‘Iedereen kan zich Erasmus toe-eigenen’…

Waarom begrijpt u niet wat Ik zeg? Omdat u Mijn woorden niet kunt aanhoren. Uw vader is de duivel, en u doet maar al te graag wat uw vader wil. Hij is vanaf het begin een moordenaar geweest. Hij hoort niet bij de waarheid, omdat er geen waarheid in hem is. Wanneer hij liegt spreekt hij zoals hij is: een aartsleugenaar, de vader van de leugen. Maar Mij gelooft u niet, want Ik spreek de waarheid. (…) Als Ik de waarheid spreek, waarom gelooft u me dan niet? Wie van God is, luistert naar de woorden van God. U luistert niet, omdat u niet van God bent.‘ (Jezus tegen de toenmalige ‘kerkelijke machthebbers’ van/in Israël in Johannes 8 de verzen 43-47)

Het verdriet van de schrijfster en dat van Erasmus…

Geciteerd 1: Het humanisme van het Humanistisch Verbond is iets heel anders dan het humanisme van Erasmus. Dat laatste had te maken met een scholingsideaal, geënt op de klassieke oudheid. Er is een soort Babylonische spraakverwarring ontstaan. Iedereen kan zich Erasmus toe-eigenen; het is maar net waarnaar je op zoek bent.”

Geciteerd 2: In mijn familiegeschiedenis heeft geloof mensen uit elkaar verdreven. Misschien spreekt Erasmus me daarom zo aan. Geloof is er om troost te bieden. Dat heeft iedereen nodig, ook ongelovigen. Ik beschouw mijn onderzoek naar Erasmus, die rationeel en verdraagzaam was, als een handreiking voor de moderne mens.”

Geciteerd 3: Erasmus vond het in ieder geval problematisch dat Luther en diens volgelingen de „ware waarheid”, zoals ze dat noemden, opeisten. Hij ging zelf op een veel rationelere manier met de Bijbel om. En dan de ruzies die de hervormers over geloofsartikelen maakten. (a) Dat deed Erasmus verdriet. Hij hield van discussie, maar zocht ook altijd naar verbinding.”

Verbinding zoeken‘…

Opgemerkt 1: Je kunt/moet toch vaststellen dat ook Maarten Luther universitair geschoold was in het voeren van discussie en dat ook hij altijd weer naar verbinding zocht ondanks zijn somstijds felle polemiek (b). Graag wil ik de lezer verwijzen naar het hoofdstuk ‘Leven tussen God en duivel’ uit het vrijwel gelijknamige boek van Heiko A. Oberman en waarvan hieronder drie citaten uit dit hoofdstuk:

Met blindheid geslagen‘…

Geciteerd 4: Zijn stellingen tegen de aflaathandel waren nog maar nauwelijks onder het brede publiek bekend geworden of zijn tegenstanders in Duitsland en Rome hadden zijn academische (!) interpellatie over het gevaar van misleiding door aflaten die te koop waren, reeds als ketterij veroordeeld. Zij gebruikten daarbij argumenten die zo overduidelijk in tegenspraak waren met de Schrift en het geloof in Jezus Christus, dat slechts één interpretatie mogelijk was: De ketterjagers zijn met blindheid geslagen en verhard tegen het Woord van God. Ook zij worden blijkbaar door iets of iemand gedreven en in een bepaalde richting gestuurd.

geestelijke moord‘…

Geciteerd 5: In deze openlijk gepropageerde ontmaskering lag de doorbraak naar de Reformatie. Dat is niet het middeleeuwse parool van ‘God wil het’ – ‘deus vult’, maar ‘God doet het’ – ‘deus facit’. Luthers onthulling van het misbruik dat de curie maakte van de macht en van de Schrift kon net zo min onderdrukt en ongedaan gemaakt worden als de ontdekking van een Columbus daarvoor of een Copernicus daarna. Want zwijgen tegen beter weten in zou geestelijke moord geweest zijn op alle gelovigen die teleurgesteld werden in hun vertrouwen op het gezag van de kerkelijke top, dat hen eeuwenlang was aangeleerd.

Meegesleept‘…

Geciteerd 6: Latere generaties hebben met voorliefde gesproken over ‘leiding’ en over ‘de voorzienigheid Gods’. Luther heeft echter een voorkeur voor een uitdrukking die afkomstig is uit mystieke ervaringen: ‘Ik werd meegesleept’. Daarmee werd niet zozeer de leiding van de verre, almachtige God tot uitdrukking gebracht als veeleer het ingrijpen van de nabije, overmachtige God. Aan de kant van de mens gaat het niet om speelruimte die er bestaat voor het eigen verstand en de eigen verantwoordelijkheid, maar om de ervaring te handelen door de werking van de overweldigende macht van God…

Opgemerkt 2: Dietrich Bonhoeffer heeft n.a.v. het Bijbelboek Jeremia getoond een vergelijkbaar verhaal te willen vertellen, zie de inhoud van deze blog: ‘Profeten hun roeping en hun lijden‘.

(a) Zie deze ‘verbinding zoekende’ brief over het Avondmaal van Luther.
(b) De Ausburgse-confessie, dat was een ‘verbinding zoekend’ geschrift en geen doorwrocht stuk belijden om het ‘eigen gelijk’ van ‘Luther of de reformatie’ eens en voorgoed vast te leggen!

Geciteerd:De Confessio was gematigd van toon, daar Melanchton en Maarten Luther hoopten op een verzoening met de Rooms-Katholieke Kerk. “En daarbij is niets gezegd of samengevat om ook maar iemand te beschadigen. Slechts datgene is vermeld wat blijkbaar noodzakelijkerwijs gezegd moet worden, opdat men zou kunnen begrijpen dat in onze leer of ceremoniën niets is aangenomen wat tegen de Schrift of de katholieke kerk ingaat”, zegt het nawoord. Enig systeem zat er in de behandeling niet. Vooraf gaat een praefatio ad Caesarem Carolem V (voorwoord aan keizer Karel V) en aan het einde vindt men een epilogus met de ondertekening van de Evangelische vorsten en stenden.”
(Bron: christipedia-miraheze-org/wiki/Augsburgse_confessie)

Bron citaten 1-3: RD Cultuur & Boeken – ‘Erasmus, een dwarse denker* – artikel van Maarten Stolk
Bron citaat 4-7:  ‘Luther – Mens tussen God en duivel‘ – door Heiko A. Oberman (bij leven hoogleraar kerkgeschiedenis)

* Boekgegevens: Erasmus. Dwarsdenker, Sandra Langereis; uitg. De Bezige Bij, 784 blz.; € 39,99

Bron afbeelding: DeviantArt

Dit bericht werd geplaatst in Bijbel, Gemeente, Geschiedenis, Wetenschap. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie