Jakobus zet overspel en moord op één lijn…

Zoals het lichaam zonder de geest dood is, zo is ook het geloof zonder de werken dood.
(Uit Jakobus 2 vers 26)

* Jakobus wil en durft in zijn brief dergelijke zware zonden voor te houden aan brave, eerbare (te eren) leden van de gemeente(n) waaraan hij zijn brief schrijft…

Wie de hele wet onderhoudt maar op één punt struikelt, blijft ten aanzien van alle geboden in gebreke. Want Hij die gezegd heeft: ‘Pleeg geen overspel’, heeft ook gezegd: ‘Pleeg geen moord’. Als u geen overspel pleegt meer wel een moord, overtreedt u toch de wet. Zorg ervoor dat u in uw spreken en in uw handelen de toets kun doorstaan van de Wet die vrijheid brengt.‘ (Uit Jakobus 2)

Opgemerkt 1: Jakobus moet hier ongetwijfeld met name ook gedacht hebben aan dit onderwijs van onze Heer Jezus Christus:
Jullie hebben gehoord dat destijds tegen het volk is gezegd: ‘Pleeg geen moord. Wie moord zal zich moeten verantwoorden voor het gerecht’. Maar Ik zeg jullie: ‘Ieder die in woede tegen zijn broeder of zuster tekeer gaat en zegt ‘Nietsnut(1) zal zich moeten verantwoorden voor het gerecht en de Hoge Raad. Wie “Dwaas!(2) zegt, zal voor het vuur van de Gehenna komen te staan’. (…) Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: “Pleeg geen overspel.‘ Maar Ik zeg jullie dit: Iedereen die naar een vrouw kijkt om haar te begeren, heeft in zijn hart reeds overspel gepleegd.‘ (Uit Matteus 5)

(1) In oktober 2015 werd mij een ‘huwelijksdwangbrief’ overhandigd die was opgesteld onder auspiciën van het pastoraat – lees: in bijzijn en met goedkeurig van predikant en leden van de kerkenraad. Een brief waarin mij met niet mis te verstane woorden (vergezeld van eisen en dwangmaatregelen) te kennen werd gegeven dat ik mij van ‘nietsnut’ moest gaan bewegen naar een voor ‘gezin en maatschappij en kerk’ nuttig persoon. Bij het niet instemmen met dit oordeel over mijn persoon en het opvolgen van de in de brief gestelde eisen, zouden de in de brief (a) opgesomde maatregelen per direct ingaan. Dat laatste is inderdaad ook gebeurd met alle gevolgen van dien voor huwelijk en gezin en relaties in de kerkelijke en burgerlijke gemeente.
(a) Het is werkelijk heel verdrietig en niet te begrijpen hoeveel onrecht in die brief gedaan werd en wordt (de brief is nooit ‘teruggenomen’) aan mijn werkelijke inspanningen en inzet samen met UWV en GGZ en ook samen met organisaties die vrijwilligers graag inzetten en wat daarmee was bereikt en zelfs ook het betaalde werk (fondswerving) dat ik inmiddels toentertijd weer deed. Het werd helemaal buiten beschouwing gelaten.

(2) Vanwege mijn (latere) verweer – dat men helemaal niet wilde horen/accepteren – meende de broeder, waar de geheime bijeenkomsten voor het opstellen van de brief aan huis werden gehouden, geen enkele reden te hebben om mij nog in zijn huis binnen te laten voor een gesprek met hem en zijn echtgenote. Wel wilde hij voor de deur van zijn huis hartgrondig en bondig uitspreken hoe hij over me dacht en hoe hij mij zag (ziet?): niet meer dan een mannelijk lichaamsdeel* waar je je in het openbare leven voor schaamt. (3).
* Begrijp/lees: ‘Jan(se) met de korte achternaam’.

(3) ‘Integendeel, juist die delen van het lichaam die het zwakst lijken, zijn het meest noodzakelijk. De delen van ons lichaam waarvoor we ons schamen en die we liever bedekken, behandelen we zorgvuldiger en met meer respect dan die waarvoor we ons niet schamen. Die hebben dat niet nodig. God heeft ons lichaam zo samengesteld dat de delen die dat nodig hebben ook zorgvuldiger behandeld worden, zodat het lichaam niet zijn samenhang verliest, maar alle delen elkaar met dezelfde zorg omringen.‘ (Uit 1 Korintiërs 12 de verzen 22-25)

Zijn het dan niet de rijken die u onderdrukken en u voor de rechter slepen? Zijn zij het niet die de voortreffelijke Naam die over u is uitgesproken (bij de Doop), door het slijk halen? Wanneer u echter het koninklijke gebod volbrengt dat de Schrift geeft: ‘Heb uw naaste lief als uzelf’ dan handelt u juist! Maar als u op uiterlijke dingen (zoals een mooie carrière, weelde en rijkdom en de reputatie die dat meebrengt) afgaat, begaat u een zonde en bestempelt Gods wet u als zondaars. Wie de hele wet onderhoudt maar op één punt struikelt…’ (Uit Jakobus 2).

Tot slot:Spreek geen kwaad van elkaar, broeders en zusters. Wie kwaad spreekt van een ander of een ander veroordeelt, spreekt kwaad van de wet en veroordeelt de wet. En als u de wet veroordeelt, handelt u niet naar de wet, maar treedt u op als rechter. Er is maar één Wetgever en Rechter: Hij die bij machte is om te redden of in het verderf te storten. Maar wie bent u om uw naaste te veroordelen?‘ (Uit Jakobus 4 de verzen 11-12. Zie hierbij ook Romeinen 3 de verzen 9-31).

Zie ook:Ik zal u mond en wijsheid geven…

Bron afbeelding: SlideShare (How to live your Faith)

Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie