspruiten, en uw gerechtigheid zal voor uw aangezicht heengaan, en de heerlijkheid des HEEREN zal uw achterhoede wezen … zo gij uw ziel opent voor de hongerige. (…)

Het moet zijn zoals de Heere zegt in Joël 2: ‘Bekeer u tot Mij met uw ganse (hele) hart… scheur uw hart en niet uw klederen, en bekeer u tot de HEERE, uw God; want Hij is genadig en barmhartig, lankmoedig en groot van goedertierenheid en berouw hebbend over het kwade. Wie weet, Hij mocht Zich wenden en berouw hebben; en Hij mocht een zegen achter Zich overlaten tot spijsoffer en drankoffer voor de HEERE, uw God’(vers 12-14).

Dit is het ware vasten, als een ziel zich onthoudt van haar eigen lusten en begeerten. Als ze met geen woord daarover spreekt, maar dat ze zich verheugt in de Heere. (…) U moet dan ook uw hart zoeken te vernederen. U moet u onderzoeken, uw zonden belijden en daarover wenen en bedroefd zijn (1). U moet niet wanhopig worden, dat deugt nergens toe, maar tot de Heere gaan met gebeden en verzuchtingen, opdat Hij zich over u zal ontfermen en uw ziel genezen wordt. Dit is het waarover de Zaligmaker in deze tekst (over de Bruidegom) spreekt. (…)

Bron: Preek van J. van Lodenstein (1620-1677) – Uitgegeven in de Reveilserie van Stichting “Smytegelt-fonds”.

(1) “Buitengewoon blij ben ik trouwens met de vorig jaar verschenen uitgave van het Griekse Nieuwe Testament, werk van Erasmus. Daar lees je nog eens wat anders dan in de Vulgata! Neem alleen al het Latijnse woord ”poenitentia” dat de Vulgata voor boete gebruikt. In het Grieks, de grondtekst dus, blijkt daar ”metanoia” te staan. Terugvertaald naar het Latijn is dat niet ”poenitentia”, maar ”trans mentem”. De eigenlijke betekenis van boete is dus „verandering van gezindheid.” Dat is nogal een verschil.”” (Bron: Maarten Luther zoals sprekend ingevoerd in RD-artikel “Luther: Leer de Romeinenbrief uit het hoofd, woord voor woord” (RD-online, 27-10-2016)